grammatica 12 december

Deze les 
ZINSDELEN
- oefening 'raad het woord' 

WOORDSOORTEN
- kww, hww, zww herhalen 
- maken 5 en 6 (it's learning)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les 
ZINSDELEN
- oefening 'raad het woord' 

WOORDSOORTEN
- kww, hww, zww herhalen 
- maken 5 en 6 (it's learning)

Slide 1 - Slide

Vul het gevonden woord hier in.

Slide 2 - Open question

Hulpwerkwoord (hww)
- Heeft geen duidelijke eigen betekenis.
- 'Helpt' om het gezegde te maken.
- Staat nooit zelfstandig in de zin..

Slide 3 - Slide

Zelfstandig werkwoord 
(zww)


- Heeft een duidelijke betekenis.
- Geeft aan wat iets of iemand doet.
- WG

Koppelwerkwoord
(kww)


- Heeft geen duidelijke betekenis.
- Koppelt een eigenschap aan het onderwerp
- NG
- zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen 

Slide 4 - Slide

Let op:
- Er staat een kww of een zww in de zin. Beide kan niet!

- Van een kww of zww kan er ook maar een in de zin staan.

- Andere werkwoorden zijn automatisch hulpwerkwoord.

- Het kww komt altijd achterin de zin te staan.

Slide 5 - Slide

Op Instagram STAAT een rare foto.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 6 - Quiz

Parijs IS een prachtige stad.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 7 - Quiz

Later WORDT mijn broer tandarts.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 8 - Quiz

Mijn ouders ZIJN heel aardig geweest.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 9 - Quiz

Die jongen BLIJKT een taaie.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 10 - Quiz

Zou ik eens op jouw elektrische scooter mogen RIJDEN?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 11 - Quiz

Benoem de ww:
Ik ben naar Spanje geweest.
A
ben= hww geweest = kww
B
ben = hww geweest = zww
C
ben = zww geweest = hww
D
ben = zww geweest = zww

Slide 12 - Quiz

1. Sommige jongens kunnen goed schaken.
A
kunnen = hww schaken = zww
B
kunnen = hww schaken = kww

Slide 13 - Quiz

zelfstandig werken
Ga naar it's learning.
Maak opdracht 5 en 6 (blz 114 en 115)

Slide 14 - Slide