MK1 SS7 Chapter 2 E

Welcome MK1

Week 40  - Lesson 1
Grammar

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome MK1

Week 40  - Lesson 1
Grammar

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Today's class
At the end of today's class I...
  • ... can make questions in the present simple.
  • ... can make negations in the present simple.

Slide 3 - Slide

Exercise 29, page 100

Slide 4 - Slide

Exercise 29, page 100
  • do
  • do
  • does
  • do
  • do

Slide 5 - Slide

Hoe maak je vragen? (I)

Om vragen te stellen gebruik je het hulpwerkwoord 'to do' en het hele werkwoord.


Bij she/he/it krijg je does + ow + hele ww + rest v/d zin (1)

Bij I/you/we/they krijg je do + ow + hele ww + rest v/d zin (2)


1. Does he work for your father?

2. Do you like school?

Slide 6 - Slide

Hoe maak je vragen? (II)

Bij am / were / can / may zet jet het werkwoord aan het begin van de zin.


I am at school. = Am I at school?

He can see his best friend. = Can he see his best friend?

Slide 7 - Slide

Stappenplan vragen maken
  1. Is het werkwoord van de zin am, is, are?

    JA --> zet am, is of are vooraan in de zin 
    NEE --> naar stap 2 
  2. Is het onderwerp van de zin een he, she of it?

    Ja --> stap 3
    Nee --> Ze Do vooraan de zin
  3. Zet does vooraan de zin en verander het werkwoord terug naar het hele werkwoord.

  • We are very happy.
  • Are we very happy?

  • My parents always buy sweets.
  • Do my parents always buy sweets?

  • Her sister eats chocolate every day.
  • Does her sister eat chocolate every day.

Slide 8 - Slide

Exercise 29, page 100

Slide 9 - Slide

Exercise 30, page 101

Slide 10 - Slide

Exercise 31, page 101

Slide 11 - Slide

Exercise 33, page 102

Slide 12 - Slide

Hoe maak je ontkenningen?
Om ontkenningen te maken gebruik je het hulpwerkwoord 'to do' en het hele werkwoord

Bij she/he/it krijg je: OW + does not + hele ww + rest vd zin (1)
Bij I/you/we/they krijg je: OW + do not + hele ww + rest vd zin

1. She does not do her homework on Saturdays.
2. I do not have a lot of cheeseburgers.

Slide 13 - Slide

Let op!
Bij het werkwoord 'to be' (am/is/are) 
gebruik je nooit do/don't/does/doesn't

Bij alle andere werkwoord MOET 
je deze hulpwerkwoorden gebruiken.

Slide 14 - Slide

Stappenplan ontkenningen maken
  1. Is het werkwoord van de zin am, is, are?

    JA --> zet not achter am, is, are 
    NEE --> naar stap 2 

  2. Is het onderwerp van de zin een he, she of it?
    Ja --> stap 3
    Nee --> Zet do not voor het werkwoord

  3. Zet does not voor het werkwoord en verander het werkwoord naar het hele werkwoord.

  • We are very happy.
  • We are not very happy.

  • My parents always buy sweets.
  • My parents do not always buy sweets?

  • Her sister eats chocolate every day.
  • Her sister does not eat chocolate every day.

  • My brother studies for English.
  • My brother does not study for English.

Slide 15 - Slide

Exercise 33(b), page 102

Slide 16 - Slide

I can make negations and questions.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Homework
Make:
- Exercise 32, page 101
- Exercise 33(c), page 102

Learn/ study:
- Grammar 4+5, page 125

Slide 18 - Slide