Blok 3 Spelling les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welkom toppers!

Nederlands
Meneer Bakker 

Aan het einde van deze les:

- Heb je verder geoefend  met klankvast en klankveranderend in de verleden tijd

- Heb je verschillende regels geleerd om het zelfstandig naamwoord in het meervoud te zetten

 

Huiswerk nakijken!

Pak je laptop er bij

Leg in je eigen woorden uit hoe je de stam van een werkwoord kunt vinden

Leg in je eigen woorden uit hoe je de stam van een werkwoord kunt vinden

De stam van huppelen is ...

De stam van schreeuwen is ...

De stam van mixen is ...

De stam van een werkwoord is altijd hetzelfde als de ik-vorm van een werkwoord

1. Waar!
2. Niet waar!

De stam van lopen is ...

De stam van schrijven is ...

De stam van spelen is ...

Leg in je eigen woorden uit wat
een klankvast werkwoord is

Noem 3 klankvaste werkwoorden

Klankvaste werkwoorden

Hebben in de verleden tijd  een beetje hulp nodig.

Er komt -te of -de achter!

Welk hulpmiddel gebruik je om te weten of er -te of -de achter komt?

Zet de zin 'ik verf de muur' in de verleden tijd

Zet 'wij mixen' in de verleden tijd

(bijvoorbeeld wij mixen het taartbeslag)

Zet 'wij mixen' in de verleden tijd

(bijvoorbeeld wij mixen het taartbeslag)

Klankveranderende werkwoorden

Hebben in de verleden tijd 
geen  hulp nodig. Ze hebben een 
eigen vorm

Klankveranderende werkwoorden

Slapen

Liggen

Werpen

Noem 3 eigen klankveranderende werkwoorden

Klankvast

Klankveranderend

Redden

Kopen

Stelen

Streamen

Bijten

Rijden

Shoppen

Schrijven

Vegen

Brengen

Ik weet het verschil tussen klankvast en klankveranderend. Ik kan ook voorbeelden noemen

Ja, makkelijk!

Het lukt soms, met hulp

Ik moet nog oefenen

Nee ik snap het nog niet helemaal

Ik heb nog veel hulp nodig

(Werkwoord)spelling

't ex - kofschip

't kofschip

vegen

stoppen

gooien

spelling 1.8. 

Lees de uitleg op bladzijde 32.

Zelfstandige naamwoorden in meervoud

Woorden met een g, een gg of een ch 

Zuchten of zugten?

Liggen of ligen?

Grijpen of chrijpen? 

Dit zijn weetwoorden!

Oefenen maar!

Verder met je huiswerk of
Opdracht 23 t/m 25
(bladzijde 180 en 183)

Eerder klaar? Pak je leesboek!

Afsluiting spelling

Vertel eens in je eigen woorden: 

- Wat is klankvast?

- Wat is klankveranderend?

- Wat gebruik je voor de spelling voltooid deelwoord?

Afsluiting spelling

Wat is de juiste manier van schrijven? Geef het meervoud

1. Idee

2. Huis

3. Paard

4. Boot

5. Regenbui