What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
STAAL Thema TV. Les 1 en 5
Wat is de betekenis van een soap?
A
het vermaak, het plezier
B
de invloed, het effect dat iets heeft.
C
Langlopende tv-serie met dagelijkse afleveringen
D
de tijd die een omroep heeft om tv programma's uit te zenden
1 / 11
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is de betekenis van een soap?
A
het vermaak, het plezier
B
de invloed, het effect dat iets heeft.
C
Langlopende tv-serie met dagelijkse afleveringen
D
de tijd die een omroep heeft om tv programma's uit te zenden
Slide 1 - Quiz
Welk woord past bij de betekenis: reclame voor iets of iemand maken?
A
medium
B
de compilatie
C
aanslaan
D
promoten
Slide 2 - Quiz
Kijkcijfers
het persbureau
het beeldmateriaal
het aantal mensen dat heeft gekeken
leveranciers van nieuwsitems
de beelden bij een nieuwsitem
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Video
Wat is een jeugdsentiment?
A
een kortdurende golf van aandacht voor een bepaalde gebeurtenis
B
een tijd die een omroep heeft om programma's uit te zenden.
C
vooraf beoordelen hoe iets of iemand zal zijn
D
een gevoel van ontroering doordat je iets aan je jeugd doet denken.
Slide 5 - Quiz
Heb jij een jeugdsentiment?
Slide 6 - Mind map
Welk woord pas hier het beste bij?
Iemand erg aan het schrikken maken. bijv. door iets te doen wat de ander schokt
A
teweegbrengen
B
realistisch
C
choqueren
D
de soap
Slide 7 - Quiz
de glamour
objectief
de autocue
de screentest
de set
een proefopname om te onderzoeken of je geschikt bent voor film of tv
het apparaat dat de teksten vertoont die de presentator moet voorlezen
de plek waar opnames worden gemaakt
de bedriegelijke luxe, de schone schijn
gebaseerd op feiten, niet op een mening
Slide 8 - Drag question
Weet jij ze nog?
het nieuwsitem
de hype
de verslaggever
de set
Slide 9 - Drag question
Welk woord pas het beste bij de betekenis?
kiezen wat je kunt gebruiken en wat niet.
A
stimuleren
B
de ether
C
inschatten
D
filteren
Slide 10 - Quiz
Welke betekenis past hierbij?
Een middel om informatie te verspreiden.
A
objectief
B
het medium
C
de impact
D
visueel
Slide 11 - Quiz
More lessons like this
STAAL Thema TV. Les 1 en 5
September 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Taaltoets 2 groep 7
October 2023
- Lesson with
42 slides
Aardrijkskunde
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 7
Televisie woordenschat les 1
January 2024
- Lesson with
12 slides
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 8
Woordenschat
October 2023
- Lesson with
4 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Week 45
April 2024
- Lesson with
21 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Week 45
April 2024
- Lesson with
28 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Tussenletters in samenstellingen
March 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Massamedia hoofdstuk 4.1 (KGT)
September 2024
- Lesson with
24 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3