2.2 Optellen en aftrekken

1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Getallijn

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 2 
Rekenen met negatieve getallen
2.2 Optellen en aftrekken

Slide 3 - Slide

LES VAN VANDAAG
Herhaling vorige les
Lesdoelen
Huiswerk nakijken
Instructie
Zelfstandig werken
Afsluiten les

Slide 4 - Slide

LESDOELEN
Ik kan het verschil in temperatuur berekenen.

Ik kan bij een negatief getal een getal optellen of aftrekken.

Slide 5 - Slide

HERHALING

Slide 6 - Slide

-3
-7
-7
7
-10
-10
Sleep naar de goede plek
Positieve getallen
Negatieve getallen
>
=
<

Slide 7 - Drag question

Welk teken moet hiertussen?

-12 ..... 5
A
<
B
>
C
=

Slide 8 - Quiz

Wat is het tegengestelde getal van 10?
A
100
B
11
C
-11
D
-10

Slide 9 - Quiz

Welk teken moet hiertussen?

12 ..... 5
A
<
B
>
C
=

Slide 10 - Quiz

HUISWERKCHECK

Slide 11 - Slide

Tekens > , < , =

Slide 12 - Slide

THEORIE

Slide 13 - Slide

Wat gaan we deze les doen?


- Uitleg boek
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil 
tussen de thermometers?
Aanpak:
  • Je telt van −5 °C naar 0 °C. Dat is gelijk aan 5.
  • Daarna tel je van 0 °C naar 8 °C. Dat is gelijk aan 8.
  • Daarna tel je deze getallen bij elkaar op: 5 + 8 = 13.
  • Het temperatuurverschil tussen de thermometers is 13 graden.

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen thermometer 3 en 4?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 3?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 4?

  • Wat is het verschil tussen de thermometers?

Slide 16 - Slide

Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen -9 graden en 7 graden
A
-16
B
-2
C
2
D
16

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Zelfstandig werken
2.2 Optellen en aftrekken
Bladzijde 85 t/m 91

Slide 21 - Slide

-8 + 3 =
A
11
B
-5
C
5
D
-11

Slide 22 - Quiz

-1 - 1 =
A
0
B
1
C
2
D
-2

Slide 23 - Quiz

Moeilijk: -4 -- 6 =
A
10
B
2
C
6
D
-10

Slide 24 - Quiz

Huiswerk 29 mei
2.2 Optellen en aftrekken
Bladzijde 85 t/m 91

Slide 25 - Slide