2H_Nask_3.3

Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.
A
warmte energie --> chemische energie
B
elektrische energie --> warmte energie
C
chemische energie --> warmte energie
D
warmte energie --> elektrische energie
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.
A
warmte energie --> chemische energie
B
elektrische energie --> warmte energie
C
chemische energie --> warmte energie
D
warmte energie --> elektrische energie

Slide 1 - Quiz

Een warmte-bron levert een vorm van ...?
A
Warmte - energie
B
Licht - energie
C
Elektrische - energie
D
Groene - energie

Slide 2 - Quiz

Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie

Slide 3 - Quiz

geleider of isolator:
metaal
A
geleider
B
isolator

Slide 4 - Quiz

geleider of isolator:
steen
A
geleider
B
isolator

Slide 5 - Quiz

Kunststof is een ???
A
Geleider
B
Half geleider
C
Isolator
D
Slechte Isolator

Slide 6 - Quiz

De radiator geeft warmte af door...
A
Warmtestraling
B
Warmtestroming
C
warmtestraling en warmtestroming
D
warmtestraling, warmtestroming en warmtegeleiding

Slide 7 - Quiz

Warmtegeleiding = warmtetransport door.....
A
Een isolator
B
Luchtcirculatie
C
Een tussenstof bijvoorbeeld ijzer
D
Water

Slide 8 - Quiz

Warmtegeleiding vindt het beste plaats in stoffen die verkeren in de .... fase
A
Vaste fase
B
Vloeibare fase
C
Gasvormige fase
D
Maakt niets uit

Slide 9 - Quiz

Bij warmtestroming blijven de moleculen op hun plaats
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is het verschil tussen warmtestroming en warmtegeleiding?
A
Bij geleiding blijven de moleculen op hun plaats en bij stroming verplaatsen ze
B
Bij stroming blijven de moleculen op hun plaats en bij geleiding verplaatsen ze
C
Bij geleiding is er geen tussenstof en bij stroming wel
D
bij geleiding is er geen tussenstof en bij stroming wel

Slide 11 - Quiz

Welke energiebron
staat afgebeeld?

A
Kernenergie
B
Groene energie
C
Fossiele brandstof

Slide 12 - Quiz

bij reflectie wordt de warmte afgestoten
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is waar over onvolledige verbranding?
A
Een gele vlam betekent onvolledige verbranding
B
Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
C
Een vlam met onvolledige verbranding maakt veel roet
D
Onvolledige verbranding bestaat helemaal niet

Slide 14 - Quiz

H20 en CO2 komen vrij bij...
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Volledige- en Onvolledige verbranding
D
Bij beiden niet.

Slide 15 - Quiz

De branddriehoek bestaat uit
A
brandstof en ontbrandingstemperatuur
B
zuurstof, brandstof en water
C
ontbrandingstemperatuur, water en zuurstof
D
brandstof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur

Slide 16 - Quiz

100 K = ..... graden Celcius
A
-273
B
-173
C
173
D
271

Slide 17 - Quiz

Vandaag
Nakijken opdrachten:  38 t/m 43
Lezen: paragraaf 3.3
Maken: 44 t/m 51

Leerdoel: 
- Omrekenen tussen graden en kelvin
- Het uitzetten en krimpen van vaste stoffen

Slide 18 - Slide