Woche 46

H3b Duits, Woche 46
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 160 min

Items in this lesson

H3b Duits, Woche 46

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Beginopdracht
Versie A
Versie B

Slide 3 - Slide

Diese Woche:
Dienstag (50 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C (Aufgabe 10-11-12)
Lesen: Aufgabe 4
Freitag (50 Min.)

Beginopdracht
Wörterliste D/F
Grammatik E (Aufgabe 18-19-20-21)
Lesen: Aufgabe 17
LOGO
Montag (50 Min.)

Beginopdracht: Aufgabe 5 (S. 93)
Check Hausaufgaben 
(Aufgabe 7-8-9)
(Lesen: Aufgabe 4)
Hören/Sehen: Mauerfall

Slide 4 - Slide

Tijdens de les
- naar elkaar luisteren
- telefoon in de kluis of onderin je rugzak (niet te zien, niet te horen)
- spullen mee (= Trabi boek A/B, schrift, pen)

Slide 5 - Slide

Entdecke die Fehler
der Regen
die Sonne
das Klima
vaker = öfter
al = schon
ungefähr [ä = ee]
zum Glück

Slide 6 - Slide

De komende periode
T02 (ergens tussen 11-19 december):
Woordjes: 
Kapitel 3, alle woordjes Duits – Nederlands en Nederlands – Duits (blz. 120-121) 

Grammatica:  
Kapitel 3: - C, Sterke werkwoorden met een e in de stam (blz. 124)
                     - E, Sterke werkwoorden met een a in de stam (blz. 125)
                     - Herhaling regelmatige werkwoorden in de t.t. (feesttenten, incl. d/t/s-klank in de                                  stam)

Leestekst 


Slide 7 - Slide

Grammatik C
Sterke werkwoorden met een 'e' in de stam

--> wat is een sterk werkwoord?


Slide 8 - Slide

Grammatik C
Wat valt je op aan onderstaande rijtjes? Kun je hier een regel uit opmaken?

- ich helfe, du hilfst, er/sie/es hilft, wir helfen, ihr helft, sie/Sie helfen
- ich esse, du isst, er/sie/es isst, wir essen, ihr esst, sie/Sie essen
- ich spreche, du sprichst, er/sie/es spricht, wir sprechen, ihr sprecht, sie/Sie sprechen

--> regel = 


Slide 9 - Slide

Grammatik C
Wat valt je op aan onderstaande rijtjes? Kun je hier een regel uit opmaken?

- ich lese, du liest, er/sie/es liest, wir lesen, ihr lest, sie/Sie lesen
- ich sehe, du siehst, er/sie/es sieht, wir sehen, ihr seht, sie/Sie sehen
- ich stehle, du stiehlst, er/sie/es stiehlt, wir stehlen, ihr stehlt, sie/Sie stehlen

--> regel = 


Slide 10 - Slide

Grammatik C
Dus:

Als je de 'e' in de stam van een sterk werkwoord kort uitspreekt (è), dan verandert de 'e' in een 'i' bij du en er/sie/es.

Als je de 'e' in de stam van een sterk werkwoord lang uitspreekt (é), dan verandert de 'e' in een 'ie' bij du en er/sie/es.


Slide 11 - Slide

Grammatik C
Uitzonderingen:

- geben: ich gebe, du gibst, er/sie/es gibt, wir geben, ihr gebt, sie/Sie geben
- nehmen: ich nehme, du nimmst, er/sie/es nimmt, wir nehmen, ihr nehmt, sie/Sie nehmen
- treten: ich trete, du trittst, er/sie/es tritt, wir treten, ihr tretet, sie/Sie treten

--> de lange 'e' in de stam wordt een 'i' (ipv 'ie). Uit je hoofd leren!


Slide 12 - Slide

Grammatik E
Sterke werkwoorden met een 'a' in de stam

--> wat is een sterk werkwoord?


Slide 13 - Slide

Grammatik C
Wat valt je op aan onderstaande rijtjes? Kun je hier een regel uit opmaken?

- ich lasse, du lässt, er/sie/es lässt, wir lassen, ihr lasst, sie/Sie lassen
- ich fahre, du fährst, er/sie/es fährt, wir fahren, ihr fahrt, sie/Sie fahren
- ich laufe, du läufst, er/sie/es läuft, wir laufen, ihr lauft, sie/Sie laufen

--> regel = 


Slide 14 - Slide

Grammatik E
Dus:

De 'a' in de stam van een sterk werkwoord verandert in een 'ä' bij du en er/sie/es (maakt niet uit of je 'm kort of lang uitspreekt).




Slide 15 - Slide

Grammatik E
Uitzonderingen:

- stoßen: ich stoße, du stößt, er/sie/es stößt, wir stoßen, ihr stoßt, sie/sie Stoßen
- halten: ich halte, du hältst, er/sie/es hält (géén tussen-e)
- laden: ich lade, du lädst, er/sie/es lädt (geen tussen-e)

--> uit je hoofd leren!


Slide 16 - Slide

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken:

- Leren: 

Slide 17 - Slide

Hausaufgaben für Freitag
- Maken:

- Leren: 



Slide 18 - Slide

Hausaufgaben für Montag
- Maken: 

- Leren: 



Slide 19 - Slide