oefenvragen Thema 4 & 5 A2A

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat is het genotype?

1. de zichtbare eigenschappen van een organisme
2. de erfelijke eigenschappen van een organisme

Een mens heeft in elke celkern van een lichaamscel

1. 48 chromosomen
2. 47 chromosomen
3. 46 chromosomen
4. 23 chromosomen

Het fenotype komt tot stand door:

Vanaf welk moment liggen alle erfelijke eigenschappen van een mens vast?

Een geslachtscel bevat

1. 48 chromosomen
2. 24 chromosomen
3. 46 chromosomen
4. 23 chromosomen

Staan genen altijd aan? Leg je antwoord uit.

Hebben de geslachtscellen van één man allemaal hetzelfde genotype of is het verschillend?

1. hetzelfde
2. verschillend

Wat is een voordeel van geslachtelijke voortplanting?

Wat is een voordeel van ongeslachtelijke voortplanting?

Wat is een mutatie?

Geef zoveel mogelijk voorbeelden van mutagene invloeden

Wat wordt bedoeld met een "uitzaaiing" als we het over kanker hebben?

Natuurlijke selectie betekent dat alleen de sterkste organismen overleven en voortplanten.

1. Dat is juist
2. Dat is onjuist

Fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie omdat

1. ze bewijzen dat dinosauriërs hebben geleefd
2. Ze maken aannemelijk dat soorten zijn ontstaan en weer verdwenen
3. er heel veel fossielen worden gevonden
4. Ze aannemelijk make dat soorten zich aan kunnen passen aan hun milieu

Twee soorten hebben meer overeenkomsten als hun gemeenschappelijke voorouder

1. heel lang geleden geleefd heeft
2. niet zo lang geleden geleefd heeft

De urinebuis van de man transporteert

1. alleen urine
2. urine en sperma
3. alleen sperma

Een vrouw kan door/met haar vagina

1. plassen
2. plassen en geslachts-gemeenschap hebben
3. een kind baren
4. geslachtsgemeenschap hebben + kind baren

Zaadcellen moeten

1. in de vagina blijven
2. naar de baarmoeder zwemmen
3. naar de eileiders zwemmen
4. naar de eierstokken zwemmen

Bij de ovulatie

1. laat het baarmoederslijmvlies los
2. laat de baarmoeder los
3. komt een eicel vrij uit de eierstok
4. komt een zaadcel bij de eierstok

Bij menstruatie

1. laat het baarmoederslijmvlies los
2. laat de baarmoeder los
3. komt een eicel uit de eierstok
4. komt en zaadcel bij de eierstok

De ovulatie is gemiddeld

1. een week na de menstruatie
2. twee weken na de menstruatie
3. drie weken na de menstruatie
4. vier weken na de menstruatie

Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken. De bevruchting vindt plaats

1. op dag 1 of 2 van de zwangerschap
2. op dag 7 of 8 van de zwangerschap
3. op dag 14 of 15 van de zwangerschap
4. op dag 21 of 22 van de zwangerschap

Bij de nageboorte verlaat het volgende het lichaam van de moeder

1. de baarmoeder en de placenta
2. de placenta en de vruchtvliezen
3. de baarmoeder, placenta en vruchtvliezen
4. de placenta, vruchtvliezen en resten van de navelstreng

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door een virus?

1. Chlamydia
2. Aids
3. Herpes genitalis
4. Genitale wratten

Tom Neuwirth vertelde 2018 dat hij seropositief is. Wat betekent dat?

Hij vertelde het op instagram omdat een ex hem chanteerde. Waarom willen mensen zoiets geheim houden?