klinische les collumfractuur

Collumfractuur
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Collumfractuur

Slide 1 - Slide

Jullie kennistesten

Slide 2 - Slide

Wat is een collumfractuur en waar bevindt deze zich in het lichaam?
A
heupbreuk en in het dijbeen
B
heupbreuk en in het heupgewricht
C
knieschijfbreuk en in de knie
D
sleutelbeenbreuk en in schouder

Slide 3 - Quiz

Welke beeldvormende technieken worden gebruikt om een collumfractuur vast te stellen?
A
rontgenfoto
B
ct scan
C
MRI
D
Echografie

Slide 4 - Quiz

Welke behandelingsmogelijkheden zijn er voor een collumfractuur?
A
heup in een bepaalde stand gefixeerd
B
de heup met schroeven, platen of een pen
C
Kop-halsprothese
D
Totale heupprothese

Slide 5 - Quiz

Welke complicaties kunnen optreden na een collumfractuur?
A
Hart en vaatziekten
B
Blaasontsteking
C
Delier
D
Pneumonie

Slide 6 - Quiz

Wat zijn belangrijke maatregelen om vallen bij ouderen te voorkomen?
A
wandelen
B
losse tapijt
C
omgeving
D
slaapmedicatie

Slide 7 - Quiz

Welke hulpmiddelen worden vaak gebruikt tijdens de revalidatie van een collumfractuur?
A
looprek
B
loopkruk
C
rolstoel

Slide 8 - Quiz

Stel dat een patiënt na een collumfractuur klaagt over aanhoudende pijn en moeite met bewegen. Wat kan een mogelijke oorzaak zijn?
A
stoten
B
zenuwpijn
C
onvoldoende genezing
D
vocht vasthouden

Slide 9 - Quiz

Wat is een collumfractuur?
Een collumfractuur is een medische term voor een breuk in de hals van het dijbeen (femurhals), net onder de heupkop. Dit type fractuur komt vaak voor bij ouderen, vooral bij mensen met osteoporose.

Slide 10 - Slide

Anatomie en achtergrond
• Locatie: De collumfractuur bevindt zich in de femurhals, het smalle deel van het dijbeen dat de heupkop verbindt met de schacht van het dijbeen.
• Belangrijke structuren:
o Bloedtoevoer: De femurhals heeft een kwetsbare bloedtoevoer via de arteria circumflexa femoris (dijslagader), wat van invloed kan zijn op de genezing.   
o Gewrichten: De fractuur beïnvloedt de heupfunctie, die essentieel is voor mobiliteit.

Slide 11 - Slide

Oorzaken
De meest voorkomende oorzaak van een collumfractuur is een val, waarbij het gewicht op de heup terechtkomt. Andere oorzaken kunnen zijn:
• Botontkalking (osteoporose)
• Verkeersongevallen
• Tumoren in het bot
• Bepaalde botziekten
• Medicatie die botverlies veroorzaakt (bijv. corticosteroïden).

Slide 12 - Slide

Symptomen
Een collumfractuur gaat vaak gepaard met de volgende symptomen:
• Hevige pijn in de heup of lies, dat erger wordt bij beweging
• Onvermogen om gewicht op het aangedane been te dragen
• Moeilijk lopen of staan
• Een verkort been
• Een naar buiten gedraaide voet
• Zwelling of blauwe plekken rond de heup


Slide 13 - Slide

Diagnose
Anamnese: Vragen over de val, pijnklachten, en eerdere botproblemen.
Lichamelijk onderzoek: Inspectie van beenlengte, rotatie en pijnpunten.
Beeldvorming:
• Röntgenfoto: Eerste keuze voor het bevestigen van de breuk.
• MRI of CT-scan: In twijfelgevallen, zoals niet-zichtbare breuken op een röntgenfoto.
Classificatie van de fractuur:
• Garden-classificatie: Geeft de ernst van de breuk aan, van onvolledige breuken (type I) tot volledig verplaatste breuken (type IV).

Slide 14 - Slide

Behandeling
Niet-chirurgische behandeling:
• Zeldzaam en alleen bij patiënten met lage functionele eisen of ernstige comorbiditeiten(meerdere aandoeningen tegelijk)
• Rust en pijnbestrijding, vaak gecombineerd met fysiotherapie.
Chirurgische behandeling:
• Schroeffixatie: Voor jonge patiënten of bij niet-verplaatste fracturen.
• Heupkopvervanging (hemi-artroplastiek): Bij oudere patiënten of bij een verplaatste fractuur.
• Totale heupprothese: Bij actieve patiënten, vooral als er al sprake is van slijtage (artrose).

Slide 15 - Slide

Complicaties
Na een collumfractuur kunnen verschillende complicaties optreden, zoals:
• Infectie
• Avasculaire necrose: door onvoldoende toevoer naar de heupkop
• Trombose
• Longontsteking
• Decubitus (doorligwonden)
• Non- union: onvoldoende genezing van de fractuur
• Heupluxatie (heup uit de kom)

Slide 16 - Slide

Herstel
Het herstel na een collumfractuur duurt meestal enkele maanden. 
• Mobilisatie: Vroege mobilisatie onder begeleiding van een fysiotherapeut om complicaties zoals trombose te voorkomen.
• Fysiotherapie: Gericht op kracht, balans en mobiliteit.
• Hulpmiddelen: Gebruik van looprekken of krukken om belasting te minimaliseren.
• Voeding: Calcium- en vitamine D-supplementen om botgenezing te ondersteunen.

Slide 17 - Slide

Preventie
• Osteoporose management:
o Botdichtheid meten bij risicopatiënten.
o Medicatie zoals bisfosfonaten voorschrijven.
• Valpreventie:
o Verbeteren van balans en spierkracht.
o Aanpassen van de woonomgeving (bijv. geen losse tapijten, goede verlichting).
• Leefstijl: Gezonde voeding en lichaamsbeweging om botten sterk te houden.

Slide 18 - Slide

Prognose
• Genezing: Bij adequate behandeling is de prognose meestal goed, maar ouderen kunnen beperkt blijven in hun mobiliteit.
• Sterftecijfers: Tot 30% van de patiënten overlijdt binnen een jaar, vaak door complicaties of comorbiditeiten.
• Langetermijneffecten: Chronische pijn, verminderde mobiliteit en verlies van onafhankelijkheid komen regelmatig voor.

Slide 19 - Slide

actieve werkvorm
moodboard 

Slide 20 - Slide

casus
De heer Jansen, een 68-jarige man, is opgenomen na een operatie aan een collumfractuur (heupfractuur) links, ontstaan na een val thuis. De operatie betrof een dynamische heupschroef (DHS) fixatie. Hij bevindt zich nu op dag 2 postoperatief.

Slide 21 - Slide

klinisch redeneren
1. Oriëntatie op de situatie:
Patiëntinformatie: Een 68-jarige patiënt na een heupoperatie.
Huidige toestand: Postoperatief, herstellend van een collumfractuur.

2. Klinische problematiek:
Mogelijke complicaties: Infecties, trombose, pijnmanagement, mobiliteitsproblemen.

3. Aanvullend klinisch onderzoek:
Observaties: Controleer de wond op tekenen van infectie, beoordeel de pijnscore, observeer mobiliteit en algemene conditie.
Diagnostiek: Eventueel bloedonderzoek, röntgenfoto’s om de genezing te volgen.



4. Klinisch beleid:
Behandelplan: Pijnbestrijding, wondverzorging, fysiotherapie om mobiliteit te bevorderen, preventie van complicaties zoals trombose.
Medicatie: Pijnstillers, eventueel antibiotica bij tekenen van infectie, antistollingsmiddelen.

5. Klinisch verloop:
Evaluatie: Regelmatige evaluatie van de wond, pijnniveau, mobiliteit en algemene conditie.
Aanpassingen: Pas het behandelplan aan op basis van de evaluaties en de voortga.ng van de patiënt.

6. Nabeschouwing:
Terugblik: Bespreek met het team wat goed ging en wat verbeterd kan worden.
Patiëntvoorlichting: Geef de patiënt en familie informatie over het verdere herstel en preventie van toekomstige valincidenten.

Slide 22 - Slide

standaard verpleegplan

Diagnose: Collumfractuur.

Doelen:
• Pijn verminderen.
• Mobiliteit verbeteren.
• Complicaties voorkomen.
• Zelfzorg bevorderen.
 Interventies:
• Pijnmanagement: Regelmatige pijnbeoordeling en medicatie.
• Mobiliteit: Vroege mobilisatie en oefeningen met fysiotherapie.
• Complicatiepreventie: Wondverzorging, tromboseprofylaxe, en monitoring van vitale functies.
• Zelfzorg: Voorlichting over herstel en wondverzorging.
Evaluatie: 
  • Regelmatige voortgangsbeoordeling en aanpassing van het plan.

Slide 23 - Slide

Wat is een collumfractuur?
A
Een breuk in de pols
B
Een breuk in de femurhals
C
Een schouderdislocatie
D
Een knieblessure

Slide 24 - Quiz

Welke symptomen komen vaak voor?
A
Koude handen
B
Misselijkheid
C
Hoofdpijn
D
Hevige pijn in de heup

Slide 25 - Quiz

Wat is de eerste keuze voor diagnose?
A
Bloedtest
B
MRI-scan
C
Röntgenfoto
D
Hartfilmpje

Slide 26 - Quiz

Wat is een veelvoorkomende oorzaak?
A
Voetbaldans
B
Een val op de heup
C
Zwemongeluk
D
Overbelasting van de knie

Slide 27 - Quiz

Wat is de behandeling voor actieve patiënten?
A
Heupkopvervanging
B
Totale heupprothese
C
Niet-chirurgische behandeling
D
Schroeffixatie

Slide 28 - Quiz

Wat is belangrijk voor herstel na een fractuur?
A
Vroege mobilisatie onder begeleiding
B
Rust en immobilisatie
C
Geen fysiotherapie
D
Geen hulpmiddelen gebruiken

Slide 29 - Quiz

Welke complicatie kan ontstaan door onvoldoende bloedtoevoer?
A
Infectie
B
Avasculaire necrose
C
Longontsteking
D
Trombose

Slide 30 - Quiz

Wat is een veelvoorkomende langetermijneffect?
A
Verminderde mobiliteit
B
Verhoogde botdichtheid
C
Volledige onafhankelijkheid
D
Geen pijn

Slide 31 - Quiz