HEJ Klas 2BK - Thema C: Kunst paragraaf 1 en 2

Thema C: Kunst
Introductie
Ga volgens de plattegrond zitten
Pak je lesboek
Log in op LessonUp
1 / 53
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema C: Kunst
Introductie
Ga volgens de plattegrond zitten
Pak je lesboek
Log in op LessonUp

Slide 1 - Slide

Vandaag
1.  Herhaling - Verwachtingen
2. Lesdoelen
3. Startopdracht - Wat is kunst?
4. Uitleg - Aantekeningen maken
5. Opdrachten maken
6. Opdrachten bespreken
7. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat is kunst?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Vind jij die banaan
met ducttape kunst?

Slide 8 - Mind map

Voor hoeveel euro is 'De banaan met ducttape' verkocht?
A
Is niet verkocht
B
35 euro
C
35.000 euro
D
135.000 euro

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Link

Opdracht maken
Basis --> Maak opdracht 1 op blz. 150-151
Kader --> Maak opdracht 1 op blz. 154-155. 

Maak de opdracht alleen en in stilte. 

Je krijgt hiervoor 4 minuten.
timer
4:00

Slide 11 - Slide

Uitleg - Aantekeningen maken
Als je informatie uit een tekst moet onthouden, is het verstandig om aantekeningen te maken. Je schrijft dan de hoofdzaken (belangrijkste informatie) op.

Zo maak je aantekeningen:
1.  Noteer het onderwerp. Vaak wordt dat in de inleiding genoemd.
2. Markeer de kernzinnen. Vaak is de kernzin de eerste of laatste zin van een alinea.
3. Noteer de hoofdzaken in steekwoorden. Denk aan namen, jaartallen, plaatsen.
4. Gebruik pijlen, streepjes en nummers om het verband tussen de stukken tekst te laten zien.

Slide 12 - Slide

Het onderwerp van de tekst
- Het is waar de tekst over gaat.
- Het onderwerp moet je kunnen omschrijven in één of slechts       een paar woorden. 
- Als er naar het onderwerp wordt gevraagd moet je nooit                antwoord geven in de vorm van een zin.

Slide 13 - Slide

Wat is het onderwerp?

Slide 14 - Slide

Wat is het onderwerp
van de vorige tekst?

Slide 15 - Mind map

Kernzinnen
- De kernzin bevat de belangrijkste informatie, de kern van wat
   je wilt zeggen in die alinea.
- De kernzin is vaak de eerste of laatste zin van de alinea.

Slide 16 - Slide

Wat is de kernzin?

Slide 17 - Slide

Noteer de kernzin van de vorige alinea

Slide 18 - Open question

Hoofd- & bijzaken
Hoofdzaken:
De belangrijkste informatie.
Bijvoorbeeld feiten, jaartallen of eigenschappen van het onderwerp. 
Meestal aan het begin of aan het eind van een tekst. 

Bijzaken: 
Minder belangrijk, zoals voorbeelden en extra uitleg. 
Maakt de tekst leuker of beter te begrijpen. 

Slide 19 - Slide

Noteer een hoofdzaak

Slide 20 - Slide

Noteer een hoofdzaak
uit de vorige alinea

Slide 21 - Mind map

Noteer een bijzaak

Slide 22 - Slide

Noteer een bijzaak
uit de vorige alinea

Slide 23 - Mind map

Opdrachten maken
WAT?
Basis: opdracht 1 & 2 (blz. 152-153)
Kader: opdracht 1 (blz. 156)
HOE?
Alleen en in stilte.
HULP?
Steek je vinger op, de docent komt bij je.
TIJD?
10 minuten
KLAAR?
Alvast verder met opdracht 2 (blz. 157)
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Opdracht 1 (blz. 152)
Bespreken
Klas 2B

Slide 25 - Slide

1. Wat is het onderwerp van tekst 1?

Slide 26 - Open question

2. Welke zin is de kernzin?
De eerste zin
De laatste zin

Slide 27 - Poll

3. Wat zijn de twee hoofzaken van alinea 2?

Slide 28 - Open question

4. Welke steekwoorden passen het beste bij alinea 5? Noteer er drie

Slide 29 - Mind map

Opdracht 2 (blz. 153)
Bespreken
Klas 2B

Slide 30 - Slide

1. Wat is het onderwerp van tekst 2?
A
Banksy
B
graffiti spuiten
C
kunstwerk van Banksy in Bristol

Slide 31 - Quiz

2. Wie of wat is Banksy? Noteer de zinnen die jij hebt gemarkeerd.

Slide 32 - Open question

Fragment
Lees vraag 4,5 & 6 van opdracht 2
Beantwoord de vragen nadat je het fragment gezien hebt.

Slide 33 - Slide

3. Waarom is Kelly Woodruff superenthousiast?

Slide 34 - Open question

Opdracht 1 (blz. 156)
Bespreken
Klas 2K

Slide 35 - Slide

Wat is het onderwerp van tekst 1?

Slide 36 - Open question

Noteer de betekenis van het woord 'taxeren'

Slide 37 - Open question

Noteer de betekenis van het woord 'toegepaste kunst'

Slide 38 - Open question

Noteer de betekenis van het woord 'origineel'

Slide 39 - Open question

Noteer de betekenis van het woord 'authentiek'

Slide 40 - Open question

Noteer de betekenis van het woord 'authentiek'

Slide 41 - Open question

Noteer de hoofdzaken van alinea 2

Slide 42 - Open question

Noteer de hoofdzaken van alinea 3

Slide 43 - Open question

Wanneer kan kitsch toch veel geld waard zijn?

Slide 44 - Open question

Waarom is een schilderij van Rembrandt duurder dan een schilderij dat jij hebt gemaakt?

Slide 45 - Open question

Noteer wat het verschil is tussen kunst en kitsch

Slide 46 - Open question

Noteer de kernzin in alinea 4 die de hele tekst samenvat

Slide 47 - Open question

Opdracht 2 (blz. 157)
Bespreken
Klas 2K

Slide 48 - Slide

Leg in eigen woorden uit wat een NFT is.

Slide 49 - Open question

Leg uit waarom NFT's met cryptomunten worden betaald.

Slide 50 - Open question

Waarom kan een NFT zoveel waard zijn?

Slide 51 - Open question

Vul in: Kunstenaar maakt een ... --> Kunstenaar plaatst het in een ... --> NFT wordt verkocht --> Kunstenaar krijgt het bedrag in een ... --> Koper krijgt een ... in een wallet.

Slide 52 - Open question

Opdrachten maken
WAT?
Basis: opdracht 3 & 4(blz. 154-155)
Kader: opdracht 3 & 4 (blz. 158-159)
HOE?
Alleen en in stilte.
HULP?
Steek je vinger op, de docent komt bij je.
TIJD?
10 minuten
KLAAR?
Leesboek uitkiezen via de website van de mediatheek.
timer
10:00

Slide 53 - Slide