Bloedgroepen

antistoffen en antigenen
antistoffen = afweerstoffen
antigenen = eiwitten aan de buitenkant van de cellen. 
                           Je lichaam herkent lichaamsvreemde stoffen aan
                            de antigenen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

antistoffen en antigenen
antistoffen = afweerstoffen
antigenen = eiwitten aan de buitenkant van de cellen. 
                           Je lichaam herkent lichaamsvreemde stoffen aan
                            de antigenen

Slide 1 - Slide

''Antistofcellen''
Wat zijn antigenen?
  • Kleine eiwitten aan de buitenkant van de cel (uniek)
  • Lichaamseigen
  • Lichaamsvreemde --> afweer

Wat zijn antistoffen?

  • Herkennen antigenen 
  • Zijn specifiek per antigen


Slide 2 - Slide

Antistoffen
  • Antistoffen tegen antigenen

  • Specifiek tegen de ziekteverwekker

Slide 3 - Slide

Antigenen op de bloedcellen
Op je rode bloedcellen zitten ook uitsteeksels (antigenen).

Afhankelijk van welke antigenen er op je rode bloedcellen zitten heb je een bepaalde bloedgroep.



Slide 4 - Slide

Antistoffen in het bloed
Elke bloedgroep heeft de antistoffen in het bloed tegen de antigenen die er niet zijn. Dit is aangeboren.




Slide 5 - Slide

Bloedgroep A
Bloedgroep A heeft antigeen A op zijn rode bloedcellen

in zijn bloed zit antistof B

Slide 6 - Slide

Bloedgroep B
Bloedgroep B heeft antigeen B op zijn rode bloedcellen

In zijn bloed zit antistof A

Slide 7 - Slide

Bloedgroep AB
Bloedgroep AB heeft antigeen A en B op zijn rode bloedcellen

In zijn bloed zit geen antistoffen

Slide 8 - Slide

Bloedgroep 0
Bloedgroep 0 heeft geen antigenen op zijn rode bloedcellen

In zijn bloed zitten antistof A en B

Slide 9 - Slide

Bloedgroepen
Sleep naar de juiste plaats
Antistof A
Antistof B
Antistof A en antistof B
Geen antistoffen
Antigen A
Antigen B
Antigen A en antigen B
Geen antigenen

Slide 10 - Drag question

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 11 - Quiz

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben geen antistoffen
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 12 - Quiz

Klontering
Als je antistof B en bloed met bloedcellen met antigeen B samenvoegt gaat het klonteren.







Slide 13 - Slide

Bloedtransfusie
Klontering moet je vermijden bij een bloedtransfusie.

De antistoffen uit het donorbloed spelen maar een verwaarloosbare rol, het gaat vooral mis door 
de antistoffen bij de ontvanger!




Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Sinterklaas is van het dak gevallen en heeft een bloedtransfusie nodig. Sint heeft bloedgroep AB. Van welke donor(en) kan hij bloed ontvangen?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 17 - Quiz

Iemand heeft bloedgroep AB.
Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 18 - Quiz

Ik heb onbekend bloed en ik voeg anti-A toe. Het bloed gaat klonteren.
Welke bloedgroep is het?
A
Dat weet je niet
B
B
C
AB
D
A

Slide 19 - Quiz