Herhaling - voorbereiding PW H3 - G1A 2024

Waarnemen H3 - G1A
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waarnemen H3 - G1A

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- 'Het Biologische momentje' van de dag
- Practica (2 stuks) + nabespreken
- Checken H3 via vragen over de stof voor het PW.
- Leerdoelen paragraaf 3.5 
- Uitleg paragraaf 3.5 Hersenen
- Check Huiswerk (alles af?)




Slide 2 - Slide

Het 'Biologische momentje' van de dag...
Fotografisch geheugen, echt of nep?

Het  vermogen om beelden, geluiden en dergelijke exact op te slaan in het menselijk geheugen. 

Hoewel het bestaan van fotografisch geheugen ter discussie staat, lijken mensen in staat te zijn informatie nagenoeg perfect te kunnen reproduceren, ook na meerdere maanden of jaren. 

Tot op heden weinig (objectieve) geverifieerde studies naar gedaan. Sommige wetenschappers vinden het een mythe omdat je het vermogen kan ontwikkelen om bepaalde complexe informatie te organiseren, te structureren en te onthouden, in plaats van dat beschikken over een aangeboren fotografisch geheugen. Een voorbeeld hiervan is het 'geheugenpaleis' of 'loci'. 

Sommige wetenschappers denken dat het alleen voorkomt bij kinderen en dat dit verdwijnt als ze ouder worden omdat ze het geheugen niet voldoende stimuleren op die manier. 


Slide 3 - Slide

Practica
- werken in duo in L122

- opdracht kou/hitte
- opdracht spiegel tekenen

- nabespreken

Slide 4 - Slide

Doornemen stof PW 18 april
Neem paragraaf 3.1 t/m 3.5 even door
(5 minuten)

Iemand nog vragen over de stof? 

Slide 5 - Slide

Paragraaf 3.1 gaat over zintuigen, prikkels, impulsen, zenuwstelsel etc.
- Kijk mee met paragraaf 3.1 .
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

Slide 6 - Open question

Paragraaf 3.2 gaat over je oog (onderdelen), netvlies, kegeltjes en staafjes, werking van je lens etc.
- Kijk mee met paragraaf 3.2.
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

Slide 7 - Open question

Paragraaf 3.3 gaat over je oor (onderdelen) gehoorgrenzen, Herz en Decibel, buis van Eustachius en je evenwichtsorgaan.
- Kijk mee met paragraaf 3.3.
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

Slide 8 - Open question

Paragraaf 3.4 gaat over ruiken en proeven, onderdelen van je neus en je tong, smaakpapillen en eetbeleving.
- Kijk mee met paragraaf 3.4 .
- Heb je hier nog een vraag over? Zo niet, type dan 'n.v.t of 'X'.

Slide 9 - Open question

Paragraaf 3.5
Hersenen

5 voorkennis vragen!

Slide 10 - Slide

1. In welk deel van de hersenen vindt bewustwording plaats?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenschors
D
Hersenstam

Slide 11 - Quiz

2. De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam

Slide 12 - Quiz

3. Welke hersenen coördineren alle bewegingen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Hypofyse

Slide 13 - Quiz

4. Welke route van signaalverwerking hieronder klopt?
A
zintuig, zenuw, ruggenmerg, hersenstam, grote hersenen
B
spier, ruggenmerg, kleine hersenen, grote hersenen
C
grote hersenen, ruggenmerg, kleine hersenen, zenuwen, zintuig
D
grote hersenen, kleine hersenen, ruggenmerg, zenuwen, spier

Slide 14 - Quiz

5. Slapen is goed voor je geheugen. Tijdens je slaap worden nieuwe verbindingen tussen zenuwcellen aangelegd.
In welk deel van de hersenen worden deze nieuwe verbindingen tussen zenuwcellen aangelegd?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Hypofyse

Slide 15 - Quiz

Je brein onder de loep!
paragraaf 3.5 - start uitleg

Slide 16 - Slide

Leerdoelen 3.5
Na deze les kun je...:
  • De hersenstam benoemen op een afbeelding en de functie van de hersenstam uitleggen.
  • De kleine hersenen benoemen op een afbeelding en de functie van de kleine
      hersenen uitleggen.
  • Het begrip 'automatiseren' uitleggen.
  • De grote hersenen benoemen op een afbeelding en de functie van de grote
      hersenen uitleggen.
  • Uitleggen wat 'hersencentra' zijn.
  • Het verschil benoemen tussen je korte termijn en je lange termijn geheugen.
  • Uitleggen wat een 'geheugenspoor' is.

Slide 17 - Slide

Hersenstam:
  • Bijnaam: reptielenbrein.

  • Besturing (onbewust) vitale levensfuncties.
     (Bv. hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur)

  • Geleidt impulsen van ruggenmerg naar 
     grote- en kleine hersenen en omgekeerd. 

  • LR Bron 2 blz. 86!

Slide 18 - Slide

Hersenen klein:
  • Kleine hersenen: afstemming vele
      bewegingen en evenwicht.

  • Coördineren impulsen naar spieren voor 
      gecontroleerde  bewegingen lichaam.

  • Fijne motoriek (te oefenen).

  • Automatiseren: sommige bewegingen verleer je niet meer (schaatsen, fietsen, schrijven etc.)

Slide 19 - Slide

Hersenen groot:
  • Hersenen:
      - buitenste gedeelte = schors (sterk geplooid). Grijs gebied.
      - binnenste gedeelte = merg. Wit gebied

  • Hersenschors bevat hersencentra. LR bron 3 blz. 87
     Gebieden waar impulsen uit specifieke zintuigen worden verwerkt - reactie - terugsturen
     impuls. 

  • Hersenactiviteit - actiever naarmate je brein zelf harder moet werken. 
Meetbaar met EEG (elektroden op je hoofd - lijndiagram) of met MRI (contrastvloeistof - foto's)

Slide 20 - Slide

Geheugen:
  • Geheugen: stukjes informatie opgeslagen in de grote hersenen.
  • 2 soorten geheugen: zie ook volgende dia
     - korte termijn: korte info, max. 30 min. 
     - lange termijn: belangrijke info (door herhaling). 

  • Leren - extra (nieuwe) verbindingen aanmaken in je hersenen. Hoe meer verbindingen hoe beter de controle over spieren. Info niet meer nodig? Use it, or lose it. 

  • Automatiseren = vaak dezelfde verbindingen gebruiken.

Slide 21 - Slide

Onthouden en herinneren:
2 soorten geheugen:
1. korte termijngeheugen: max. 30 min.
(minder belangrijke info)
Door herhaling plaatsing in...

2. lange termijngeheugen: (over het algemeen belangrijke info). 
- Zenuwcellen verbonden tot vaste route = geheugenspoor.
- Geheugenspoor kun je activeren = herinneren.
Hoe vaker gebruikt, hoe gemakkelijker de
   herinnering.

STAMPWERK (WOORDJES) = HERHALING + OEFENING = INSLIJTEN GEHEUGENSPOOR

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Hoe nu verder?
- Check Huiswerk (alles af?) anders afmaken.

- Opdrachten 'paragraaf 3.5 maken'. 



Slide 24 - Slide