Herhalingsles H1 t/m H5 (deel 2)

Het koppelen van de kenmerkende aspecten: 
Bij welk kenmerkend aspect passen de volgende voorbeelden? 
  1. Landbouw ontstond rond 10.000 v. Christus in het Midden-Oosten, daarna in Egypte. 
  2. Stedelijke gemeenschappen ontstonden in de halve maan, rond 3.500 v. Christus. 
  3. Op 23 september 1122 werd er in de stad Worms een verdrag gesloten tussen de opvolger van de paus Gregorius VII, paus Calixtus II en de Duitse keizer Hendrik V. 
  4. Paus Urbanus II roept het gewone volk op om op kruistocht te gaan naar het beloofde land. 
  5. De Franse koningen centraliseren hun macht rond het Île de Paris. 
  6. Het tapijt van Bayeux is een eerbetoon van leenman (vazal) Ode aan zijn leenheer Willem. 

1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Het koppelen van de kenmerkende aspecten: 
Bij welk kenmerkend aspect passen de volgende voorbeelden? 
  1. Landbouw ontstond rond 10.000 v. Christus in het Midden-Oosten, daarna in Egypte. 
  2. Stedelijke gemeenschappen ontstonden in de halve maan, rond 3.500 v. Christus. 
  3. Op 23 september 1122 werd er in de stad Worms een verdrag gesloten tussen de opvolger van de paus Gregorius VII, paus Calixtus II en de Duitse keizer Hendrik V. 
  4. Paus Urbanus II roept het gewone volk op om op kruistocht te gaan naar het beloofde land. 
  5. De Franse koningen centraliseren hun macht rond het Île de Paris. 
  6. Het tapijt van Bayeux is een eerbetoon van leenman (vazal) Ode aan zijn leenheer Willem. 

Slide 1 - Slide

Antwoorden
1. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 
2. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. 
3. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. 
4. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten. 
5. Het begin van staatsvorming en centralisatie. 
6. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. 

Slide 2 - Slide

Zet de kenmerkende aspecten op een juiste volgorde. Van vroeger naar later.
  1. Landbouw ontstond rond 10.000 v. Christus in het Midden-Oosten, daarna in Egypte. 
  2. Stedelijke gemeenschappen ontstonden in de halve maan, rond 3.500 v. Christus. 
  3. Op 23 september 1122 werd er in de stad Worms een verdrag gesloten tussen de opvolger van de paus Gregorius VII, paus Calixtus II en de Duitse keizer Hendrik V. 
  4. Paus Urbanus II roept het gewone volk op om op kruistocht te gaan naar het beloofde land. 
  5. De Franse koningen centraliseren hun macht rond het Île de Paris. 
  6. Het tapijt van Bayeux is een eerbetoon van leenman (vazal) Ode aan zijn leenheer Willem. 

Slide 3 - Slide

Antwoorden
1 - 2 - 6 - 3 - 4 - 5

Slide 4 - Slide

H5 Ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Rond het jaar 1500 is er in Europa sprake van een nieuwe tijd. Nieuwe staten hebben nieuwe koningshuizen die hun landen centraal besturen. De eenheid binnen het christendom komt tot een einde met de komst van hervormers en nieuwe stromingen binnen de kerk. De invloed van Europa op de rest van de wereld neemt toe (door o.a. de Europese expansie). De Renaissance zorgt voor een grote ontwikkeling binnen de beeldende kunst en literatuur in West-Europa. 

Slide 5 - Slide

KA18: Het begin van de Europese overzeese expansie.
Portugal is één van de eerste Europese landen die zich gaat bezighouden met de Europese expansie. Portugal sticht winstgevende plantages langs de kust van Afrika waar de oorspronkelijke bevolking als slaven te werd worden gesteld. 

Oorzaken: 
1. De handel met Indië is in handen van Arabische tussenhandelaren. 
2. Portugezen zien kansen om zelf een route naar Indië te vinden. 
3. De route naar Indië over land is kwetsbaar door de kruistochten én de strijd tussen christenen en moslims.

Voorbeelden: Suikerplantages op de Canarische eilanden, Amerigo Vespucci en Columbus.

Slide 6 - Slide

KA19: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
In de middeleeuwen
- Het dagelijks leven staat in het teken van de christelijke kerk 
- Het leven op aarde staat in het teken van het leven na de dood (memento mori). 
De opkomst van rijke steden, handel en culturele uitwisseling (beginnend in Italië) vanaf de 14e eeuw leidt tot het besef dat een individu een eigen rol kan spelen in de samenleving. 
In de Renaissance: 
- Wedergeboorte van de Grieks-Romeinse filosofie. 
- Het individu neemt een belangrijke plaats in. 
- De houding wordt onderzoekend. 
- Oog voor het aardse leven (carpe diem).
Voorbeelden: Uitvinding boekdrukkunst. 

Slide 7 - Slide

Tussen de nieuwe wetenschappelijke belangstelling en de Europese
expansie in de zestiende eeuw bestond een verband.
4p 8 Licht dit verband toe, door uit te leggen:
- waardoor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling de Europese expansie bevorderde en
- waardoor de Europese expansie de wetenschappelijke belangstelling
bevorderde. 
maximumscore 4
Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen:
  • Een juiste uitleg waardoor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling de Europese expansie bevorderde, bijvoorbeeld de nieuwe wetenschappelijke belangstelling leidde tot (her)ontdekkingen op het gebied van scheepvaart/navigatie waardoor het mogelijk werd overzeese reizen te ondernemen 2
  • Een juiste uitleg waardoor de Europese expansie de wetenschappelijke belangstelling bevorderde, bijvoorbeeld door de ontdekkingsreizen bleek dat de bestaande astronomische kennis niet voldeed voor reizen naar het andere halfrond, waardoor nieuw astronomisch onderzoek nodig was 2

Slide 8 - Slide

KA20: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid.
In noord-Italië komt er een hernieuwde belangstelling voor de culturele prestaties van de Oudheid. Dit komt omdat de mensen daar letterlijk omringd zijn door de overblijfselen ervan. Kunstenaars en schrijvers bestuderen de klassieke vormentaal (humanisme) en vinden inspiratie voor een nieuwe kunststroming: de Renaissance (wedergeboorte). 

Voorbeeld: 
- Erasmus (bestudeerde de oorspronkelijke Bijbelteksten). 

Slide 9 - Slide

Bron 4: Tussen 1482 en 1485 maakt de Italiaanse schilder Ghirlandaio dit schilderij, 
De aanbidding van de herders:
Toelichting: De afbeelding toont de pasgeboren Jezus in de stal. De knielende man rechts, die wijst naar het pasgeboren kind, is de schilder Ghirlandaio zelf. 

Slide 10 - Slide

Gebruik bron 4.
Met dit schilderij van Ghirlandaio kun je de heroriëntatie op de klassieke
oudheid en het veranderde mensbeeld van de Renaissance illustreren.
2p 6 Toon dit aan door:
- een element uit het schilderij te noemen dat aansluit bij de
heroriëntatie op de klassieke oudheid en
- een element uit het schilderij te noemen dat aansluit bij het
veranderende mensbeeld van de Renaissance. 
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
  • Ghirlandaio schildert vormen uit de klassieke oudheid zoals bijvoorbeeld de zuilen/de triomfboog, wat past bij 'de heroriëntatie op het erfgoed (de vormentaal) van de klassieke oudheid' 1
  • Ghirlandaio geeft zichzelf een belangrijke plaats in het schilderij / beeldt de personen op het schilderij af als (herkenbare) individuen, wat past bij het nieuwe mensbeeld van de Renaissance (waar de kunstenaar niet langer anoniem is / waar individualiteit wordt nagestreefd) 1

Slide 11 - Slide

KA21: De protestanse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg heeft. 
Maarten Luther komt met zijn 95 stellingen tegen de kerk in opspraak. Volgens hem is alleen de Bijbel richtinggevend in het geloof. Dit leidt tot spanningen en een strijd. Het gevolg is een splitsing van de kerk in een rooms-katholieke en een protestantse richting. In de Nederlanden krijgt Johannes Calvijn meer aanhangers dan Luther. Dit komt omdat Calvijn vindt dat lagere overheden zich mogen verzetten tegen een hogere overheid, als de vorst of koning de geboden van God niet goed navolgt. 

Voorbeelden: 
- Rijksdag van Worms (Luther moet zijn uitspraken herroepen voor Karel V, maar dit doet hij niet). 
- Edict van Nantes (einde aan de bloedige burgeroorlogen in Frankrijk) 

Slide 12 - Slide

KA22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteert in de stichting van een Nederlandse staat. 
Oorzaken: 
1. De centralisatiepolitiek van Karel V en Filips II waardoor privileges van de edelen en steden worden bedreigd. 
2. De afkeer onder Nederlandse protestanten én katholieken tegen de intensievere kettervervolging in de Nederlandse gewesten. 

In 1581 wordt het Plakkaat van Verlatinge opgesteld en wordt de vorst niet meer erkend. 
In 1588 besluiten de Staten-Generaal dat het gebied van de Nederlanden ook zonder vorst kan worden bestuurd: de Verenigde Republiek der Zeven Provinciën. 

Zie het boek voor de andere gebeurtenissen in de Nederlandse Opstand. 

Slide 13 - Slide

Vragen?
Volgende les gaan we oefenen met het maken van een toets in rtti. Bereid je alvast voor op deze toets.

Slide 14 - Slide