25 mei- 4 juni Herhaling Zinsdelen blok 8 spelling

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Blok 8 - Week 2 - Les 3

Herhaling

 - lijdend voorwerp

- werkwoordelijke gezegde

- persoonlijk voornaamwoord

-bezittelijk voornaamwoord

zie onder:

Liz wat doe jij liever emailen bellen of een brief schrijven vroeg robin. Liz riep e-mailen want dat gaat het snelst

'Wist jij dat onze nederlandse telefoonnummers altijd uit tien cijfers bestaan vroeg robin ook nog

Enthousiast zei hij ik heb sinds mijn zesde jaar papieren brieven aan mijn twee oma's mijn opa en een oudtante geschreven.

opdracht 1:

Kijk naar de bladzijde hiervoor. Schrijf het verhaaltje over op een blaadje, maar nu met de juiste leestekens!

opdracht 2:

Schrijf de volgende woordsoorten van het verhaaltje ook op het blaadje:

1: noem de voegwoorden 

2. noem de bezittelijke voornaamwoorden

3. noem de telwoorden

4. Welk woordsoort is zesde?

5. Noem de zelfstandige naamwoorden met de lidwoorden uit de laatste zin

6. Welke zelfstandige naamwoorden uit de laatste zin staan in het meervoud?

7. Welk woordsoort is papieren?

8. Noem het andere bijvoeglijk naamwoord

9. Noem het hulpwerkwoord

10. Noem het voltooid deelwoord

zie onder:

1. Sara en Koen willen een e- mail aan de plaatselijke krant schrijven. 

2. Ze gaan een rommelmarkt organiseren.

3. Met het ingezamelde geld willen ze een goed doel steunen.

4. Hopelijk schrijft een journalist een oproep. 

opdracht:

Kijk naar de 1e zin op de vorige bladzijde en schrijf de antwoorden op het blaadje:

1. Noem de persoonsvorm van de eerste zin.

2. Noem het werkwoordelijk gezegde van zin 1.

3. Noem het onderwerp van zin 1. 

4. Noem het lijdend voorwerp van zin 1.

 Ben je klaar, dan doe je hetzelfde met zin 2,3 en 4.

Wat is het lijdend voorwerp?

Afgelopen weekend hebben wij de Ardennen ontdekt!

Mijn vader wil de volgende keer een cursus boogschieten volgen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Afgelopen weekend hebben wij de Ardennen ontdekt!

Mijn vader wil de volgende keer een cursus boogschieten volgen.

Het persoonlijk voornaamwoord

In het centrum van Brussel vind je een klein bronzen beeldje.

Heb jij hem weleens gezien?

Het bezittelijk voornaamwoord

Mijn oom en tante hebben het monument bezocht.

Wij gaan onze neven dan ook uitnodigen.

Dictee!

Schrijf het woord op

Schrijf het woord op

Schrijf het woord op

Schrijf de zin op

Schrijf de zin op

Schrijf de zin op

Maak bladzijde 58.

Ben je klaar? ga verder op blz 54.

Weer klaar? verder met werkwoorden op blz 80.