This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Interactief leren over geld
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doel van de les
Aan het einde van deze les kun je de basisprincipes van geld begrijpen en toepassen.
Slide 2 - Slide
Introduceer het doel van de les en leg uit wat de studenten kunnen verwachten.
Wat weet je al over geld?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is geld?
Geld is een ruilmiddel waarmee goederen en diensten worden gekocht.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat geld is en waarvoor het wordt gebruikt.
Soorten geld
Er zijn twee soorten geld: contant geld en digitaal geld.
Slide 5 - Slide
Leg uit wat contant geld en digitaal geld is en wat de verschillen zijn.
Waarde van geld
De waarde van geld wordt bepaald door vraag en aanbod.
Slide 6 - Slide
Leg uit hoe de waarde van geld wordt bepaald en hoe vraag en aanbod hierbij een rol spelen.
Budgetteren
Budgetteren betekent dat je je geld plant en beslist hoe je het uitgeeft.
Slide 7 - Slide
Leg uit wat budgetteren is en waarom het belangrijk is.
Spel: Budgetteren
Laat de studenten in groepjes een budget maken voor een week en deel daarna hun resultaten.
Slide 8 - Slide
Geef instructies voor het spel en moedig de studenten aan om na te denken over hun uitgaven.
Sparen
Sparen betekent dat je geld opzij zet voor later.
Slide 9 - Slide
Leg uit waarom sparen belangrijk is en hoe je kunt beginnen met sparen.
Opdracht: Sparen
Geef de studenten de opdracht om een spaardoel te stellen en een plan te maken om dat doel te bereiken.
Slide 10 - Slide
Geef instructies voor de opdracht en moedig de studenten aan om realistische doelen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.