hoofdstuk 1 - klanten

Welkom
Afspraken:

  • Telefoon = stil & in de tas
  • Je praat Nederlands
  • Je kijkt naar de juf/het bord
  • Je luistert naar elkaar
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2,3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom
Afspraken:

  • Telefoon = stil & in de tas
  • Je praat Nederlands
  • Je kijkt naar de juf/het bord
  • Je luistert naar elkaar

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn klanten?
  • Klanten zijn mensen die iets van jou willen.
-> advies, service, hulp, informatie of een product.

  • Het is jouw werk als dienstverlener dat deze mensen goed geholpen worden.

  • klanten noem je ook wel: gasten, cliënten, zorgvragers en bezoekers

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Servicegericht handelen
Servicegericht of klantgericht handelen is alles wat je doet om aan de wensen en behoeften van klanten te voldoen. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Servicegericht handelen

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Servicegericht werken
  • Je bent vriendelijk en beleefd:
je begroet de klant, je zegt "u" tegen de klant, en meneer/mevrouw.

  • Je hebt respect voor de klant:
Je blijft vriendelijk en beleefd, ook al is de klant anders dan jij. 

  • Geef de klant je aandacht:
Je kijkt de klant aan, en je luistert naar wat hij/zij zegt.

  • Observeer de klant
Kijk goed naar je klant en bedenk wat hij/zij nodig heeft.

  • Geef niet je mening als daar niet om gevraagd wordt.
Je luistert goed naar de klant om erachter te komen wat hij/zij wilt. Dat is beter dan je eigen mening meteen te geven

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Product
Een product is een voorwerp, iets wat je vast kunt pakken. 

Voorbeeld: kleding of planten.
Dienst
Een dienst of service is een handeling, iets wat je niet vast kunt pakken.

Voorbeeld: een taxirit.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Rollenspel
  1. Kies een van de situaties op je blad. 
  2. Speel de situatie uit.
  3. Blik terug op je werkblad.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dit doe je niet als je met klanten omgaat
Dit doe je wel als je met klanten omgaat.

Slide 9 - Slide

De opdracht:
Neem een groot wit papier.
Trek in het midden een lijn van boven naar beneden. Schrijf aan de linkerkant:
Dit doe je niet als je met klanten omgaat.
Schrijf aan de rechterkant:
Dit doe je wel als je met klanten omgaat:

Bedenk wat je wilt laten zien en hoe je dat doet. Je kan bijvoorbeeld foto's zoeken op het internet, of je kunt zelf foto's maken van bepaalde situaties. 
Wat is er goed gelukt?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Welk compliment heb je gekregen?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Tip voor de juf

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Top voor de juf

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Hoe noem je de klanten in een restaurant?
A
Cliënten
B
Gasten
C
Bezoekers
D
Klanten

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Product
Dienst

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Wat hoort NIET bij servicegericht werken?
A
Je begroet de klant
B
Je luistert naar de klant
C
Je geeft ongevraagd je mening
D
Je kijkt de klant aan

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor servicegericht werken?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Externe klant

Iemand van buiten de organisatie waar jij werkt.
Interne klant

Iemand die bij dezelfde organisatie werkt als jij. Het is een collega

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Omgaan met klachten

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Omgaan met klachten
  • BLIJF ALTIJD VRIENDELIJK!
  • Bedenk altijd dat een klacht gaat over een dienst of product, dus niet over jou.
  • Probeer altijd een teleurgestelde klant weer tevreden te krijgen.

Slide 21 - Slide

Klachtenprocedure

Begrip tonen
 
kan je het zelf niet oplossen, overleg het met je leidinggevende.
Ontstaan van klachten
Klachten kunnen komen doordat:
  • Je elkaar niet begrijpt of verkeerd begrijpt
  • je het niet eens bent met elkaar
  • iemand zich niet aan de afspraken houdt
  • diensten of producten niet goed zijn.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Klachtenprocedure
Vertelt een klant aan jou zijn/haar klacht? Werk dan volgens de afspraken van je werkplek. Een bedrijf heeft meestal een klachtenprocedure. Dit is de manier waarop het personeel van het bedrijf moet omgaan met klachten.

Reageer zonder je eigen mening te geven. Je kunt wel begrip tonen voor de klacht.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Heb je zelf ervaring met klachten?
Geef een voorbeeld van zo'n situatie.
Het mogen er meerdere zijn.

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Klik op de foto.

Vind jij de reactie op de klant goed of niet? Waarom?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Klik op de foto.

Vind jij de reactie op de klant goed of niet? Waarom?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Klik op de foto.

Vind jij de reactie op de klant goed of niet? Waarom?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Klik op de foto.

Vind jij de reactie op de klant goed of niet? Waarom?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Klik op de foto.

Hoe zou jij reageren op de klant? Schrijf op wat jij zou zeggen.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Rollenspel in de klas

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Vaktaal 
Maak een begrippenlijst met minimaal de volgende woorden:

  • Externe klant
  • Interne klant
  • Klachtenprocedure
  • Klant
  • Servicegericht handelen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je onthouden over klanten & klachten? Schrijf zoveel mogelijk op

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

Wat is er goed gelukt?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions