Hoofdstuk 9 – Ziek zijn en behandeling

Hoofdstuk 9 – Ziek zijn en behandeling
Startopdracht:
Pak je boek
Lees de theorie van hoofdstuk 8 nog eens door
Planning:
  • Theorie hoofdstuk 9 theorie behandelen
  • Verschillende ziektes
  • Opdrachten maken
  • Oefenen met praktijk situaties
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 9 – Ziek zijn en behandeling
Startopdracht:
Pak je boek
Lees de theorie van hoofdstuk 8 nog eens door
Planning:
  • Theorie hoofdstuk 9 theorie behandelen
  • Verschillende ziektes
  • Opdrachten maken
  • Oefenen met praktijk situaties

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van de les ken ik minimaal 2 verschillende ziektes. Ik kan hierbij de oorzaken, symptomen en behandeling benoemen.

Slide 2 - Slide

Vorige les:
  • Verschillende wonden en ander letsel
  • Infectie = Besmetting met een virus of bacterie, waardoor je ziek kunt worden.
  • Je spreekt van verslikken als er eten in je luchtpijp komt.
  • Je spreekt van verstikken als de luchtpijp wordt belemmerd, het slachtoffer kan niet meer hoesten en raakt buiten bewustzijn.

Slide 3 - Slide

Kinderziekten 
Een infectieziekte kan veroorzaakt worden door:
  • een virus: verkoudheid, mazelen of waterpokken 
  • een bacterie: kinkhoest of roodvonk

Vaccinatie = inenten: 
Geeft een goede en veilige bescherming 
tegen infectieziekten

Slide 4 - Slide

De griep (influenza)


De griep of influenza:
  • een ziekte waarbij de luchtwegen geïnfecteerd zijn
  • treedt op in de winter en vroeg in het voorjaar
  • incubatietijd is één tot vier dagen
Incubatie = de tijd tussen het moment van besmetting en de dag dat de ziekte uitbreekt

Symptomen zijn: 
  • vermoeidheid, 
  • koorts, soms met koude rillingen,
  • keelpijn en een droge hoest

Slide 5 - Slide

De griep (influenza)


De griep of influenza:
  • een ziekte waarbij de luchtwegen geïnfecteerd zijn
  • treedt op in de winter en vroeg in het voorjaar
  • incubatietijd is één tot vier dagen
Incubatie = de tijd tussen het moment van besmetting en de dag dat de ziekte uitbreekt

Symptomen zijn: 
  • vermoeidheid, 
  • koorts, soms met koude rillingen,
  • keelpijn en een droge hoest

Slide 6 - Slide

Opdracht 9.03 (blz. 284)

Slide 7 - Slide

Opdracht 9.05 (blz. 287)

Slide 8 - Slide

COPD
Chronische bronchitis en longemfyseem
Longen werken niet meer goed doordat ze ontstoken zijn of doordat er longblaasjes verloren gaan
  • Ontstaat meestal pas op oudere leeftijd

Oorzaak COPD: 
Roken zorgt dat de longen geprikkeld worden 
> longen raken ontstoken

Slide 9 - Slide

Astma
  • Chronische ontsteking van de luchtwegen
  • De longen zijn snel geïrriteerd en gevoelig voor rook, uitlaatgassen of huisdieren
  • Komt voor in combinatie met een allergie 

Oorzaak Astma: 
Ontsteking van de luchtwegen
Erfelijkheid: astma zit vaak in de familie

Slide 10 - Slide

Kanker
Kanker is een verzamelnaam van meer dan honderd ziektes; 
  • Longkanker
  • Darmkanker
  • Borstkanker
  • Prostaatkanker

Kanker komt voor in allerlei leeftijdsgroepen

Slide 11 - Slide

Opdracht 9.09 (blz. 295)

Slide 12 - Slide

Dementie
  • verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes
  • het gedrag verandert 
  • het denkvermogen gaat achteruit
  • ongeneeslijke hersenziekte

  • Meest voorkomende vorm = 
  • Ziekte van Alzheimer

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Lezen + maken Hoofdstuk 9
Opdracht 9.01 t/m 9.10 (blz. 279 t/m 299)
Deelopdracht 1: een ziekte (alleen blz. 114)
Deelopdracht 2: folder maken over dementie (blz. 116)
Oefenen met de EHBO praktijkopdrachten

timer
25:00

Slide 14 - Slide

Ziekte van Alzheimer
Oorzaken:
  • Nog onbekend
  • Leeftijd - hoe hoger de leeftijd hoe, hoe groter de kans op deze aandoening
  • Opeenhoping van eiwitten in de hersenen waardoor hersencellen afsterven

Symptomen:
  • Vergeten van alledaagse dingen 
  • Verdwalen in een bekende omgeving
  • Besef voor tijd is weg
  • Gedrag en karakter kan veranderen

Slide 15 - Slide

Hart- en vaatziekten


Hart- en vaatziekten: 
  • Verzamelnaam voor alle aandoeningen aan het hart en/of de bloedvaten
  • Eén op de vier Nederlanders overlijdt aan deze ziekte 
  • Belangrijkste doodsoorzaak

Soorten hart- en vaatziekten in groepen ingedeeld:
  • Aangeboren hartafwijkingen
  • Hartaandoeningen doordat bloedvaten vernauwd of geblokkeerd zijn
  • Een infectie of ontsteking van het hart
  • Overige aandoeningen, zoals een hartklepafwijking of hartritmestoornissen

Slide 16 - Slide

Hart- en vaatziekten


Oorzaak:
  • Ongezonde leefstijl; roken, te veel/te vet eten
  • Hoge bloeddruk 
  • Diabetes 
  • Erfelijke factoren 

Symptomen, o.a.: 
  • Pijn op de borst - benauwdheid
  • Hartkloppingen 
  • Blijvende vermoeidheid
  • Krachtverlies in armen of benen

Onwel worden

Slide 17 - Slide

Beroerte 



  • Ook CVA genoemd = Cerebro Vasculair Accident / een ongeluk in de hersenen
  • Verzamelnaam voor verschillende problemen met de bloedvoorziening van de hersenen
  • Een deel van de hersenen krijgt geen zuurstof 

Drie vormen: 
  • TIA: tijdelijk tekort aan zuurstof in de hersenen door bloedstolsel dat weer snel oplost
  • Herseninfarct: ader raakt verstopt door bloedstolsel waardoor een deel van de hersenen geen zuurstof krijgt
  • Hersenbloeding: een lek in een hersenbloedvat

Slide 18 - Slide

Medicijnen




 Vrij verkrijgbare medicijnen:
  • Te koop bij apotheek, drogist, supermarkt, benzinestation
  • Geen recept van arts/specialist nodig
  • Bijvoorbeeld; paracetamol, hoestdrank

Medicijnen op recept 

Verschillende soorten medicijnen – toedieningsvormen:
Tabletvorm, Capsule of poeder, Injectie, Zetpil, Neusspray of inhalator, (Oog/oor)Druppels , Zalven voor de huid


Slide 19 - Slide

Medicijnen op recept




Enkele voorwaarden recept:
  • Naam en geboorte datum van de zorgvrager
  • Naam van het medicijn
  • Dosering
  • Wijze van toepassing
  • Tijdstip van toediening
  • Omstandigheid voor inname; bijvoorbeeld bij misselijkheid
  • Bijzondere risico’s 

Slide 20 - Slide

Vitaminen en mineralen





Vitaminen en mineralen:
  • Onmisbaar voor de gezondheid en groei
  • Aanvulling vanuit voedsel is noodzakelijk

Vitamine C en kalium; in groenten en fruit 
Vitamine B, eiwit en ijzer; in brood, aardappelen, rijst en pasta
Eiwit, ijzer, calcium en B-vitamines; in vlees, vet en ei 
Vitamine A, D en E; in vetten en olie
Water; in dranken 

Slide 21 - Slide

Opdracht 9.13 (blz. 304)

Slide 22 - Slide

Aan de slag
Lezen + maken Hoofdstuk 9
Opdracht 9.10 t/m 9.19 (blz. 297 t/m 314)

timer
25:00

Slide 23 - Slide