HAVO Ecologie - Bs 1, 2

Thema 7: 
Ecologie en milieu
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 7: 
Ecologie en milieu

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Sleep de organisatieniveaus van groot naar klein
1
2
3
4
5
biosfeer 
ecosysteem
soort
populatie
organisme

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Bs 1 - Leerdoelen
1) Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen
2) Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven
3) Je kunt veranderingen van abiotische en biotische factoren beschrijven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Al deze factoren hebben invloed op het leven van (bijv.) een koe. 
Welke factoren zijn biotisch en welke abiotisch? 
ABIOTISCHE FACTOR
BIOTISCHE FACTOR
Zonlicht
Temperatuur
Planten
Soortgenoten
Water
Ziekteverwekkers
Wind

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een biotoop?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Er is een verband tussen de tolerantie en het verspreidingsgebied van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste verspreidingsgebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Tolerantie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tolerantie + beperkende factor
  • een soort heeft voor een abiotische factor zijn eigen kenmerkende tolerantiegebied.
  • dit tolerantiegebied bepaalt het verspreidingsgebied (= gebied waar soort voorkomt)
  • je kunt per soort en per abiotische factor een optimumkromme maken met: Minimum / optimum / maximum - waarde  
  • Beperkende factor= de abiotische factor die het verst van de optimumwaarde ligt

Slide 9 - Slide

samenvattend 


Wat is de beperkende factor bij verlichtingssterkte 3?
A
zuurstof
B
licht
C
CO2
D
temperatuur

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de beperkende factor bij verlichtingssterkte 8?
A
zuurstof
B
licht
C
CO2
D
temperatuur

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bs 2 - Leerdoelen
1) Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van coöperatie onderscheiden
2) Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Leg uit wat wordt bedoeld met concurrentie. Maak eventueel gebruik van een voorbeeld.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is symbiose?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Concurrentie
Competitie / strijd
Kan plaatsvinden tussen soortgenoten (intraspecifiek) --> verhoogd de selectiedruk 
Maar ook tussen verschillende soorten (interspecifiek)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Coöperatie (binnen de soort)

Bescherming
Verdediging
Paarvorming
Voedsel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Competitie - / -
  • Predatie - / +

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een kreeft die gebruik maakt van een leeg slakkenhuis van een wulk is een voorbeeld van commensalisme.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De koolplant scheidt een stofje uit dat sluipwespen aantrekt. Sluipwespen leggen eieren in de rupsen die de koolplant op eten.
A
Mutualisme en parasitisme
B
Mutualisme en commensalisme
C
Commensalisme en parasitisme
D
Mutualisme, commensalisme en parasitimse

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De populatiedichtheid is onderheving aan terugkoppeling.
Sleep de invloeden naar de juiste plek in het terugkoppelings-schema
afname van predatie
afname van voedselbeschikbaarheid
toename van concurrentie
toename van draagkracht van het ecosysteem

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Populatiedynamiek

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is de draagkracht van een ecosysteem?
A
Het aantal dieren in een bepaald gebied
B
De maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden
C
Alle organismen in een bepaald gebied
D
De minimale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht?
A
de dieren zijn dood
B
voedselbronnen zijn uitgeput
C
het systeem schiet door

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Optimale omstandigheden
Groei van populatie is zichtbaar te maken in grafiek.

Draagkracht van ecosysteem is belangrijk voor grootte.
- Exponentiele groei (J)
- Begrensde groei (S)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Overschrijden van draagkracht
Als de draagkracht wordt overschreden, zal de populatie een periode van sterfte doormaken

Uiteindelijk kan:
1) de populatie zich herstellen tot de oorspronkelijke draagkracht
2) Een nieuw evenwicht ontstaan bij een lagere draagkracht
3) De populatie verdwijnen uit het gebied

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Exoten
Exoten: soorten afkomstig uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem

Invasieve exoot: brengt een ernstige verstoring teweeg in het ecosysteem

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van exoten in Nederland

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Het langdurig samenleven van organismen van verschillende soorten
bij een plaag
invloeden uit de levenloze natuur
De maximale populatiegrootte in een ecosysteem
Vermogen schommelingen in abiotische factoren te verdragen
Samenlevingsvorm waarbij allebei de soorten voordeel hebben
Abiotische factor die bepaalt of een soort kan overleven in een gebied
Draagkracht
Tolerantie
Beperkende factor
Exponentiële groei
Symbiose
Mutualisme
 Abiotische factor

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions