V5 Th 2 Waarneming en gedrag BS 4 Vorming van gedrag

gedragsonderzoek is belangrijk!
* dierenwelzijn bepalen (dierentuinen, dierenartsen)
* gedragsproblemen identificeren en behandelen (trainers)
* factoren die het gedrag van een dier beïnvloeden 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

gedragsonderzoek is belangrijk!
* dierenwelzijn bepalen (dierentuinen, dierenartsen)
* gedragsproblemen identificeren en behandelen (trainers)
* factoren die het gedrag van een dier beïnvloeden 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen BS4
  1. Je kunt toelichten dat gedrag deels erfelijk bepaald is.
  2. Je kunt de dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving.

Slide 2 - Slide

Gedrag = alle waarneembare reacties van een dier (of mens) op de omgeving.

Gedrag:
  • Aangeboren
  • Aangeleerd (BS5)

Slide 3 - Slide

begrippen
Sleutelprikkel 
* prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het vormen van gedrag
* door een sleutelprikkel komt erfelijk gedrag tot uiting

Supranormale prikkel
* prikkel die een sterkere motivatie en grotere kans op respons opwekt
* deze respons is erfelijk bepaald en is voorspelbaar

Slide 4 - Slide

Begrippen
Motivatie
* bereidheid om bepaald gedrag uit te voeren, bepaalt kans op gedrag 
* hoe groter interne en/of externe prikkels, hoe groter motivatie

Adequaat gedrag
* vergroot kans op overleven + vergroot fitness (aantal nakomelingen)
* wordt doorgegeven via genen en leren
* frequentie gedrag neemt toe door natuurlijke selectie

Slide 5 - Slide

factoren die rol spelen bij gedrag

Slide 6 - Slide

Wat veroorzaakt gedrag?
(motivatie)
Motivatie = de bereidheid om een bepaald gedragssysteem uit te voeren

De motivatie wordt bepaald door de interne prikkels en externe prikkels

Motivatie = prikkelsterkte intern + prikkelsterkte extern

Voorbeeld:
Je ziet een heel lekker ijsje (sterke externe prikkel) maar je hebt net gegeten (zwakke interne prikkel). Als het ijsje lekker genoeg lijkt is je motivatie om tot voedingsgedrag (gedragsysteem) over te gaan nog hoog genoeg om het ijsje op te eten. Een portie spruiten levert echter niet een hoog genoege motivatie op om nog te gaan eten. 
Wat betekent de zwarte lijn in deze grafiek ?

Slide 7 - Slide

Reflex
  • Simpelste vorm van gedrag
  • Een plotselinge prikkel die een automatische, onwillekeurige en steeds dezelfde reactie uitlokt.
  • Aangeboren, niet
   aangeleerd

Slide 8 - Slide

Vaste gedragsketens / gedragssystemen
  • alle individuen van een bepaalde soort vertonen in dezelfde situatie hetzelfde gedrag op dezelfde manier. Ritueel gedrag

Nestbouw, om voedsel bedelende meeuwen, zuigreflex babies, eirollen gans
  • Veroorzaakt door een sleutelprikkel.
  • Supernormale stimulus 

Aangeboren gedrag

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

sleutelprikkel

Slide 11 - Slide

Prikkels
Gedrag wordt veroorzaakt door:
  • Inwendige prikkels (honger, dorst, voortplantingsdrang)
  • Uitwendige prikkels (temperatuur, daglengte, zwaartekracht)

  • Sleutelprikkel- prikkel waarop altijd hetzelfde gedrag volgt
  • Supranormale prikkel: zeer sterke sleutelprikkel
  • Motivatie- reactie op prikkel kan variëren

Slide 12 - Slide

Ritmische gedragspatronen
Gedragspatronen met regelmatige tussenpozen
  • Circadiaan (dag)ritme: +- 24 h
  • Getijde ritme: 2x per dag
  • Circannuaal ritme: +- per jaar

Slide 13 - Slide

Regulatie van ritmes
- Exogeen (uitwendig)
  • Licht
  • Temperatuur
  • Etc.
- Endogeen (inwendig)
  • Biologische klok
- Biologische klok synchroniseert met uitwendige prikkel
  • zeitgeber

Slide 14 - Slide

  • Dezelfde soort
  • Juiste geslacht
  • Brengt geslachten bij elkaar in vruchtbare periode
  • Verlaagt agressie
  • Maakt keuze mogelijk

Balts

Slide 15 - Slide

  • Verdediging van een gebied dat (relatief) uitsluitend door een dier of een groep dieren wordt bewoond.
  • Beschutting
  • Voedsel
  • Balts en paring
  • Nest maken
  • Behuizing maken

Territoriumgedrag

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Lees BS4
maak opgave 44 t/m 47, 48, 49, 50, 53 en 54

Slide 22 - Slide

Periodieke invloeden
Interne communicatie geregeld door hormoonstelsel en zenuwstelsel. Dit beïnvloedt weer motivatie voor bepaald gedrag. Concentratie hormonen veroorzaken voortplantingsgedrag, maar daglengte beïnvloedt ook voortplantingsgedrag. 
Bij vogels krimpen geslachtorganen als hormoonspiegel afneemt.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

sleutelprikkel

Slide 25 - Slide

begrippen
Sleutelprikkel 
* prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het vormen van gedrag
* door een sleutelprikkel komt erfelijk gedrag tot uiting

Supranormale prikkel
* prikkel die een sterkere motivatie en grotere kans op respons opwekt
* deze respons is erfelijk bepaald en is voorspelbaar

Slide 26 - Slide

Begrippen
Motivatie
* bereidheid om bepaald gedrag uit te voeren, bepaalt kans op gedrag 
* hoe groter interne en/of externe prikkels, hoe groter motivatie

Adequaat gedrag
* vergroot kans op overleven + vergroot fitness (aantal nakomelingen)
* wordt doorgegeven via genen en leren
* frequentie gedrag neemt toe door natuurlijke selectie

Slide 27 - Slide

Sleutelprikkels bij mensen

Slide 28 - Slide

Sleutel- of supranormale prikkel bij dieren

Slide 29 - Slide

Sleutel- of supranormale prikkel bij dieren

Slide 30 - Slide

Welk type prikkel?
A: hoge hakken
B: rode lippen
C: duw tegen nest
A
B
  C
A
A = supranormaal; B = supranormaal; C = sleutel
B
A = supranormaal; B = sleutel C = supranormaal
C
A = Sleutel B = supranormaal C = sleutel
D
A = sleutel B = sleutel C = supranormaal

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide