Klas 2hv Ne - Lessenserie discussie les 1

Discussie
 Je kan deelnemen aan een discussie.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Discussie
 Je kan deelnemen aan een discussie.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen les 1
  • Je kent de kenmerken van een discussie.
  • Je kent het verschil tussen een debat en een discussie.

Slide 2 - Slide

Vraag:
Waarom is het van belang dat je goed kunt discussiëren?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Dat kunnen wij beter!
Misschien heb je thuis of op school ook wel eens een discussie met iemand gehad.

Een officiele discussie heeft regels om te volgen en een voorzitter om alles in goede banen te leiden.

Slide 5 - Slide

Discussie - kenmerken
- Een discussie is een vorm van bespreking tussen partijen over een bepaald onderwerp.
- De partijen proberen elkaar van een bepaald standpunt te overtuigen
- De partijen gebruiken argumenten om elkaar te overtuigen.
- De discussie eindigt met een conclusie waar alle partijen het mee eens zijn. 
- Een partij kan dus van mening veranderen tijdens een discussie en zich tevreden stellen met een alternatieve oplossing, mits hier argumenten voor zijn gegeven. Dit in tegenstelling tot een debat, waarbij de partijen niet van hun mening wijken. 

--> Bij een debat moet de jury overtuigd worden. De partijen behouden hun standpunt.

Slide 6 - Slide

Je moet:
  • je eigen standpunt kunnen verdedigen;
  • het standpunt van de tegenpartij kunnen aanvallen; 
  • de argumenten van de tegenpartij kunnen ontkrachten of weerleggen; 
  • kritisch kunnen luisteren en kunnen oordelen; 
  • snel kunnen reageren op wat de tegenpartij naar voren brengt; 
  • goed kunnen presenteren. 

Slide 7 - Slide

Publiek: kijkt en luistert aandachtig
Voorzitter: neutraal, houdt orde, vat samen, deelt beurten uit, bewaakt tijd, rondt af.

Slide 8 - Slide

Stellingen kiezen

A. Huiswerk moet afgeschaft worden.
B. Het suikerfeest moet een landelijke feestdag worden.
C. Alle wc’s op school moeten genderneutraal worden.
D. Politieagenten moeten standaard uitgerust worden met een ‘bodycam’.


Slide 9 - Slide

Welke stelling wil je gebruiken (1)?
A
Huiswerk moet afgeschaft worden.
B
Het suikerfeest moet een landelijke feestdag worden.
C
Alle wc’s op school moeten genderneutraal worden.
D
Politieagenten moeten standaard uitgerust worden met een ‘bodycam’.

Slide 10 - Quiz

Welke stelling wil je gebruiken (2)?
A
Huiswerk moet afgeschaft worden.
B
Het suikerfeest moet een landelijke feestdag worden.
C
Alle wc’s op school moeten genderneutraal worden.
D
Politieagenten moeten standaard uitgerust worden met een ‘bodycam’.

Slide 11 - Quiz

Groepjes discussie
Discussie 1: 7 leerlingen

Sjoerd, Sander, Lisa

Silke, Myrthe, Denise, Kimberly

Discussie 2: 8 leerlingen

Mayra, Rosan, Amber, Yael

Martijn, Sil, Dian, Catharina
Voorzitter: neutraal, houdt orde, vat samen, deelt beurten uit, bewaakt tijd, rondt af.
Publiek: kijkt en luistert aandachtig

Slide 12 - Slide

Discussie voorbereiden
  • Informatie over de stelling opzoeken.
  • Argumenten voor en tegen de stelling opzoeken. Door na te denken over de argumenten die de tegenstanders vermoedelijk naar voren zullen brengen, kun je tegen die argumenten alvast een verweer formuleren. 
  • De volgorde waarin de argumenten ingebracht gaan worden bepalen. 

Slide 13 - Slide

Herhaling lesdoelen les 1
  • Je kent de kenmerken van een discussie.
  • Je kent het verschil tussen een debat en een discussie.

Slide 14 - Slide

Wat zijn de kenmerken
van een discussie?

Slide 15 - Mind map

En wat is het verschil
met een debat?

Slide 16 - Mind map

Huiswerk
Bereid met je groepje het debat voor. 

--> Zoek argumenten voor en tegen op, zodat je voorbereid bent op wat je wilt zeggen en wat je van de tegenstander kan verwachten. Wie van jullie gaat wat & wanneer zeggen?

Slide 17 - Slide