This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3 De bloedsomloop
3.1 Bloed
Slide 1 - Slide
Lesdoel
1. Je kunt de bastanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
Een volwassen mens heeft vijf tot zes liter bloed in zijn lichaam. Bloed vervoert zuurstof en koolstofdioxide door je lichaam, en nog vele andere stoffen. Biologen noemen dat ‘transport’.
Slide 2 - Slide
Bloed/bloedsomloop
Slide 3 - Mind map
Samenstelling bloed
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Sleep naar doel : 1, 2, nr.4 en nr. 8
A
B
nr. 4
nr 8
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft een celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes
Slide 9 - Quiz
Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Afweer
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
Slide 13 - Quiz
Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
Eiwitten
B
Water
C
Opgeloste stoffen
D
Zuurstof
Slide 14 - Quiz
Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine
Slide 15 - Quiz
Uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes