6.12 Kijk naar taal

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 6.12
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands en open deze op blz. 276

Huiswerk controle: 

6.11 opdracht 1 t/m 7

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- weet je wat samenstellingen zijn. 

- weet je wat voor- en achtervoegsel zijn

Leergebiedoverstijgende doelen:

Samenwerkend leren

- Je past jouw gedrag aan wanneer je hierop wordt aangesproken.

- Je overlegt met groepsgenoten om samen afspraken te maken om een doel te behalen.

Denkvermogen

- Je bedenkt zelf een oplossing voor een probleem en vertelt deze verbaal. 

- Je vertelt wat er nodig is om tot een oplossing te komen. 

We maken samen opdracht 10

Iedereen doet mee via Lesson Up. 

Noteer het voorvoegsel of achtervoegsel.

onschuldig

Maak een zin waaruit duidelijk wordt dat je de betekenis van het woord kent.

onschuldig

Noteer het voorvoegsel of achtervoegsel.

bereikbaar

Maak een zin waaruit duidelijk wordt dat je de betekenis van het woord kent.

bereikbaar

Noteer het voorvoegsel of achtervoegsel.

damesachtig

Maak een zin waaruit duidelijk wordt dat je de betekenis van het woord kent.

damesachtig

Noteer het voorvoegsel of achtervoegsel.

gevoelloos

Maak een zin waaruit duidelijk wordt dat je de betekenis van het woord kent.

gevoelloos

Noteer het voorvoegsel of achtervoegsel.

calorierijk

Maak een zin waaruit duidelijk wordt dat je de betekenis van het woord kent.

calorierijk

Noteer het voorvoegsel of achtervoegsel.

mislukken

Maak een zin waaruit duidelijk wordt dat je de betekenis van het woord kent.

mislukken

Noteer het voorvoegsel of achtervoegsel.

wanorde

Maak een zin waaruit duidelijk wordt dat je de betekenis van het woord kent.

wanorde

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept (een 8 of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check

Wat is een samenstelling

1. 2 woorden, waar 1 woord van is gemaakt
2. Samen stellen ( een relatie hebben )
3. Weet ik niet
4. Een meervoudsvorm

samenstellingen

Wie maakt wat? 

Begrijp je wat een samenstelling is, dan ga je zelfstandig aan de slag met opdracht 9 op blz. 276. 

Vind je het nog lastig, dan doe even mee met de instructie. 

Samenstellingen

Je hoort twee of meer woorden in een samenstelling.

Je schrijft de woorden aan elkaar.

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig 6.12 opdracht 9 op blz. 276

Ben je klaar?

Dan kijk je het werk na en verbeter je. 

Daarna ga je in stilte lezen. 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

Evaluatie lesdoelen:

- weet je wat samenstellingen zijn?

- weet je wat voor- en achtervoegsel zijn?

 

Huiswerk

Dinsdag 14 juni

6.12 opdracht 9