2KT 4e naamval

4e naamval
persoonlijk en vragend vnw
voorzetsels
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

4e naamval
persoonlijk en vragend vnw
voorzetsels

Slide 1 - Slide

Lesdoel Grammatik les 1
Aan het eind van de les kun je het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de 4e naamval toepassen.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

für mich
für dich
für ihn
für sie (ev)
für uns
für euch
für sie (mv)
für Sie
voor u
voor jullie
voor haar
voor hen
voor ons
voor mij
voor hem
voor jou

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Aan het werk:
Extra werkblad Wiederholung 9
laatste 8 minuten kijken we dit samen na
Online:
E Grammatik t/m opdracht 21
Slim stampen E AB kies




Slide 6 - Slide

Werkblad klaar? E Gramm. online t/m opdr 21

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 11 - Quiz

Lesdoel Grammatik les 2
Aan het eind van de les ken je de voorzetsels van de 4e naamval en kun je het hulpblad naamvallen gebruiken. 


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Lees de tekst:

Slide 14 - Slide

durch
für
gegen
ohne
um
bis
door
tegen
tot
voor
zonder
om

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 17 - Quiz

Hulpblad

Slide 18 - Slide

Hulpblad gebruiken
Vertaal de onderstreepte woorden:
Ist das Bett für ihn?
Das beste Zimmer ist voor u.
Zonder jou ist es langweilig.

Slide 19 - Slide

Hulpblad gebruiken
Vertaal de onderstreepte woorden:
Ist das Bett für ihn? voor hem
Das beste Zimmer ist voor u
Zonder jou ist es langweilig. 

Slide 20 - Slide

Hulpblad gebruiken
Vertaal de onderstreepte woorden:
Ist das Bett für ihn? voor hem
Das beste Zimmer ist voor u. für Sie
Zonder jou ist es langweilig.

Slide 21 - Slide

Hulpblad gebruiken
Vertaal de onderstreepte woorden:
Ist das Bett für ihn? voor hem
Das beste Zimmer ist voor u. für Sie
Zonder jou ist es langweilig. ohne dich

Slide 22 - Slide

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 23 - Quiz

Aan het werk:
Werkblad maken en inleveren
morgen kijken we dit samen na
Online:
verder werken met slim stampen (of ander vak)
PW > dinsdag 31 mei



Slide 24 - Slide

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 25 - Quiz