1.3

1.3 fotosynthese en verbranding
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.3 fotosynthese en verbranding

Slide 1 - Slide

Planning
1. Magister
2. Terugblik fotosynthese
3. Filmpje
4. Uitleg 
5. Werktijd
6. Check

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Doelen van deze paragraaf
  • Je weet het verschil tussen organische en anorganische stoffen
  • Je weet wat fotosynthese is en welke stoffen er bij betrokken zijn
  • Je weet wat verbranding is en welke stoffen er bij betrokken zijn
  • Je weet wanneer fotosynthese en verbranding plaatsvinden

Slide 4 - Slide

Stoffen
Organisch: waaruit levende wezens bestaan. Voorbeeld: suiker, eiwit, cellulose.

Anorganisch: in levende en levenloze natuur. Voorbeeld: water, zout, zuurstof.

Anorganische stoffen: geen energie, maar wel belangrijk! 

Slide 5 - Slide

Fotosynthese
Nodig: Koolstofdioxide en water (met zonlicht)

Levert op: Zuurstof en glucose 

Glucose: energierijke stof

Slide 6 - Slide

Reactie fotosynthese

Slide 7 - Slide

Verbranding
Deel van de gemaakte glucose en zuurstof wordt gebruikt voor verbranding.

Afvalstoffen: water + koolstofdioxide.

Slide 8 - Slide

Reactie verbranding

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Stofwisseling bij de plant
In licht
Fotosynthese + verbranding
Meer aanmaak van zuurstof dan verbruik van koolstofdioxide, 
zuurstof gaat de plant uit.
In donker
Verbranding
Alleen verbruik zuurstof.
Zuurstof gaat de plant in.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vragen?

Slide 13 - Slide

Aan het werk
- Opdrachten werkboek 24 t/m 32.
- Samenvatting



Slide 14 - Slide

Stoffen waaruit organismen zijn opgebouwd, zijn...
A
Organische stoffen
B
Anorganische stoffen
C
Organische en anorganische stoffen

Slide 15 - Quiz

Water is een voorbeeld van een...
A
Organische stof
B
Anorganische stof

Slide 16 - Quiz

Voor fotosynthese heeft de plant alleen maar anorganische stoffen nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een plant maakt met fotosynthese...
A
Zuurstof en water
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en glucose
D
Koolstofdioxide en glucose

Slide 18 - Quiz

Voor verbranding heeft een mens water en glucose nodig
A
Waar
B
Niet waar, het is zuurstof en glucose
C
Niet waar, het is koolstofdioxide en glucose
D
Niet waar, het is water en zuurstof

Slide 19 - Quiz

Fotosynthese vindt alleen overdag plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Verbranding vindt alleen 's nachts plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz