spelling blok 4

Welkom!
Ga lekker zitten in teams, 

nodig: boek, schrift, pen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga lekker zitten in teams, 

nodig: boek, schrift, pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

Spelling: blok 4 - samenstellingen


--> tekst verbeteren

Slide 2 - Slide

Doelen:

Spelling:

- Je kunt langere samenstellingen correct spellen.

- Je weet wanneer je woorden los of aaneen schrijft.

- Je weet welke tussenletters je gebruikt bij samenstellingen.

Slide 3 - Slide

Vorige les - samenvatting schrift
Spelling hoofdstuk 2 en 3: 
(Herhaling) regels meervoud
(Herhaling) regels verkleinwoorden
(Herhaling) regels apostrof
Regels trema

Slide 4 - Slide

Los of aaneenschrijven?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Aaneenschrijven of los?

1 Samenstellingen die één betekenis hebben, schrijf je aaneen (behalve bij getallen of tekens)

lageloonlanden, hogedrukreiniger, langeafstandloper, @-teken, 50 eurobiljet

2 Splitswerkwoorden (scheidbaar samengestelde werkwoorden)

pianospelen, stukmaken, opgerookt

3 Combinaties van een voorzetsel met bijwoord of twee bijwoorden schrijf je aaneen

eroverheen, waardoor, daarboven


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tussenletters bij samenstellingen

Slide 14 - Slide

Tussenletter in samenstellingen


Een samenstelling is een woord dat is opgebouwd uit twee of meer woorden die ieder zelfstandig kunnen voorkomen. Soms is er een extra 'tussenletter' nodig om deze woorden aan elkaar te kunnen 'plakken'.





Slide 15 - Slide

Er zijn diverse vormen van samenstellingen:

- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 16 - Slide

Tussenletter –s-
Je schrijft een –s- als je die hoort. Jongensboek, geluidsbron.

Soms kun je dit niet horen. Zoek dan een andere samenstelling waarbij je het wel kunt horen.
       Voorbeeld: dorp + straat
      dorpstraat of dorpsstraat?

Vul een ander woord in: dorpplein of dorpsplein? --> dorpsstraat


Slide 17 - Slide

Tussenletter -(e)n
Basisregel: je schrijft bij ‘gewone’ samenstellingen altijd –(e)n.
Krant + jongen = krantenjongen
Beest + bende = beestenbende
Aap + rots = apenrots
Stoel + dans = stoelendans
Boek + kast = boekenkast
Hond + hok = hondenhok


Slide 18 - Slide

Je schrijft een tussenletter -e-:

- Als het eerste deel een werkwoord of versterkend woord is

dronkelap, beresterk

- Als het eerste deel een uniek persoon of een unieke zaak is (er is er maar een van)

zonnescherm, Koninginnedag

- Als het woord niet meer herkenbaar is als samenstelling

ellepijp, schattebout

Slide 19 - Slide

Je schrijft een tussenletter -e-:

- Als het eerste deel  geen meervoud heeft

rijstepap, ereplek

- Als het eerste deel alleen een meervoud op -s heeft

horlogemaker

- Als het eerste deel een meervoud op -s en -n heeft

secondewijzer


Slide 20 - Slide

Leg het verschil uit!

Slide 21 - Slide

Tussenletter in samenstellingen
Het meervoud van ‘tomaat’ is ‘tomaten’. De samenstelling schrijf je dus ook met –en.

Het meervoud van ‘groente’ is ‘groentes’ én ‘groenten’. De samenstelling schrijf je dus alleen met een –e.

Slide 22 - Slide

Leg uit

Slide 23 - Slide

Tussenletter in samenstellingen
Het meervoud van ‘aap’ is ‘apen’. De samenstelling schrijf je dus ook met –en.

Bij ‘apetrots’ versterkt het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord, namelijk ‘trots’. In de samenstelling schrijf je dus alleen een -e

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Tekst verbeteren, hoe?
1) Zelfstandig: arceer en verbeter de fouten in de tekst
(6 minuten)
2) Tweetallen: bespreek samen de gevonden fouten en vul elkaar aan (leg uit aan elkaar waar de fout zit) (5 minuten)
3) Kijk samen na met behulp van het nakijkblad. 

timer
1:00

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link