V4 - les 7 - describir la ropa de tu fiesta

V4 la clase de español
martes, 21 de septiembre de 2021
los objetivos: conocer la forma y uso del imperfecto y escribir sobre la ropa
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

V4 la clase de español
martes, 21 de septiembre de 2021
los objetivos: conocer la forma y uso del imperfecto y escribir sobre la ropa

Slide 1 - Slide

Hoy en clase
La clase anterior
Repasar los deberes (texto, ejercicios, vocabulario y gramática)
El imperfecto
Escribir sobre la ropa
La evaluación
La preparación para la siguiente clase

Slide 2 - Slide

La clase anterior
Habla con tu compañero de clase sobre la clase anterior del martes con ayuda de las imágenes en holandés:

Slide 3 - Slide

Stuur je antwoorden van tekst 4
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Ejercicio 1:
1. es, soy
(uiterlijk)
2. es
(beroep)
3. está
(plek)
4. están
(plek)
5. estás
(tijdelijke emotie)
6. estamos
(tijdelijke emotie)
7 soy (nationaliteit)
8. son (beroep)
9. está (plek, ligging)
10. es (in betekenis van rijk ser, anders lekker estar)
Ejercicio 2
1. es (datum)
2. es (tijd)
3. es (bezit)
4. es (beroep)
5. es (dag)
6. están (tijdelijk, door hoy)
7. está (mening)
8. es (nationaliteit)
9. es (kleur, eigenschap)
10. es (feit)
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Ejercicio 3 página 9
1. Estoy ahora en Barcelona.
2. Mis padres son holandeses.
3. Mi hermano es muy ambicioso y ijverig
4. Mi novio es alto y delgado.
5. Tu novia es super sexy.
6. La paella de la señora Ballesteros está muy rica.
7. iEstás muy guapa hoy!
8. ¿Los exámenes están en la mesa?
9. Hoy está nublado.
10. Mi madre está hoy enferma.
timer
2:00

Slide 6 - Slide

Ejercicio 4 página 10
1. hay
2. están
3. están
4. hay
5. están
6. hay
7. hay
8. está
9. están
10. hay
Ejercicio 5 página 10
1. El HLZ está en el Brahmsstraat.
2. En el Brahmsstraat hay muchas tiendas.
3. Las profesoras Muñoz y De Zwart están siempre en el coffee company.
4. Aquí hay muchas vespas/motos de alumnos.
5. En el aula 0.25 hay muchos vestidos de flamenca.
timer
2:00

Slide 7 - Slide

Traduce al español:
1. het affiche, de poster
2. de bijenkomst
3. de sfeer
4. de tekening
5. het beeld
timer
1:00

Slide 8 - Open question

¿Qué es correcto?
A
he, has, ha, hamos, habéis, han
B
he has ha hemos habáis han
C
he has ha hamos habáis han
D
he has ha hemos habéis han

Slide 9 - Quiz

¿Qué verbo es irregular en el perfecto?
A
pedir
B
dormir
C
decir
D
vivir

Slide 10 - Quiz

Geef het voltooid deelwoord van de volgende werkwoorden:
1. hacer
2. ver
3. volver
4. poner
5. decir
6. abrir
timer
2:00

Slide 11 - Open question

Escribe todo lo que sabes del imperfecto (forma y uso y marcadores)

Slide 12 - Open question

¿Correcto o falso?

Slide 13 - Open question

El imperfecto regular

Slide 14 - Slide

El imperfecto irregular

Slide 15 - Slide

El uso del imperfecto
Bij het beschrijven van gewoontes/herhalingen uit het verleden.
Bij het beschrijven van mensen / dingen / situaties uit het verleden
Begin en eind niet bekend
Reden van iets dat in het verleden is gebeurd 
Het weer, de sfeer, de stemming van iemand,

Slide 16 - Slide

Los marcadores del imperfecto
antes = vroeger
muchas veces = vaak
cada día  = elke dag
todos los días = elke dag
generalmente = normaalgesproken
nunca = nooit
a veces = soms
de vez en cuando = soms
todas la semanas = elke week
normalmente = normaalgesproken
siempre = altijd
en aquellos días = in die dagen, toen
mucho = veel
de joven = toen .. jong was
porque = omdat

Slide 17 - Slide

timer
2:00
Escribe en español 5 palabras sobre la ropa

Slide 18 - Mind map

Mira este vídeo sobre una fiesta española y escribe lo que llevaban puesto las personas (en el imperfecto)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Escribe ahora 2 frases en español sobre lo que llevaban puesto las personas
timer
2:00

Slide 21 - Open question

Escribir sobre la ropa
Zoek op je telefoon en geef antwoord op deze vragen in het Nederlands zo volledig mogelijk:
  1. Wat dragen de Spanjaarden tijdens het feest?
  2. Is het typische klederdracht?
  3. Wat dragen de kinderen, iets anders?
  4. Waarom dragen ze die kleren?.
timer
4:00

Slide 22 - Slide

Escribir sobre la ropa
En schrijf nu in het Spaans in je schrift zonder je mobiel te gebruiken (reader mag): Let op je bent aan het beschrijven dus welke tijd moet je gebruiken?
  1. Wat droegen de Spanjaarden tijdens het feest? Stof/
  2. Zagen ze er mooi uit?
  3. Was het typische klederdracht?
  4. Wat droegen de kinderen, iets anders?
  5. Waarom droegen ze die kleren?
  6. Wat had jij aan? Verkleed je en maak een selfie zodat het lijkt alsof je er echt bent geweest.
timer
10:00

Slide 23 - Slide

La evaluación
Ik loop op schema met de onderwerpen van de presentatie
Ik weet helemaal niet wat ik aan het leren ben bij Spaans en waarvoor ik dat moet weten.
Ik kan goed meedoen in de les en ik ben trots op mezelf hoe ik in het Spaans kan schrijven.
De imperfecto vind ik een moeilijke tijd en ik moet dat goed leren.

Slide 24 - Poll

La preparación para el lunes
aprender vocabulario esp-hol 117 t/m 119
aprender vocabulario textos (lessonup) esp-hol
hacer textos 6 y 7 del reader pág. 23 y 24 (34 en 35 textos)
para el martes:
aprender vocabulario hol-esp 117 t/m 119
aprender hay/ser/estar (lessonup/aantekeningen)
aprender perfecto (lessonup/aantekeningen)
aprender imperfecto (lessonup/aantekeningen)

Slide 25 - Slide