Thema 4 - Voortplanting, herhaling

Dit is een voorbeeld van een
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk
C
Geen van beide
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

Dit is een voorbeeld van een
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk
C
Geen van beide

Slide 1 - Quiz

Dit is een voorbeeld van een
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk
C
Geen van beide

Slide 2 - Quiz

In de puberteit verander je
A
alleen lichamelijk
B
lichamelijk en geestelijk
C
lichamelijk, geestelijk en speciaal
D
lichamelijk, geestelijk en sociaal

Slide 3 - Quiz

De urinebuis van de man transporteert
A
alleen urine
B
urine en sperma
C
alleen sperma

Slide 4 - Quiz

De zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
teelballen
B
bijballen
C
zaadblaasjes
D
prostaat

Slide 5 - Quiz

Masturberen (zelfbevrediging, seks met jezelf) is ongezond.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

De kans dat je door door een vreemde wordt verkracht is veel groter dan de kans dat dat iemand is die je kent.
A
Waar, verkrachtingen gebeuren meestal door vreemden.
B
Niet waar, een verkrachter is meestal iemand die je kent.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

3

Slide 9 - Video

00:22
Wie is hier volgens jou de schuldige?
Bilal en Oussama die geld bieden als de jongen zijn penis laat zien
De 12-jarige die zijn penis laat zien

Slide 10 - Poll

00:43
Ben je zelf of ken je iemand die ook wel eens om een naaktfoto/filmpje is gevraagd?(anoniem antwoord)
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 11 - Quiz

01:16
Het bekijken en doorsturen van zo'n filmpje naar een vriend of vriendin is strafbaar
A
Beide niet strafbaar
B
Beide wel strafbaar
C
Bekijken niet, doorsturen wel

Slide 12 - Quiz

Een vrouw kan door/met haar vagina
A
plassen
B
plassen en geslachts-gemeenschap hebben
C
een kind baren
D
geslachtsgemeenschap hebben + kind baren

Slide 13 - Quiz

Zaadcellen moeten voor de bevruchting
A
in de vagina blijven
B
naar de baarmoeder zwemmen
C
diep de eileiders in zwemmen
D
De eierstokken in zwemmen

Slide 14 - Quiz

Tijdens de bevruchting kunnen meerdere zaadcellen de eicel binnendringen
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Bij de ovulatie
A
laat het baarmoederslijmvlies los
B
laat de baarmoeder los
C
komt een eicel vrij uit de eierstok
D
komt een zaadcel bij de eierstok

Slide 16 - Quiz

Bij menstruatie
A
laat het baarmoederslijmvlies los
B
laat de baarmoeder los
C
komt een eicel uit de eierstok
D
komt en zaadcel bij de eierstok

Slide 17 - Quiz

De ovulatie is gemiddeld
A
een week na de menstruatie
B
twee weken na de menstruatie
C
drie weken na de menstruatie
D
vier weken na de menstruatie

Slide 18 - Quiz

Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken. De bevruchting vindt plaats
A
op dag 1 of 2 van de zwangerschap
B
op dag 7 of 8 van de zwangerschap
C
op dag 14 of 15 van de zwangerschap
D
op dag 21 of 22 van de zwangerschap

Slide 19 - Quiz

Bij de nageboorte verlaat het volgende het lichaam van de moeder
A
de baarmoeder en de placenta
B
de placenta en de vruchtvliezen
C
de baarmoeder, placenta en vruchtvliezen
D
de placenta, vruchtvliezen en resten van de navelstreng

Slide 20 - Quiz

Waar staan de letters LHBTQIAP voor?

Slide 21 - Open question

Welke SOA is wel te genezen?
A
Chlamydia
B
Aids

Slide 22 - Quiz

Tom Neuwirth vertelde 2018 dat hij seropositief is. Wat betekent dat?

Slide 23 - Open question

Hij vertelde het op instagram omdat een ex hem chanteerde. Waarom willen mensen zoiets geheim houden?

Slide 24 - Open question

Bij seks is het het allerbelangrijkste dat je het zelf leuk vindt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz