Topclass kritisch denken en analytisch vermogen

Kritisch denken en analytisch vermogen


Alternatieve titels:
• "Denken als een Pro: Kritisch en Analytisch aan de Slag"
• "Kijk Verder: Word een Kritische Denker"
• "Slimmer Beslissen: Kritisch Denken in Actie"
• "Analytisch Denken: De Sleutel tot Succes"
• "Ontmasker de Feiten: Kritisch en Analytisch Denken"
• "Think Big: Ontwikkel Je Kritisch en Analytisch Vermogen"
• "Van Vraagstuk naar Inzicht: Kritisch en Analytisch Denken"
• "Jouw Denkkracht: Kritisch en Analytisch Leren Kijken"
• "Meer dan Leren: Ontdek de Kracht van Kritisch Denken"
• "Beheers de Kunst van Kritisch en Analytisch Denken"

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Kritisch denken en analytisch vermogen


Alternatieve titels:
• "Denken als een Pro: Kritisch en Analytisch aan de Slag"
• "Kijk Verder: Word een Kritische Denker"
• "Slimmer Beslissen: Kritisch Denken in Actie"
• "Analytisch Denken: De Sleutel tot Succes"
• "Ontmasker de Feiten: Kritisch en Analytisch Denken"
• "Think Big: Ontwikkel Je Kritisch en Analytisch Vermogen"
• "Van Vraagstuk naar Inzicht: Kritisch en Analytisch Denken"
• "Jouw Denkkracht: Kritisch en Analytisch Leren Kijken"
• "Meer dan Leren: Ontdek de Kracht van Kritisch Denken"
• "Beheers de Kunst van Kritisch en Analytisch Denken"

Slide 1 - Slide

Doel van de topclass:
• Leerlingen ontwikkelen een beter begrip van kritisch denken en analytisch vermogen.
• Ze leren hoe ze problemen op een gestructureerde en objectieve manier kunnen benaderen.
• Ze oefenen met technieken en tools die hen helpen om beter onderbouwde keuzes te maken, zowel in het dagelijks leven als in hun toekomstige carrière.

Slide 2 - Slide

Inleiding: wat is kritisch denken?
Kritisch denken is het proces waarbij je informatie op een systematische en objectieve manier analyseert om weloverwogen oordelen te vormen. Het doel is niet alleen om conclusies te trekken, maar ook om ervoor te zorgen dat je die conclusies baseert op betrouwbare informatie en geldige argumenten. Kritisch denken kan worden omschreven aan de hand van de volgende punten:
• Het systematisch analyseren van informatie en argumenten: kritisch denken vereist een stap-voor-stap benadering om te begrijpen wat er wordt gepresenteerd. Dit houdt in dat je niet zomaar aannames doet, maar dat je actief zoekt naar bewijs en logica die de gepresenteerde informatie ondersteunen.
• Het vermijden van vooroordelen en logische fouten: een belangrijke aspect van kritisch denken is het herkennen en vermijden van vooroordelen (subjectieve invloeden die het oordeel kunnen verstoren) en logische fouten (redeneerfouten die tot verkeerde conclusies leiden). Dit betekent dat je in staat moet zijn om je eigen overtuigingen en de bron van informatie kritisch te evalueren.
• Het stellen van vragen en het evalueren van bewijs: kritisch denken vraagt om nieuwsgierigheid en het vermogen om door te vragen. Het houdt in dat je niet alles zomaar aanneemt, maar altijd vraagt: “Is dit waar? Wat is het bewijs hiervoor? Is er een tegenargument?”

Slide 3 - Slide

Voorbeeld uit het dagelijks leven:
Stel je voor dat je een nieuwsbericht leest, bijvoorbeeld over een politiek onderwerp of een wetenschappelijke ontdekking. Het is belangrijk om kritisch te denken over wat je leest. Hier zijn een paar stappen die je kunt nemen om de betrouwbaarheid van het bericht te beoordelen:
• Controleer de bron: waar komt de informatie vandaan? Is de bron betrouwbaar? Is het een gerenommeerd nieuwsmedium, of is het afkomstig van een onbekende website? Het is essentieel om de geloofwaardigheid van de bron te beoordelen.
• Zoek naar bewijs: worden er feiten of onderzoeksresultaten gepresenteerd ter ondersteuning van de beweringen? Of is het artikel vooral gebaseerd op meningen of anekdotisch bewijs?
• Identificeer mogelijke bias: heeft de auteur een bepaalde agenda die de informatie kan beïnvloeden? Bijvoorbeeld, is het artikel politiek gekleurd of wordt er selectief informatie gepresenteerd?
• Controleer andere bronnen: wat zeggen andere betrouwbare bronnen over hetzelfde onderwerp? Het vergelijken van verschillende berichten kan helpen om een completer beeld te krijgen en om te zien of er discrepanties zijn.
Door deze stappen toe te passen, kun je niet alleen een beter begrip krijgen van het nieuwsbericht, maar ook je eigen kritische denkvermogen ontwikkelen om te bepalen of het bericht werkelijk betrouwbaar is.

Slide 4 - Slide

Doelstelling van de topclass:
Het doel van deze topclass is om je de vaardigheden bij te brengen om kritisch te denken, zowel in je persoonlijke als professionele leven. Kritisch denken kan op verschillende manieren nuttig zijn:
• Probleemoplossing: wanneer je een probleem moet oplossen, helpt kritisch denken je om systematisch te werk te gaan. Je kunt verschillende oplossingen overwegen, de voor- en nadelen afwegen en de beste oplossing kiezen op basis van objectief bewijs.
• Besluitvorming: kritisch denken helpt bij het nemen van weloverwogen beslissingen. In plaats van te reageren op impuls of emotie, leer je hoe je beslissingen kunt nemen die logisch en goed onderbouwd zijn, met aandacht voor alle beschikbare informatie.
• Communicatie en samenwerking: in gesprekken en samenwerkingsverbanden bevordert kritisch denken een constructieve dialoog. Je leert hoe je je standpunt duidelijk en logisch kunt presenteren, terwijl je ook actief luistert naar de ideeën en argumenten van anderen. Dit draagt bij aan een betere samenwerking en besluitvorming in teams.
Door het toepassen van kritisch denken, kun je effectievere beslissingen nemen, problemen efficiënter oplossen en bijdragen aan een positievere en meer geïnformeerde samenwerking in je werk en privéleven.

Slide 5 - Slide

De basisprincipes van kritisch denken 
https://www.youtube.com/watch?v=iiv5zaLr6OQ

Slide 6 - Slide

Uitleg van de belangrijkste principes 
a. Beoordelen van argumenten
 
Doel: begrijpen wat een goed argument inhoudt en hoe je de kwaliteit ervan beoordeelt.
1. Wat is een argument?
- Definitie: een argument is een reden of verzameling redenen die een conclusie ondersteunt.
Voorbeeld:
 Argument: "We moeten meer bomen planten omdat dat de luchtkwaliteit verbetert."
 Onderbouwing: Onderzoek toont aan dat bomen CO₂ opnemen en zuurstof afgeven.
 Conclusie: Meer bomen planten leidt tot betere luchtkwaliteit.
2. Hoe beoordeel je een argument?
Vraag jezelf af:
 Is de onderbouwing relevant? Heeft het directe betrekking op de conclusie?
 Is de onderbouwing voldoende? Zijn er genoeg gegevens of feiten om het punt te ondersteunen?
 Is de conclusie logisch? Volgt de conclusie op een redelijke manier uit de argumenten?


Slide 7 - Slide

3. Toepassing:
Geef een eenvoudig voorbeeld met een foutieve conclusie, zoals:
 "Ik had een paraplu mee en het regende niet. Dus als je een paraplu meeneemt, regent het niet."
 Bespreek waarom dit geen logisch gevolg is.

Slide 8 - Slide

b. Logische denkfouten (biases)

Doel: denkfouten herkennen en leren hoe je ze kunt vermijden.

Veelvoorkomende denkfouten:
o Bevestigingsbias: alleen zoeken naar informatie die je bestaande overtuigingen bevestigt.
 Voorbeeld: Iemand gelooft dat koffie slecht is voor je gezondheid en negeert onderzoeken die aantonen dat matige koffieconsumptie voordelen kan hebben.
o Valse dilemma: het presenteren van een situatie alsof er maar twee keuzes zijn, terwijl er meer opties mogelijk zijn.
 Voorbeeld: "Of je bent voor sociale media, of je haat vooruitgang."
o Ad hominem: iemand aanvallen in plaats van het argument te weerleggen.
 Voorbeeld: "Jij hebt hier geen verstand van, want je bent geen wetenschapper."

Slide 9 - Slide

c. Vragen stellen
Doel: leren hoe je gerichte vragen stelt om een situatie, argument of standpunt beter te begrijpen. 

1. Soorten vragen:
o Open vragen: stimuleer een uitgebreide uitleg (bijv. "Waarom denk je dat dit waar is?").
o Verhelderende vragen: zoek naar meer context of uitleg (bijv. "Kun je een voorbeeld geven?").
o Kritische vragen: onderzoek de aannames en bewijzen achter een uitspraak (bijv. "Welke gegevens ondersteunen dit?").
2. Oefening:
o Geef een voorbeeldstelling: “Sociale media maken jongeren minder sociaal.”
o Vraag de studenten welke vragen ze zouden stellen om dit te onderzoeken, zoals:
 "Wat bedoel je precies met 'minder sociaal'?"
 "Welke gegevens laten dit zien?"
 "Zijn er andere factoren die een rol spelen?"

Slide 10 - Slide

Korte groepsdiscussie
Doel: Het geleerde toepassen en delen van praktijkvoorbeelden.
  
1. Vraag:
o “Kun je een situatie bedenken waarin iemand niet kritisch dacht en een fout maakte? Wat ging er mis, en hoe had kritisch denken kunnen helpen?”
o Voorbeelden kunnen zijn:
 Een verkeerde aankoopbeslissing door alleen de positieve reviews te lezen (bevestigingsbias).
 Een vriend die een nepnieuwsbericht deelt zonder het te controleren.
 Een discussie die escaleert omdat persoonlijke aanvallen de overhand nemen (ad hominem).
2. Werkwijze:
o Laat de studenten in tweetallen of kleine groepjes hun voorbeelden bespreken.
o Bespreek 2-3 voorbeelden plenair en benadruk hoe de besproken principes (argumenten beoordelen, denkfouten herkennen, vragen stellen) toegepast hadden kunnen worden om een betere uitkomst te bereiken.

Slide 11 - Slide

Oefening 1: het vervormde nieuwsbericht 
Doel
  
Leren kritisch te kijken naar informatie in nieuwsberichten en deze te analyseren op basis van de principes van kritisch denken.

Slide 12 - Slide

Stap 1: Activiteit 
1. Voorbereiding door de docent
o Kies of creëer een kort nieuwsbericht (150-200 woorden) dat op een subtiele manier vervormd is, bijvoorbeeld:
 Verborgen vooroordelen: een artikel dat eenzijdig positieve of negatieve informatie presenteert.
 Onvolledige informatie: een nieuwsbericht dat cruciale feiten weglaat.
 Emotionele taal: overdreven taalgebruik dat emoties probeert op te roepen in plaats van objectieve feiten te presenteren.

o Voorbeeld: (volgende sheet)



Slide 13 - Slide

Concreet Voorbeeldbericht voor MBO Niveau 4

 Titel: TikTok-trend helpt jongeren beter te studeren!

"Volgens een nieuwe trend op TikTok gebruiken jongeren zogeheten 'focus-soundtracks' om productiever te studeren. Deze muziek, vaak met binaurale beats, zou de concentratie verbeteren en leiden tot betere resultaten op toetsen. ‘Sinds ik dit gebruik, haal ik alleen maar hoge cijfers,’ zegt een 18-jarige student. Een bekende influencer met 2 miljoen volgers zegt dat deze methode wetenschappelijk bewezen is. Veel jongeren delen hun succesverhalen, en experts verwachten dat dit de toekomst van studeren wordt."

Slide 14 - Slide

2. Uitleg aan studenten
o Instructies:
 Lees het artikel zorgvuldig.
 Stel een lijst op met vragen die je zou willen stellen om te controleren of de informatie betrouwbaar is. Denk hierbij aan:
 Wie is de bron en is deze betrouwbaar?
 Waar zijn de cijfers of feiten op gebaseerd?
 Welke informatie ontbreekt er?

3. Individueel werk
o Studenten werken individueel aan het lezen en analyseren van het nieuwsbericht.
o Laat ze minstens 5 vragen formuleren die ze zouden stellen om de betrouwbaarheid van het bericht te verifiëren.

Slide 15 - Slide

Stap 2: Groepswerk 
1. Verdeel de klas in groepen van 3-4 personen
o Geef elke groep de opdracht om hun individuele vragen te delen en gezamenlijk een lijst te maken van:
 De meest relevante vragen die gesteld moeten worden.
 De logische denkfouten of zwakheden die ze zien in het artikel, zoals:
 Zijn de claims gebaseerd op aannames of feiten?
 Is er sprake van emotionele taal of eenzijdige informatie?


Slide 16 - Slide

2. Extra opdrachten voor verdieping
o Laat de groep nadenken over wat extra onderzoek zou kunnen opleveren, bijvoorbeeld:
 Het controleren van de bron via een zoekmachine.
 Het zoeken naar aanvullende informatie of tegengestelde standpunten.

3. Checklist gebruiken
o Geef een eenvoudige checklist mee om hun analyse te structureren:
 Bron: Is de bron geloofwaardig?
 Onderbouwing: Zijn de claims gebaseerd op feiten of meningen?
 Volledigheid: Welke informatie ontbreekt?
 Taalgebruik: Worden emoties gemanipuleerd?

Slide 17 - Slide

Stap 3: Presentatie 
1. Groepspresentaties
o Elke groep presenteert kort hun bevindingen (2-3 minuten per groep).
o Laat hen uitleggen:
 Wat hun belangrijkste vragen zijn.
 Welke zwakheden of denkfouten ze in het artikel hebben ontdekt.
 Welke informatie zij extra zouden willen onderzoeken om een oordeel te kunnen vormen.
2. Feedback en discussie
o Bespreek samen welke groep de meest scherpe of relevante vragen heeft gesteld.
o Reflecteer op de patronen in de antwoorden: komen dezelfde denkfouten vaker voor?

Slide 18 - Slide

Checklist voor Kritische Analyse
1. Bron
• Wie is de bekende influencer en wat is zijn of haar expertise?
• Zijn er concrete wetenschappelijke onderzoeken genoemd die de claim ondersteunen?
2. Onderbouwing
• Welke bewijsstukken worden gepresenteerd om aan te tonen dat 'focus-soundtracks' echt werken?
• Zijn de ervaringen van jongeren voldoende als bewijs, of is meer nodig?
3. Volledigheid
• Wordt er aangegeven dat de methode niet voor iedereen werkt of dat er mogelijk nadelen zijn?
• Welke alternatieven voor het verbeteren van concentratie worden niet genoemd?
4. Taalgebruik
• Is er sprake van overdrijving, zoals "wetenschappelijk bewezen" zonder bron?
• Wordt er ingespeeld op emoties of sociale druk (bijvoorbeeld de invloed van succesverhalen)?

Slide 19 - Slide

Uitleg analytisch vermogen
Analytisch vermogen is het vermogen om complexe informatie te begrijpen, te onderzoeken en te doorgronden door deze op te splitsen in kleinere, begrijpelijke delen. Het gaat om het proces van kritisch kijken naar feiten, patronen herkennen, en logische verbanden leggen om problemen op te lossen of betere beslissingen te nemen.

Slide 20 - Slide

Stappen in het proces van analytisch denken 
1. Verzamelen van informatie: Eerst moet je de relevante gegevens verzamelen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat je onderzoek doet, vragen stelt of gegevens verzamelt uit verschillende bronnen.
2. Analyse van de informatie: Nadat je de informatie hebt verzameld, ga je deze kritisch bekijken. Je onderzoekt de feiten, zoekt naar patronen en mogelijke verbanden.
3. Oorzaken en gevolgen begrijpen: Bij analytisch denken is het belangrijk om te begrijpen waarom iets gebeurt, wat de oorzaak is en wat de gevolgen kunnen zijn.
4. Conclusies trekken: Na het analyseren van de informatie trek je weloverwogen conclusies. Dit helpt je om oplossingen voor problemen te bedenken of beslissingen te maken die goed onderbouwd zijn.
5. Communiceren van je bevindingen: Het is belangrijk om je bevindingen duidelijk en gestructureerd over te brengen, zodat anderen begrijpen hoe je tot je conclusies bent gekomen.

Slide 21 - Slide

Analytisch vermogen
Analytisch vermogen is essentieel voor het oplossen van problemen en het nemen van weloverwogen beslissingen. Het is een belangrijke vaardigheid die nodig is voor succes op het hbo en daarbuiten, omdat je vaak met complexe vraagstukken te maken krijgt waarbij je zorgvuldig en logisch moet nadenken.

Slide 22 - Slide

Oefening 2: analyse van  complex probleem 
Probleemstelling:
"Hoe kunnen we de verkeersdrukte in een drukke stad verminderen?"

Je kunt ook kiezen voor een andere stelling die past bij de opleiding van de studenten, bijvoorbeeld:
• "Hoe kunnen we plastic afval in Nederland verminderen?"
• "Hoe zorgen we ervoor dat jongeren gezonder gaan eten?"


Slide 23 - Slide

Introductie van het probleem 
Uitleg van de aanpak:
• Geef aan dat de studenten het probleem in kleine stappen gaan analyseren en mogelijke oplossingen bedenken.
• Benadruk dat het belangrijk is om kritisch na te denken over oorzaken, gevolgen en de haalbaarheid van oplossingen.
Leg de drie analysevraagstukken uit:
1. Wat zijn de oorzaken?
o Waarom is dit een probleem? Wat zijn mogelijke redenen? (bijv. te veel auto's, gebrek aan openbaar vervoer).
2. Welke gegevens hebben we nodig?
o Wat moet je weten om het probleem goed te begrijpen? (bijv. verkeersdata, onderzoek naar openbaar vervoer).
3. Wat zijn de oplossingen?
o Welke oplossingen kun je bedenken? Wat zijn de voor- en nadelen van elke oplossing?

Slide 24 - Slide

Werk in groepen 
Verdeel de klas in groepen van 3-4 personen:
• Geef elke groep een groot vel papier of gebruik een digitaal hulpmiddel zoals Google Docs of Jamboard.
Opdracht voor de groepen:
1. Definieer het probleem: schrijf op waarom het probleem belangrijk is om op te lossen.
2. Analyseer de oorzaken:
o Brainstorm minimaal drie oorzaken van het probleem.
o Geef bij elke oorzaak een korte toelichting.
3. Bedenk wat je nodig hebt:
o Noteer welke gegevens of informatie je nodig hebt om goede beslissingen te nemen.
o Geef aan waar je deze informatie zou kunnen vinden (bijv. onderzoek, experts, overheid).
4. Oplossingen bedenken:
o Kom met minstens twee mogelijke oplossingen.
o Analyseer de voor- en nadelen van elke oplossing (bijv. kosten, haalbaarheid, effectiviteit).

Slide 25 - Slide

Presentatie van oplossingen 
Elke groep presenteert:
• Hun analyse van het probleem.
• De belangrijkste oorzaken die ze hebben gevonden.
• De oplossingen die zij voorstellen, inclusief de voor- en nadelen.
Plenaire discussie:
• Bespreek als klas wat de meest realistische of effectieve oplossing lijkt te zijn.
• Bespreek wat er nog meer nodig is om het probleem in de praktijk op te lossen (bijv. samenwerking tussen overheden of bedrijven).

Slide 26 - Slide

Reflectievraag voor studenten:

• Wat hebben jullie geleerd over het aanpakken van complexe problemen?
• Welke vaardigheden hebben jullie ingezet tijdens de analyse?
• Hoe kun je deze aanpak in andere situaties gebruiken?

Slide 27 - Slide

Oefening 3: argumentenkaart 
Doel van de Oefening
• Studenten leren gestructureerd argumenten en tegenargumenten te analyseren en visueel weer te geven.
• Ze ontwikkelen vaardigheden in het beoordelen van sterkte en relevantie van argumenten.


Stelling voor de oefening
"Sociale media heeft een negatief effect op jongeren."

Je kunt deze stelling aanpassen aan actuele thema's die aansluiten bij de interesses van de studenten, bijvoorbeeld:
• "AI in de klas verbetert het onderwijs."
• "Een vierdaagse werkweek moet standaard worden."

Slide 28 - Slide

Stap 1: Inleiding
Uitleggen van de techniek:
• Teken op het bord een eenvoudige argumentenkaart:
o In het midden de stelling.
o Links de argumenten vóór (bijvoorbeeld: "Sociale media verbindt mensen wereldwijd.").
o Rechts de argumenten tegen (bijvoorbeeld: "Sociale media leidt tot verslaving en stress.").
Tips voor studenten:
• Gebruik korte, duidelijke zinnen.
• Geef bij elk argument een reden waarom je dit vindt (onderbouwing).
• Denk aan voorbeelden, feiten of cijfers die je kunt gebruiken.

Slide 29 - Slide

Stap 2: Activiteit 
Individueel werk (5 minuten)
• Laat elke student eerst zelf 2 argumenten vóór en 2 argumenten tegen de stelling opschrijven.
• Vraag hen om deze argumenten te onderbouwen met een reden of voorbeeld.
• Koppeling met brongebruik: laat studenten bronnen opzoeken om hun argumenten verder te versterken, bijvoorbeeld statistieken of nieuwsartikelen.
• Ethiek en nuance: bespreek dat niet alle argumenten altijd even belangrijk zijn en hoe context een rol kan spelen (bijvoorbeeld: sociale media kan zowel schadelijk als nuttig zijn afhankelijk van hoe het wordt gebruikt).
Groepswerk (10 minuten)
• Verdeel de studenten in groepen van 3-4 personen.
• Geef elke groep een groot vel papier of gebruik een digitaal hulpmiddel zoals Padlet, Jamboard of PowerPoint.
• Laat de groepen hun argumenten samenvoegen en een argumentenkaart maken:
o Schrijf de stelling in het midden.
o Rangschik de argumenten logisch rondom de stelling.
o Gebruik kleuren of symbolen om sterke en zwakke argumenten te onderscheiden.

Slide 30 - Slide

Stap 3: Groepsdiscussie
Vergelijking van argumentenkaarten
• Laat elke groep kort hun kaart presenteren. Focus op:
o Wat vinden zij het sterkste argument vóór en waarom?
o Wat vinden zij het sterkste argument tegen en waarom?
Discussiepunten voor de klas
• Welk argument kwam het meest voor? Waarom?
• Waren er verrassende argumenten?
• Hoe helpt het visueel maken van argumenten om je mening beter te onderbouwen?

Slide 31 - Slide

Afronding en reflectie 
1. Bespreking van de leerpunten:
o Wat hebben de studenten geleerd over kritisch denken en analytisch vermogen? Hoe denken ze dat deze vaardigheden hen kunnen helpen in hun toekomstige studie of carrière?

2. Reflectieopdracht:
o Vraag elke student om een korte reflectie te schrijven/vertellen over:
 Wat vond je het interessantst?
 Wat ga je zeker meenemen in je dagelijks leven?
 Hoe kun je je analytisch vermogen verder ontwikkelen?

Slide 32 - Slide