This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vandaag: Hoe werken bloedgroepen?
Huiswerk controle terwijl jullie nakijken
Wat weet je nog?
Wat weten jullie al van bloedgroepen?
Interactieve uitleg met vragen en filmpjes
Slide 2 - Slide
Huiswerk nakijken
Wat: Kijk je huiswerk na: blz. 1 t/m 15 en 34 (via de ELO) Hoe: Alleen Hoe lang: 10 minuten Hulp: Vragen stellen en naslagwerk Ik loop rond om je huiswerk te controleren: Opgaven bladzijde 1 t/m 15 en 34
Slide 3 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 4 - Slide
Wat doen antistoffen?
A
Het zijn stoffen op de buitenkant van ziektekiemen
B
Ze eten ziektekiemen op.
C
Ze laten ziektekiemen aan elkaar vastkleven.
D
Niks
Slide 5 - Quiz
Welke type witte bloedcellen zorgen ervoor dat jij immuun wordt?
A
Vreetcellen
B
Geheugencellen
C
Antistofcellen
Slide 6 - Quiz
De druk die ontstaat wanneer je hart het bloed in de slagaders pompt, noem je de bovendruk
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
De bloeddruk is gedurende de dag bij de meeste mensen ongeveer gelijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Een verstopping in een bloedvat wordt wel een obstructie genoemd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Een manier om een slagaderverkaling te behandelen is met een bypassoperatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Leerdoelen
Na deze les kun je:
Uitleggen hoe de rode bloedcellen van verschillende bloedgroepen eruit zien
Uitleggen welk bloed bij welk bloed past bij een bloedtransfusie
Slide 11 - Slide
Bloedgroepen
Slide 12 - Mind map
Antigenen op de bloedcellen
Op je rode bloedcellen zitten uitsteeksels (antigenen).
Afhankelijk van welke antigenen er op je rode bloedcellen zitten heb je een bepaalde bloedgroep.
Slide 13 - Slide
Antistoffen in het bloed
Elke bloedgroep heeft de antistoffen in het bloed tegen de antigenen die er niet zijn. Dit is aangeboren.
Slide 14 - Slide
Bloedgroep A
Bloedgroep A heeft antigeen A op zijn rode bloedcellen
in zijn bloed zit antistof B
Slide 15 - Slide
Bloedgroep B
Bloedgroep B heeft antigeen B op zijn rode bloedcellen
In zijn bloed zit antistof A
Slide 16 - Slide
Bloedgroep AB
Bloedgroep AB heeft antigeen A en B op zijn rode bloedcellen
In zijn bloed zit geen antistoffen
Slide 17 - Slide
Bloedgroep 0
Bloedgroep 0 heeft geen antigenen op zijn rode bloedcellen
In zijn bloed zitten antistof A en B
Slide 18 - Slide
Bloedgroepen
Sleep naar de juiste plaats
Antistof A
Antistof B
Antistof A en antistof B
Geen antistoffen
Antigen A
Antigen B
Antigen A en antigen B
Geen antigenen
Slide 19 - Drag question
Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O
Slide 20 - Quiz
Welke bloedgroep(en) heeft/hebben geen antistoffen
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O
Slide 21 - Quiz
Klontering
Als je antistof B en bloed met bloedcellen met antigeen B samenvoegt gaat het klonteren.
Slide 22 - Slide
Bloedtransfusie
Klontering moet je vermijden bij een bloedtransfusie.
De antistoffen uit het donorbloed spelen maar een verwaarloosbare rol, het gaat vooral mis door
de antistoffen bij de ontvanger!
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Sinterklaas is van het dak gevallen en heeft een bloedtransfusie nodig. Sint heeft bloedgroep AB. Van welke donor(en) kan hij bloed ontvangen?
A
A
B
B
C
AB
D
O
Slide 26 - Quiz
Iemand heeft bloedgroep AB. Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0
Slide 27 - Quiz
Ik heb onbekend bloed en ik voeg anti-A toe. Het bloed gaat klonteren. Welke bloedgroep is het?
A
Dat weet je niet
B
B
C
AB
D
A
Slide 28 - Quiz
Opdrachten maken
Wat: Lees naslagwerk pagina 9 . Maak opdrachtenboek pagina 35