Strux 1 Omgaan met klanten: H1 Klanten

1 / 47
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

M&M
Blauw: Wat is je lievelingsgerecht?​​
Geel: waar word je blij van?​​
Groen: Wat is je toekomstdroom? ​​
Rood: Waar heb jij een hekel aan? ​​
Oranje: Wat doe jij niet meer wat je als klein kind wel deed? ​​
Bruin: wat is je droomvakantie bestemming?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma 11 september 
Welkom 
Kennismaken 
Regels Entree 
Theorie "Omgaan met klanten"
Praktijkopdracht " Omgaan met klanten "
Theorie klachten
Poster doelgroepen 
Afsluiten/evaluatie 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Je bent duidelijk en beleefd in het contact met klanten.
- Je weet wie je klant is.
-Je werkt servicegericht.
- Je gaat op de juiste manier met mensen om.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn klanten?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Leftovers
Je doet de koelkast/voorraadkast open en je ziet de volgende producten liggen, wat ga je maken? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

KLANT
  • Als jij ergens werkt heb jij contact met mensen.
  • Deze mensen worden dan jouw klant.
  • Ze willen door jou geholpen worden.
  • cliënt - klant - gast - bezoeker - zorgvrager 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vertel van je werk of stage wie jouw klant is.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

een bewoner van een zorginstelling is een ...........................
A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

iemand die naar de kapper gaat
is een ................................
A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

een meneer die gaat eten
in het restaurant is een ..................
A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Jij gaat naar de open dag van het ROC, jij bent een ...............................

A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

interne klanten:

jouw collega's,
zij werken in het bedrijf

externe klanten:

mensen die niet in het bedrijf werken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn Interne klanten
A
Mensen die binnen zijn en hulp nodig hebben.
B
Mensen van een soort gelijk bedrijf.
C
Collega's met wie je samenwerkt en die je helpt.
D
Mensen die je niet kent

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn externe klanten?
A
Mensen van buiten de organisatie waar je werkt.
B
Mensen van binnen de organisatie die je niet kent.
C
Mensen die buiten zijn en hulp nodig hebben.
D
Mensen die je zelf benaderd om te helpen.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Je werkt achter de balie. Er komt een collega naar je toe. Ze vraagt of de postbode al is geweest. Wie is je klant?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Je bent het koffie apparaat aan het schoonmaken. Iemand wil net een kopje pakken, wat zeg je?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Omgaan met klanten

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Servicegericht handelen

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

servicegericht handelen: 
  • je bent vriendelijk 
  • je bent beleefd   ("u" zeggen)
  • je kijkt de klant aan (oogcontact, observeren)
  • je luistert goed naar de klant
  • je geeft niet jouw eigen mening 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Je kunt een product leveren of een dienst. Geef van beide een voorbeeld.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Je kunt iemand op 2 manieren helpen:
  • Je geeft een product (bijvoorbeeld:  kleding of eten)


  • Je verleent een dienst   (je helpt iemand bijvoorbeeld met auto wassen, je helpt een oude mevrouw met aankleden )

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Je maakt het kantoor schoon.
A
een product
B
een dienst

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Je geeft iemand een bos bloemen.
A
een product
B
een dienst

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Praktijkopdracht Omgaan met klanten 
Opdr. 4 Blz. 6
3 situaties
3 rollen: klant - dienstverlener - observator 
Terugkijken en laten aftekenen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Je gaat nu aan het werk:
  • Opdracht 4 hebben we nu gedaan. 
  • Werken t/m opdr. 8

  • Maak opdracht: 1, 2, 3, 5, 6,  8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 18, 19, 21
  • Deze opdrachten mag je overslaan: 4, 7, 16, 17, 20                           (die doen we samen in de klas)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Programma 27 sept 
Herhalen vorige les 
Theorie omgaan met klachten 
Nakijken/bespreken 
praktijkopdracht: omgaan met klanten 30 min de tijd voor 
praktijkopdracht: doelgroepen poster 
Tijd over: voedselverspilling 
Afsluiten les 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Omgaan met klanten

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

Wat doe je als een klant met een klacht bij jou komt?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Reactie klant: "Ik vind dit helemaal niet lekker kunt u me iets anders brengen". Wat zeg je?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

hoe handel je een klacht af?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Hoe controleer je of een klant tevreden is?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

0

Slide 37 - Video

Klachtengesprek met fouten
VAKTAAL:
de externe klant
de interne klant
de houding
de klachtenprocedure
de klant
servicegericht handelen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 
Je gaat nu aan de gang met de opdrachten uit 'Strux omgaan met klanten'
Opdrachten: 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Praktijkopdracht omgaan met klanten 

Lees samen de opdracht 

Succes ermee 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Doelgroepen poster 
Lees samen de opdracht 
Succes ermee! 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Link

This item has no instructions

Wat kan je zelf doen tegen voedselverspilling? 
Koop je een nieuw product? Zet het dan achter in je koelkast of voorraadkast. 
Zet oudere producten vooraan.
Vries brood in. 
Koop vaker fruit en het in het zicht. 
Plak een datum op aangebroken producten 
Gebruik een een eetmaatje. 
Wees flexibel in je voorraad. 
Organiseer je voorraad. 
Laat groenten zelf opscheppen. 
Haal zoveel mogelijk uit restjes en kliekjes. 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel kilogram eten gooien Nederlanders gemiddeld weg per jaar?
A
15
B
33
C
2
D
60

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Leftovers 

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Je gaat nu aan het werk:
  • Maak opdracht: 1, 2, 3, 5, 6,  8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 18, 19, 21
  • Deze opdrachten mag je overslaan: 4, 7, 16, 17, 20                           (die doen we samen in de klas)

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting van de les 
Tips en tops 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions