This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom KT1D!
Boek, schrift en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
- Huiswerk bespreken
- Vragen beantwoorden
- Uitleg
- Zelf aan de slag!
- PAUZE -
- Ik moet dit doen
- Verder werken
- Quizlet?
Slide 2 - Slide
Huiswerk bespreken
Opdracht 5 en 6 (blz. 26)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Opdracht 6 (blz. 26)
Slide 5 - Slide
LessonUp!
In mijn lessen gebruik ik regelmatig LessonUp. Het handige van deze website is dat je ook vragen kunt stellen in deze presentatie. Ik wil dit graag ook met jullie doen.
We gaan het als volgt doen:
1. Je pakt je telefoon uit de telefoontas
2. Je logt in via de LessonUp met de code
3. Je gebruikt je eigen naam
4. Je wacht totdat iedereen is ingelogd, je gaat NIET naar een ander scherm (whatsapp of insta)
Slide 6 - Slide
Sommige woorden hebben geen synoniemen, bedenk zelf een synoniem voor...: Afstandsbediening
Slide 7 - Open question
stoeptegel
Slide 8 - Mind map
prullenbak
Slide 9 - Mind map
selfie
Slide 10 - Mind map
onvoldoende
Slide 11 - Mind map
En nu
Zo krijg je twee woorden te zien. Het is de bedoeling dat je een zin maakt bij die twee woorden.
Bijvoorbeeld: emoties & mensen
Soms als er iets schokkends gebeurt, kan je de emoties van de gezichten van de mensen aflezen.
Slide 12 - Slide
Maak nu een zin waaruit de betekenis blijkt van exact met de woorden:
exact en nakijken
Slide 13 - Open question
Maak nu een zin waaruit de betekenis blijkt van dringend met de woorden:
dringend en fiets
Slide 14 - Open question
Maak nu een zin waaruit de betekenis blijkt van intelligent met de woorden:
intelligent en zus
Slide 15 - Open question
Maak nu een zin waaruit de betekenis blijkt van tekort met de woorden:
tekort en probleem
Slide 16 - Open question
Woordenschat blz. 52
Slide 17 - Slide
Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1 -2 (blz. 52 en 53)
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt hier 15 minuten de tijd voor.
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag.
Klaar? Maak opdracht 3 of ga lezen in je leesboek.
timer
15:00
Slide 18 - Slide
Pauze
Slide 19 - Slide
Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1 -2 (blz. 52 en 53)
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt hier 10 minuten de tijd voor.
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag.
Klaar? Maak opdracht 3 of ga lezen in je leesboek.
timer
10:00
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Quizlet
1. Ga naar Quizlet.live
2. Vul de code in
3. Log in met je EIGEN naam
4. Wacht totdat het spel begint.
timer
10:00
Slide 22 - Slide
Opdracht 4 en 5 (blz. 26)
Pak je schrift en schrijf mee! We maken alvast een start met opdracht 4 en 5.
Slide 23 - Slide
Woorden die synoniemen zijn
Woorden die antoniemen zijn
zwak-sterk
ziek-gezond
razend-woest
brein-hersenen
traag-langzaam
netjes-slordig
afwezig-absent
present-absent
Slide 24 - Drag question
Mindmap
1. Je gaat je mindmap verder uitbreiden.
2. Je gebruikt hiervoor de nieuwe informatie
uit het boek. Welke personen? Welke plaatsen? Wat gebeurde er?
timer
10:00
Slide 25 - Slide
Startopdracht
(blz. 46)
Slide 26 - Slide
Uitleg 5W+1H-vragen
Als je een tekst of een verslag gaat maken is het handig om je informatie alvast op een rijtje te zetten. Dit doe je eigenlijk door antwoord te geven op 6 vragen:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Hoe?
Als je de informatie hebt verzameld, kan je een tekst schrijven. Eerst vertel je het belangrijkste. Later komen waarom en hoe naar voren.
Slide 27 - Slide
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Hoe?
Alle eerste klassen van Huygens umbriëllaan + docenten.
We gingen met z'n allen op brugklaskamp. (hier kan je natuurlijk heel veel vertellen!
Het kamp was in Egmond-Binnen
15-17 september
We gingen op brugklaskamp om elkaar beter te leren kennen
We gingen op de fiets naar Egmond en met de bus naar Duinrell.
Slide 28 - Slide
Opdracht 2 (blz. 47)
Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?
timer
7:00
Slide 29 - Slide
Zelf aan de slag!
Wat? Maak de opdracht 3 (blz. 47). Vraag 6 en 7 mag je overslaan
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw. Wordt het te luid? Dan gaat het stoplicht op rood en mag je niet praten.
Tijd? Je hebt hier de rest van de les de tijd voor
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw.
Klaar? Steek je vinger omhoog, dan kom ik bij je
timer
20:00
Slide 30 - Slide
Schrijven
Bij schrijven krijg je een eindopdracht waarvoor je een cijfer krijgt dat 1x meetelt.
De eindopdracht krijg je volgende week maandag, maar vandaag gaan we alvast oefenen met de opdracht. Je gaat de opdracht namelijk niet schrijven, maar... typen!
Slide 31 - Slide
Schrijven
Je maakt de opdracht in Teams. Als het goed is, hebben jullie allemaal een account voor teams waarbij je kan inloggen.
In de opdracht staat precies wat moet je doen. Je kan in het document in Teams gelijk typen. Dit zorgt ervoor dat je geen gedoe hebt met inleveren en dat ik direct kan kijken wat je doet.
Slide 32 - Slide
Schrijven... maar dan typen
Pak allemaal een Chromebook
Gebruik de Chromebook als gast
Ga naar Teams.Microsoft.com
Ga naar het team KT1D Ne (dit staat voor Nederlands)
Klik op opdrachten
Klik dan op Nederlands oefenopdracht KT1D
Klik op de opdracht en zie de instructie
Klik op het document: KT1 oefenopdracht schrijven en maak hierin de opdracht!
Slide 33 - Slide
Toets bespreken
- Tel je punten goed na!
- Ik vertel het antwoord en het aantal punten dat je kon halen.
- Heb je een vraag over jouw antwoord?
Zet dan met potlood er een uitroepteken bij
Kom dan NA de bespreking bij me
Slide 34 - Slide
Raadgedicht
We gaan zo een gedicht lezen, in het gedicht ontbreekt een woord.
Als we het juiste woord raden, kunnen we een poëziepakket winnen! :-)
Slide 35 - Slide
Mindmap
1. Je gaat je mindmap verder uitbreiden.
2. Je gebruikt hiervoor de nieuwe informatie
uit het boek. Welke personen? Welke plaatsen? Wat gebeurde er?
timer
10:00
Slide 36 - Slide
Samen aan de slag!
opdracht 3 (blz. 51)
Slide 37 - Slide
Woordweb maken
We gaan zo een video kijken. De video gaat over 'The Blind Run'
1. Je krijgt een papiertje
2. In het midden schrijf je; 'The Blind Run'
3. Om het woord heen schrijf je, tijdens het kijken van de video, minimaal 7 woorden over The Blind Run op
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Samen maken!
Opdracht 3 (blz. 14-15)
We maken de opdracht samen. Je schrijft mee zodat het goed in jouw schrift staat!
We maken vraag 2 t/m 8
Slide 40 - Slide
Keuze A
Vind je Nederlands nog best moeilijk?
Wat?: opdracht 5 (blz. 16 en 17)
Hoe?: zachtjes overleggen
Klaar? Laat je gemaakte werk aan mij zien. Ga daarna lezen in je leesboek
Keuze B
Vind je Nederlands best makkelijk?
Wat?: opdracht 4* & 5 (blz. 16 en 17)
Hoe?: probeer het eens alleen! Vraag daarna je buurman of buurvrouw.
Klaar?: Laat je gemaakte werk aan mij zien. Ga daarna lezen in je leesboek.