Pronomina (possessief)

jij / je / u
mijn
jouw / je / uw
ik
hij / zij / ze
wij / we
zijn / haar
onze / ons
jullie
jullie
zij / ze
hun
possessief pronomen
singularis
pluralis
gender neutraal
hen
hun
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NT2WOStudiejaar 6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

jij / je / u
mijn
jouw / je / uw
ik
hij / zij / ze
wij / we
zijn / haar
onze / ons
jullie
jullie
zij / ze
hun
possessief pronomen
singularis
pluralis
gender neutraal
hen
hun

Slide 1 - Slide

Wij wonen nu in Asse.
... adres is Rozenstraat 8.
A
wij
B
ons
C
jullie
D
hun

Slide 2 - Quiz

Ik woon in Wemmel en
... broer woont in Leuven.
A
mijn
B
jouw
C
haar
D
uw

Slide 3 - Quiz

Mevrouw Jansen, gaat u
met ... dochter op vakantie?
A
jullie
B
jouw
C
haar
D
uw

Slide 4 - Quiz

Vera en Hilde, vertellen jullie
eens over ... vakantie?
A
jullie
B
jouw
C
haar
D
uw

Slide 5 - Quiz

Dit is Farah en ... achternaam
is Ahmany.
A
jullie
B
jouw
C
haar
D
uw

Slide 6 - Quiz

Herman, de docent,
spreekt met ... buurman

Slide 7 - Open question

Wij komen uit Mexico
en ... cursus begint maandag.

Slide 8 - Open question

Edith en Ning zitten met ...
docent in de kantine.

Slide 9 - Open question

Theresa, woont ... familie ook in België?

Slide 10 - Open question

Peter moet voor ... werk
naar Indonesië.

Slide 11 - Open question