T7 BS 1 tm 3

Thema 7: 
Ecologie

Boek 4B
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 7: 
Ecologie

Boek 4B

Slide 1 - Slide

Bs 1 - Leerdoelen
7.1.1 Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is en wat de kenmerken ervan zijn.
7.1.2 Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen.
7.1.3 Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven.

Slide 2 - Slide

Biotisch en abiotische factoren

Slide 3 - Slide

Organismen en hun milieu
Ecologie is de leer van organismen en hun relatie met het milieu
  • Individu
  • Populatie (organismen van 1 soort in een bep. gebied)
  • Levensgemeenschap (organismen van meerdere soorten in een bepaald gebied)
  • Biotoop (alle abiotische factoren in een gebied)
  • Ecosysteem (biotoop + levensgemeenschappen) 

Slide 4 - Slide

Tolerantie voor factoren
Soorten leven in hun habitat,
(leefomgeving van een soort met zijn specifieke biotische en abiotische factoren). De abiotische factoren zijn van invloed op de soortensamenstelling.

Elke factor in hun habitat:
  • Optimum
  • minimum- en maximumwaardes  (tolerantiegrenzen)

Slide 5 - Slide

Bodem alleen is geen abiotische factor!
Eigenschappen van de bodem wel zoals:
  • Grootte van bodemdeeltjes
  • pH
  • Hoeveelheid water in de bodem
  • Hoeveelheid zuurstof
  • Hoeveelheid humus ->

Slide 6 - Slide

Licht alleen is geen abiotische factor!
Eigenschappen van het licht wel zoals:
  • Daglengte
  • Lichtintensiteit
  • Golflengte van het licht


Slide 7 - Slide

Temperatuur
  • Enzymwerking
  • Koudbloedige dieren niet actief bij lage temperatuur

Slide 8 - Slide

WATER
Planten:
- dikte cuticula
- hoeveelheid huidmondjes
- grootte wortelstelsel

Dieren:
- zuurstofgehalte
- zoutgehalte

Slide 9 - Slide

Tolerantie
- habitat -> abiotische factoren -> beperkende factor
- tolerantiegrenzen
- tolerantiegebied
- optimumgrafiek


Slide 10 - Slide

Tolerantie

Slide 11 - Slide

Abiotisch
Biotisch
Predatoren
Parasieten
Temperatuur
Licht
Neerslag
Voedselaanbod
Bescherming door vegetatie
Wind
Bodemvochtigheid
Concurrentie
Ziekteverwekkers
Soortgenoten
Waterdiepte
Grondsoort
Zuurgraad (pH)
Schaduw
Nestgelegenheid

Slide 12 - Drag question

Sleep de organisatieniveaus van groot naar klein
1
2
3
4
5
ecosysteem
levensgemeenschap
soort
populatie
organisme

Slide 13 - Drag question

Er is een verband tussen de tolerantie en het verspreidingsgebied van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste verspreidingsgebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D

Slide 14 - Quiz

Wat is de beperkende factor bij verlichtingssterkte 8?
A
zuurstof
B
licht
C
CO2
D
temperatuur

Slide 15 - Quiz

Bs 2 - Leerdoelen
7.2.1 Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van coöperatie onderscheiden.
7.2.2 Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven.

Slide 16 - Slide

Niche
Een niche is de rol die het organisme speelt in het ecosysteem; de interactie met het ecosysteem
Voorbeelden:
voeding - wat eet het, door wie wordt het gegeten?
Andere taken; nest bouwen, graven etc.
Niche

Slide 17 - Slide

Natuurlijke selectie leidt tot verschillende niches

Slide 18 - Slide

Concurrentie
Competitie / strijd
Bij concurrentie is er vaak sprake van een overlappende niche.
Kan plaatsvinden tussen soortgenoten (intraspecifiek) --> verhoogd de selectiedruk 
Maar ook tussen verschillende soorten (interspecifiek)

Slide 19 - Slide

Coöperatie (binnen de soort)

Bescherming
Verdediging
Paarvorming
Voedsel

Slide 20 - Slide

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Competitie - / -
  • Predatie - / +

Slide 21 - Slide

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 22 - Quiz

Een kreeft die gebruik maakt van een leeg slakkenhuis van een wulk is een voorbeeld van ....
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme

Slide 23 - Quiz

De koolplant scheidt een stofje uit dat sluipwespen aantrekt. Sluipwespen leggen eieren in de rupsen die de koolplant op eten.
A
Mutualisme en parasitisme
B
Mutualisme en commensalisme
C
Commensalisme en parasitisme
D
Mutualisme, commensalisme en parasitisme

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Populatiedynamiek

Slide 26 - Slide

Wat is de draagkracht van een ecosysteem?
A
Het aantal dieren in een bepaald gebied
B
De maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden
C
Alle organismen in een bepaald gebied
D
De minimale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden

Slide 27 - Quiz

Waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht?
A
de dieren zijn dood
B
voedselbronnen zijn uitgeput
C
het systeem schiet door
D
er zijn meer predatoren

Slide 28 - Quiz

Optimale omstandigheden
Groei van populatie is zichtbaar te maken in grafiek.

Draagkracht van ecosysteem is belangrijk voor grootte.
- Exponentiele groei (J)
- Begrensde groei (S)

Slide 29 - Slide

Overschrijden van draagkracht
Als de draagkracht wordt overschreden, zal de populatie een periode van sterfte doormaken

Uiteindelijk kan:
1) de populatie zich herstellen tot de oorspronkelijke draagkracht
2) Een nieuw evenwicht ontstaan bij een lagere draagkracht
3) De populatie verdwijnen uit het gebied

Slide 30 - Slide

Exoten
Exoten: soorten afkomstig uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem

Invasieve exoot: brengt een ernstige verstoring teweeg in het ecosysteem

Slide 31 - Slide

Voorbeelden van exoten in Nederland

Slide 32 - Slide

BS 3 - Leerdoelen
7.3.1 Je kunt de voedselrelaties binnen een ecosysteem beschrijven.
7.3.2 Je kunt de energiestromen door een ecosysteem beschrijven.

Slide 33 - Slide

Voedselketen
Geeft de voedselrelaties weer in een ecosysteem.
Begint altijd bij de producent!

Slide 34 - Slide

Voedselweb
Voedselweb: alle voedselrelaties binnen een levensgemeenschap 

Slide 35 - Slide

Energiestroom
Trofisch niveau = schakel in een voedselketen/web

Een voedselketen/web start altijd met een producent (eigen eten maken)

Producenten zijn of foto-autotroof (zelfvoedend door fotosynthese(V5)) of chemo-autotroof (zelfvoedend door chemosynthese)

Slide 36 - Slide

Energiestromen

Slide 37 - Slide

Piramides
piramide van aantallen
* het aantal organismen per trofisch niveau
* kan verschillende vormen hebben

piramide van biomassa
* het totale gewicht van alle organische stofffen per trofisch niveau
* vrijwel altijd piramidevorm 

Slide 38 - Slide

Aan de slag!
Wat?
Thema 7:
- basisstof 1:     1, 3, 4, 5
- basisstof 2:    9, 10, 11, 14
- basisstof 3:    16, 17, 18, 22
Hulp nodig?
Meer hulp nodig?
Lees basisstof 7
Steek je vinger omhoog
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 39 - Slide

Levensgemeenschap
Biotische factoren
Abiotische factoren
Ecosysteem
Habitat
Soortensamenstelling
Tolerantie
Optimum
Beperkende factor
Concurrentie
Symbiose
Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme
Migratie
Biologisch evenwicht
Exoten


Vraat
Voedselketen
Voedselrelaties
Voedselweb
Predatie
Trofisch niveau
Autotroof
Producenten
Assimilatie
Fotosynthese
Organische stoffen
Anorganische stoffen
Heterotroof
Consumenten
Reducenten
Dissimilatie
Biomassa

Slide 40 - Slide