BSR 22/1 1bka Spelling leestekens

Open je boek alvast op blz  216 (basis)
of blz. 226 (kader).
Log alvast in op LessonUp.
Maak de startopdracht  -> 
§2 Leestekens
Voordat we beginnen:
WELKOM
timer
5:00
SPELLING
Schrijf drie korte zinnen.
Zin 1 moet eindigen op een punt.
Zin 2 moet eindigen op een vraagteken.
Zin 3 moet eindigen op een uitroepteken!

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Open je boek alvast op blz  216 (basis)
of blz. 226 (kader).
Log alvast in op LessonUp.
Maak de startopdracht  -> 
§2 Leestekens
Voordat we beginnen:
WELKOM
timer
5:00
SPELLING
Schrijf drie korte zinnen.
Zin 1 moet eindigen op een punt.
Zin 2 moet eindigen op een vraagteken.
Zin 3 moet eindigen op een uitroepteken!

Slide 1 - Slide

  • Je kunt hoofdletters in zinnen op de juiste manier gebruiken.
  • Je kunt punten, uitroeptekens en vraagtekens correct gebruiken.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

1. Startopdracht bespreken.
2. Paragraaf 1 herhalen.
3. Uitleg paragraaf 2.
4. Digitaal oefenen.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoofdletters
  • Waarom gebruiken we eigenlijk hoofdletters?
  • In welke situaties gebruiken we  hoofdletters?

Slide 5 - Slide

Hoofdletters
  • Aan het begin van elke zin:
    In het najaar kleuren bladeren de straat oranje en geel.
  • Bij namen van mensen, dieren of dingen. Emiel, Bijlsmastraat, Leeuwarden, Mercedes. 
  • Bij woorden die van namen zijn afgeleid
Je schrijft hoofdletters:

Slide 6 - Slide

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter. 
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Het maakt het lezen van een tekst makkelijker en je kunt het beter begrijpen. 

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 7 - Slide

Hoofdletter bij woorden die van namen zijn afgeleid
Bij woorden die van namen (van landen) zijn afgeleid  gebruik je een hoofdletter.
  • Amerikaanse president
  • Engelse drop
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 8 - Slide

Binnen de school
  • Schrijf zo veel mogelijk woorden in je schrift die officieel met een hoofdletter beginnen.
  • De woorden moeten in deze school aanwezig zijn. 
  • Denk aan mensen, dieren en dingen (vakken, objecten, namen).
Hoofdletters
timer
2:00

Slide 9 - Slide

Welk woord hoor je met een hoofdletter te schrijven?

helaas is de intertoys vorig jaar failliet gegaan.
A
helaas
B
intertoys
C
jaar
D
failliet

Slide 10 - Quiz

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en leestekens.

het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten

Slide 11 - Open question

Leestekens (. ! ?)
Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.

Slide 12 - Slide

Leestekens
Een zin eindigt met een leesteken:

  • Punt (gewone zin): De deelnemers presenteren hun act.
  • Vraagteken (vraagzin): Zijn ze erg zenuwachtig?
  • Uitroepteken (uitroep): Doe je best!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Aan het werk
Wat?
Cursus 7 Spelling paragraaf 2.
BasisMaak opdracht 1 t/m 4.
Kader: Maak opdracht 1 t/m 6.
In je online boek.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in stilte.
Hulp
De 4 B's.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk verder aan paragraaf 3 
(Laatste letter -d of -t).
timer
10:00

Slide 15 - Slide

  • Je kunt hoofdletters in zinnen op de juiste manier gebruiken.
  • Je kunt punten, uitroeptekens en vraagtekens correct gebruiken.
Lesdoelen

Slide 16 - Slide

''duitser raakt alles kwijt op festival, maar komt alsnog thuis.''

Welk woord krijgt een hoofdletter?


A
duitser
B
festival
C
alles
D
kwijt

Slide 17 - Quiz