H1 §1snelle check!
1 / 13
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Sleep de zin naar de juiste plaats.
Juist
Onjuist
Vanaf 1815 koos de koning de Eerste kamer.
Vanaf 1815 kozen de Provinciale Staten de Eerste Kamer.
Vanaf 1848 koos de koning de Eerste Kamer
Vanaf 1848 kozen de provinciale Staten de Eerste Kamer.
Slide 2 - Drag question
In 1848 stemde koning Willem II in met een grondwetswijziging, omdat hij bang was zijn macht te verliezen.
Door welke gebeurtenissen was Willem II hiervoor bang geworden?
Door welke gebeurtenissen was Willem II hiervoor bang geworden?
Slide 3 - Open question
Door de grondwet van 1848 werd de koning onschendbaar.
Wat betekent dat?
Wat betekent dat?
A
De koning neemt elk besluit en kan nooit een wet of een regel overtreden.
B
De ministers mogen een besluit niet met de koning overleggen.
C
De ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning zegt of doet.
D
Mensen mogen de koning niet aanraken, tegenspreken of beledigen.
Slide 4 - Quiz
Leg kort uit wat de Luxemburgse kwestie is en wat die te maken heeft met de onschendbaarheid van de koning en ministeriële verantwoordelijkheid.
Slide 5 - Open question
Aan wie beloofde Willem III uiteindelijk dat hij de grondwet zou volgen?
A
Eerste kamer en de Tweede Kamer
B
Thorbecke
C
Eerste Kamer
D
Tweede Kamer
Slide 6 - Quiz
Wie zitten er in de regering?
Slide 7 - Open question
Wat is het kabinet?
Slide 8 - Open question
Noem een ander woord voor Parlement.
Slide 9 - Open question
Hoe heet het kiesrecht dat er in 1848 werd ingevoerd?
Slide 10 - Open question
Wie mocht er stemmen bij het censuskiesrecht?
Slide 11 - Open question
Hoe heet het kiesstelsel dat in 1848 werd ingevoerd.
Slide 12 - Open question
Hoe heet het artikel dat in 1887 het censuskiesrecht verving?
