proeftoets H3 tm 3.3

proeftoets H 3 
temperatuur en warmte
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

proeftoets H 3 
temperatuur en warmte

Slide 1 - Slide

welke stof is de beste warmtegeleider?
A
hout
B
plastic
C
metaal
D
steen

Slide 2 - Quiz

warmtegeleiding is het doorgeven van warmte tussen
A
vaste stoffen
B
vloeistoffen
C
gassen
D
een vaste stof naar een andere stof

Slide 3 - Quiz

Wat is het verschil tussen warmtestroming en warmtegeleiding?
A
Bij geleiding blijven de moleculen op hun plaats en bij stroming verplaatsen ze
B
Bij stroming blijven de moleculen op hun plaats en bij geleiding verplaatsen ze
C
Bij geleiding is er geen tussenstof en bij stroming wel
D
bij geleiding is er geen tussenstof en bij stroming wel

Slide 4 - Quiz

een isolator zorgt er voor dat de warmte niet wordt doorgegeven
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

van een vuur komt straling af en de lucht gaat stromen. welke richting gaat de straling op en welke richting gaat de stroming?
A
straling omhoog, stroming alle kanten
B
straling alle kanten, stroming omhoog
C
straling omlaag, stroming omhoog
D
straling alle kanten, stroming omlaag

Slide 6 - Quiz

wat heb je nodig om iets te verbranden?
A
brandstof en koolstofdioxide
B
zuurstof en koolstofdioxide
C
brandstof en koolstofmonoxide
D
brandstof en zuurstof

Slide 7 - Quiz

bij een onvolledige verbranding ontstaan gevaarlijke stoffen.
welke zijn dat?
A
koolstofmonoxide en waterdamp
B
koolstofdioxide en roet
C
koolstofmonoxide en roet
D
koolstofdioxide en waterdamp

Slide 8 - Quiz

wat zijn de onderdelen van de branddriehoek?

Slide 9 - Open question

als je meer zuurstof bij het vuur toevoegt, wordt de temperatuur van het vuur .......
A
lager
B
hoger
C
blijft gelijk

Slide 10 - Quiz

reken om:
25000 J = ......... MJ

Slide 11 - Open question

reken om:
35 MJ : ............ J

Slide 12 - Open question

kookpunt van water
smeltpunt van water
absolute nulpunt in 0C
-273 0C
100 0C
0 0C

Slide 13 - Drag question

wat is de temperatuur?
A
38,3 C
B
38,8 C
C
38,6 C

Slide 14 - Quiz

reken om:
100 K = ........ graden Celsius

Slide 15 - Open question

reken om:
25 graden Celsius = ......... K

Slide 16 - Open question