taal

WAT GAAN WE DOEN VANDAAG?

HERHALEN VAN DE ZINSDELEN
(gebruik je mapje)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WAT GAAN WE DOEN VANDAAG?

HERHALEN VAN DE ZINSDELEN
(gebruik je mapje)

Slide 1 - Slide

QUIZ!

Slide 2 - Slide

Afgelopen weekend hebben wij de Ardennen ontdekt!
Mijn broer en ik hebben daar een vlot gebouwd. 
Mijn vader wil de volgende keer een cursus boogschieten volgen. 
Wij gaan onze neven dan ook uitnodigen.

Slide 3 - Slide


Afgelopen weekend hebben wij de Ardennen ontdekt!
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Werkwoordelijke gezegde

Slide 4 - Quiz


Mijn broer en ik hebben daar een vlot gebouwd. 
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoordelijke gezegde
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 5 - Quiz


Mijn vader wil de volgende keer een cursus boogschieten volgen. 
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoordelijke gezegde
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 6 - Quiz


Wij gaan onze neven dan ook uitnodigen.
A
Onderwerp
B
Werkwoordelijke gezegde
C
Lijdend voorwerp
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

QUIZ! 2.0

Slide 8 - Slide


Vermijd plankenkoorts tijdens jullie tournee, want daar schiet je niets mee op.
A
Voorzetsel
B
Voegwoord
C
Hulpwerkwoord
D
Lidwoord

Slide 9 - Quiz


Vermijd plankenkoorts tijdens jullie tournee, want daar schiet je niets mee op.
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Voorzetsel
C
Hulpwerkwoord
D
Zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin
De schipper bestuurt een schip.

Slide 11 - Open question

Wat is het onderwerp in de volgende zin
De schipper bestuurt een schip.

Slide 12 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin
De schipper bestuurt een schip.

Slide 13 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin
Mijn vader bakt vanavond een lekkere vis.

Slide 14 - Open question

Wat is het onderwerp in de volgende zin
Mijn vader bakt vanavond een lekkere vis.

Slide 15 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin
Mijn vader bakt vanavond een lekkere vis.

Slide 16 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin
De meester geeft Sarah een tien voor haar spreekbeurt.

Slide 17 - Open question

Wat is het onderwerp in de volgende zin
De meester geeft Sarah een tien voor haar spreekbeurt.

Slide 18 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin
De meester geeft Sarah een tien voor haar spreekbeurt.

Slide 19 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin
Bij de opening hebben ze alle bezoekers een drankje aangeboden.

Slide 20 - Open question

Wat is het onderwerp in de volgende zin
Bij de opening hebben ze alle bezoekers een drankje aangeboden.

Slide 21 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin
Bij de opening hebben ze alle bezoekers een drankje aangeboden.

Slide 22 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin
Koen maakt het lint aan de boom vast.

Slide 23 - Open question

Wat is het onderwerp in de volgende zin
Koen maakt het lint aan de boom vast.

Slide 24 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin
Koen maakt het lint aan de boom vast.

Slide 25 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin
De dokter onderzoekt mijn pijnlijke been.

Slide 26 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin
Juan bindt Rijk vast aan zijn stoel.

Slide 27 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin
Jonathan legt de blokjes kaas op een plankje.

Slide 28 - Open question