2.2 Optellen en aftrekken

Welkom
Paragraaf 2.2 Rekenen met negatieve getallen
Leg bladzijde 85 voor je open.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Paragraaf 2.2 Rekenen met negatieve getallen
Leg bladzijde 85 voor je open.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Lesdoelen
  • Uitleg:
       -  Rekenen met negatieve getallen (2 lessen)


  • Zelfstandig werken: zonder rekenmachine!





Slide 2 - Slide

Welk teken moet hiertussen?

27,5 ..... -72,5
A
<
B
>
C
=

Slide 3 - Quiz

Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen -9 graden en 7 graden
A
-16
B
-2
C
2
D
16

Slide 4 - Quiz

Lesdoelen 2.2
  • Je kunt het verschil in temperatuur berekenen (les 1)

  • Je kunt bij een negatief getal een getal optellen of aftrekken (les 2)

Slide 5 - Slide

Getallijn

Slide 6 - Slide

Tekens > , < , =

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil 
tussen de thermometers?
Aanpak:
  • Je telt van −5 °C naar 0 °C. Dat is gelijk aan 5.
  • Daarna tel je van 0 °C naar 8 °C. Dat is gelijk aan 8.
  • Daarna tel je deze getallen bij elkaar op: 5 + 8 = 13.
  • Het temperatuurverschil tussen de thermometers is 13 graden.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen thermometer 3 en 4?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 3?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 4?

  • Wat is het verschil tussen de thermometers?

Slide 9 - Slide

Je kan het!
Even oefenen

Slide 10 - Slide

Hoeveel graden is het verschil tussen -4 graden en 21 graden
A
4 graden
B
17 graden
C
25 graden
D
geen idee

Slide 11 - Quiz

Het Nederlandse kouderecord staat op -27 graden
Het Nederlandse warmterecord staat op 41 graden
Hoeveel graden is het verschil?
A
26 graden
B
14 graden
C
68 graden
D
-14 graden

Slide 12 - Quiz

De temperatuur 's ochtends is -6 graden.
In de middag is het 5 graden warmer.
Wat is de temperatuur?
A
-5 graden
B
-1 graden
C
1 graden
D
11 graden

Slide 13 - Quiz

Aan de slag met 2.2
Deze les maak je alleen opgave 19, 20, 21 en 22
(bladzijde 86) Je maakt dus alles op je strookje tot het roze streepje.

Je mag samenwerken.

Klaar = nakijken.

Slide 14 - Slide

Uitleg theorie les 2

Slide 15 - Slide

Optellen en eraf halen met getallenlijn
Opgave:
Bereken -8 + 12

Aanpak:
  • Ga eerst van -8 naar de 0
  • Je hebt dan 8 stappen vooruit gedaan van de 12 stappen.
  • Je houd dan nog 4 stappen over.    -8 + 12 = 4

Slide 16 - Slide

Optellen en afhalen met getallenlijn
Opgave:
Bereken -3 - 12

Aanpak:
  • Ga 12 stappen achteruit
  • -3 - 12 = -15

Slide 17 - Slide

-8 + 3 =
A
11
B
-5
C
5
D
-11

Slide 18 - Quiz

-1 - 1 =
A
0
B
1
C
2
D
-2

Slide 19 - Quiz

-4 + 6 =
A
10
B
2
C
6
D
-10

Slide 20 - Quiz

Aan de slag met 2.2




Maken: opdracht  28, 29, 30, 31 en 32.

(bladzijde 89)


Zelfstandig of op fluistertoon met buurman/buurvrouw


Klaar = werk nakijken



Slide 21 - Slide