Herhalingsles

Wat gaan we vandaag doen?

- Huiswerk af?

- Voor volgende week

-Herhalen

- Oefenmateriaal voor thuis

- Afsluiten

Voor volgende week

Op de donderdag (4 oktober) hebben jullie een voorlichtingsdag --> Mentor vertelt meer

Vrijdag 5 oktober: SO paragraaf:1.2, 1.3, 1.4 en 1.5

Wat betekend het woord
Renaissance?

1. wedergeboorte
2. burgeroorlog
3. schilderij
4. standbeeld

Waar begon de
Renaissance?

1. Italië
2. Duitsland
3. Nederland
4. Azië

1. Middeleeuwen
2. Renaissance

1. Middeleeuwen
2. Renaissance

1. Middeleeuwen
2. Renaissance

1. Middeleeuwen
2. Renaissance

Wie is wie?

1. Luther, Calvijn, Erasmus
2. Calvijn, Erasmus, Luther
3. Calvijn, Luther, Erasmus
4. Erasmus, Calvijn, Luther

Wie had er vele volgelingen in de Nederlandse gebieden?

1. Calvijn
2. Luther
3. beide

Wie had er vele volgelingen in de Duitse gebieden?

1. Calvijn
2. Luther
3. beide

Maarten Luther had ... punten van kritiek op de katholieke kerk.

1. 75
2. 85
3. 95
4. 105

Welke bewering over Maarten Luther is NIET waar?

1. Maarten Luther was van oorsprong een katholieke monnik.
2. Maarten Luther was volgens Karel V een ketter.
3. Maarten Luther was volgens Filips II een ketter.
4. Maarten Luther was de oprichter van het Calvinisme.

Wat is "de Reformatie"?

1. Kerkhervorming in de 16e eeuw
2. refreshen in de 16e eeuw
3. vernieuwen in de 16e eeuw
4. verbeteringen in de 16e eeuw

Wanneer begon de Nederlandse Opstand?

1. 1560
2. 1566
3. 1568
4. 1572

Hoe heette de leider van de Nederlandse opstand?

1. Willem van Oranje
2. Fillips II
3. Christoffel Columbus
4. Willem-Alexander

Wat is een andere benaming voor
de Nederlandse opstand?

1. De 60-jarige oorlog
2. De 80-jarige oorlog
3. De 70-jarige oorlog
4. De 50-jarige oorlog

Wat wordt er met de Beeldenstorm bedoeld?

1. Protestanten plunderen en vernielden katholieke kerken in 1566.
2. Dan waait het zo hard dat zelfs beelden omver waaien.
3. Periode waarin Willem van Oranje vocht tegen Filips II in 1568.
4. De hertog van Alva komt in de Nederlanden aan.

Wat is "propaganda"?

1. Een manier van denken en voelen.
2. Iemand die mooie dingen maakt.
3. Ervoor zorgen dat iemand iets gaat denken.
4. Iemand die de plaatsvervanger is van de vorst.

Oefenen

- Maak opdrachten uit het werkboek.

- Maak opdrachten uit Teams (Oefenmateriaal thuis).

- Maak een samenvatting van de paragrafen. 

- Neem je aantekeningen goed door!

- Zoek afbeeldingen op bij begrippen. 

Afsluiten

Vrijdag 5 oktober het 4e uur: SO paragraaf: 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5

Vragen tijdens het leren?

- Zoek mij op de woensdag en donderdag op

- Vragen kun je met een privé berichtje via Insta sturen!