This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Terugblik.....
Hoofdstuk 1 t/m 7
Slide 4 - Slide
Peuters spelen niet met elkaar, maar vooral naast elkaar. Dit noem je..
A
imitatiespel
B
parallelspel
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
baby > kleuter > peuter
B
peuter > kleuter > baby
C
kleuter > peuter > baby
D
baby > peuter > kleuter
Slide 6 - Quiz
In de latente fase speelt seksualiteit een grote rol
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Exploratiedrang betekent de behoefte van de peuter om de wereld te ontdekken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Zelfbeeld betekent het beeld dat anderen van jou hebben
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Leg uit wat de Theory of Mind (ToM) betekent
Slide 10 - Open question
Realistisch denken is (schoolkind)
A
De wereld zien zoals deze daadwerkelijk is
B
Onderscheid fantasie + werkelijk niet zien
Slide 11 - Quiz
Wie twijfelen meer over zichzelf en zijn vaker onzeker?
A
Jonge schoolkind
B
Oudere schoolkind
Slide 12 - Quiz
Bij wie begint de groeispurt eerder?
A
Jongens
B
Meisjes
Slide 13 - Quiz
Wat betekent 'egocentrisme'?
Slide 14 - Open question
Als ik mijn speelgoed niet zie, heb ik het niet
De radio praat tegen mij
Ik word door het doucheputje gespoeld
Animistisch denken
Concreet denken
Magisch Denken
Slide 15 - Drag question
Het zelfbeeld is het beeld dat anderen van jou hebben
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Een schoolkind kan goed taakgericht werken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Casus
''Een jongetje van 1,5 jaar kan nog niet lopen. Zijn ouders maken zich zorgen hierover en willen dat er extra tijd in wordt gestoken om hem te leren lopen. Zelf heb je de ervaring dat het van zelf goed komt en maak je je geen zorgen''
Slide 20 - Slide
Dat het jongetje uit deze casus nog niet kan lopen heeft mogelijk te maken met...
A
objectpermanentie
B
rijpingsprocessen
C
zelfbeeld
Slide 21 - Quiz
Wat zou jij doen in deze situatie?
Slide 22 - Open question
Stelling
''Als ouders hun kind te jong vinden voor een bepaald klimtoestel, moet je daar rekening mee houden, ook al zie je zelf geen bezwaar en vind je dat het kind wel gebruik kan maken van het klimtoestel.''
Slide 23 - Slide
Wat zijn redenen om met de ouders mee te gaan?
Slide 24 - Open question
Wat zijn redenen om naar je eigen inschatting te luisteren en het kind dus toch op het klimtoestel te laten spelen?
Slide 25 - Open question
Wat kan je doen om zowel de wens van de ouders als je eigen inschatting serieus te nemen?
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Wat was je favoriete prentenboek of voorleesboek? Upload een foto.
Slide 29 - Open question
Stel... je schrijft een voorleesboek voor een kleuter. Hoe zorg je ervoor dat een kleuter zich interesseert voor dit boek?
''Als een nieuw kind in de groep zich niet op zijn of haar gemak voelt in de groep, moet je die alle aandacht geven''
Slide 32 - Slide
Wat vind jij?
Slide 33 - Open question
Wat kan je doen om het nieuwe kind aandacht te geven terwijl je tegelijkertijd ook voldoende aandacht geeft aan de andere kinderen?
Slide 34 - Open question
Casus
''Samira (3,5 jaar) is bang voor spoken. Daardoor durft ze 's nachts niet alleen in haar bed te slapen.''
Slide 35 - Slide
Door welke vorm van denken ontstaat deze angst?
A
concreet denken
B
animistisch denken
C
magisch denken
Slide 36 - Quiz
Leg met behulp van de theorie op bladzijde 4 (kopje 1.2.4 angsten) uit hoe je in deze situatie kan handelen
Slide 37 - Open question
Filmpje
Let op het gedrag van deze peuter
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Hoe noem je dit gedrag?
Slide 40 - Open question
Welke tips zou je aan de vader geven om om te gaan met dit gedrag?
Slide 41 - Open question
Casus
''Pedagogisch medewerker Tanja heeft een knutselactiviteit gedaan met de peuters. Nu is het tijd om op te ruimen. Daarbij geeft ze ieder kind een eigen taak. Jasmijn (2,5 jaar) moet de snippers in de prullenbak doen. Jasmijn is het daarmee niet eens en draait zich resoluut om met de armen over elkaar gevouwen. Tanja legt uit dat alle kinderen moeten helpen, dus Jasmijn ook. Maar Jasmijn blijft volhouden dat ze niet gaat opruimen. Dan loopt ze weg van de tafel.''
Slide 42 - Slide
Hoe moet Tanja hierop reageren volgens jou? Maak gebruik van de theorie op bladzijde 7 (2.2.2. Koppigheidsfase)
Slide 43 - Open question
Wat vond je van deze les?
Slide 44 - Open question
Over welke (praktijk)situatie zou je graag een keer willen bespreken?