1h/v Chapitre 5 bron D & E

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Programme

• Bloc D: explication
•  Les mots de bloc A & B

Faites un petit script

Wat betekent :
Mon anniversaire

la piscine

bavarder

inviter

sans

vite

le soir

avoir besoin de

quelque chose

kletsen

nodig hebben

de avond

zonder

snel

iets

uitnodigen

het zwembad

- Tu as passé des bonnes vacances? 

- Avec qui?

- C'est qui, Simon/Enzo?

- C'était bien?

- C'est quand ton anniversaire?

 - Oui, j'ai fêté mon anniversaire

- Oui, on a regardé un film

- J'ai visité/regardé/joué/ fait...

- Avec ma famille et Simon

- Avec mes copains et Enzo

- C'est mon ami / C'est mon cousin

- Oui, c'était super/ génial!

- C'est le trois janvier. 

Vertel wie je bent, waar je woont en hoe oud je bent.

Vertel dan over hoe je vakantie was:

- wat heb je gedaan?

- met wie? en wie zijn dat? omschrijf dan een vriend(in)

- was het leuk?

Gebruik de zinnen van bron C & G op pagina 42.

Weet je niet meer hoe je je moet voorstellen in het Frans? 

Op pagina 160 vind je alle zinnen die je dit jaar hebt geleerd!

drôle

jouer

gagné

perdu

fêter

le repas

le jour

la chose

spelen

de dag

de maaltijd

verloren

vieren

het ding

gewonnen

grappig

Combinez les couleurs

jaune

bleu

noir

gris

rouge

vert

blanc

orange

rose

brun /
marron

violet

la tante

la grand-mère

la soeur

le frère

le père

le cousin

l'oncle

la mère

la cousine

le grand- père

de tante

de opa

de nicht

de oom

de zus

de moeder

de broer

de neef

de oma

de vader

Passé composé

Chapitre 5:

Passé composé

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je hoe je de passé composé maakt. 

Voltooide tijd =

Passé Composé

Ik heb gedanst = J'ai dansé

On a regardé un film

Noem een zin dat in de passé composé staat (Nederlands!)

Passé composé bestaat uit:

Nederlands: hebben + voltooid deelwoord

ik heb een appel gegeten

Frans: avoir + voltooid deelwoord

j'ai mangé une pomme

Hoe maak je het?

Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "

 J'ai parlé (parler = praten)               = Ik heb gepraat 

 On a chanté (chanter = zingen)    = We hebben gezongen                                 

COMBINEZ:

Avoir: il,elle,on

Avoir: nous

Avoir: vous

Avoir: ils,elles

Avoir: tu

Avoir: j'

avons

ont

ai

avez

as

a

Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Geef z.s.m. het rijtje van AVOIR weer.

Attention!!

Passé composé bestaat ALTIJD uit een hulpwerkwoord ÈN een voltooid deelwoord!!! 

Houd altijd het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord bij elkaar!

Bijvoorbeeld: Ik heb een hamburger gegeten = J'ai mangé un hamburger.

Regardez bien!!!

Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa ...….

1. ai
2. as
3. a
4. avons

Le chien a mangé une glace.

1. De hond eet een ijsje.
2. De hond at een ijsje.
3. De hond heeft een ijsje gegeten.
4. De hond had een hoed op.

De hond heeft gedanst

1. Le chien a danse
2. Le chien ont dansé
3. Le chien dansé
4. Le chien a dansé

Hij heeft gepraat

1. Il a parlé
2. Ils ont parlé
3. Elle a parlé
4. Nous avons parlé

Vertaal:
elles ont dansé

Je (habiter)

vous (marcher)

nous (danser)

Vertaal:
u heeft gewoond (habiter)

Vertaal:
jij hebt gegeten (manger)

Hoe maak je de passé composé?

Samenvatting:

Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

vorm van AVOIR + voltooid deelwoord (é)

Nous avons joué ensemble.

Wij hebben samen gespeeld.

Kortom:

 

- Leer eerst het rijtje van avoir nog eens.

- Vervolgens moet je goed onthouden dat er altijd een voltooid deelwoord achteraan komt: dansé, chanté, parlé, commencé etcetera...

Geef aan of je zelfstandig verder kunt werken of dat je nog hulp nodig denkt te hebben. Vul in : ZELF of HULP

la piscine

bavarder

inviter

sans

vite

le soir

avoir besoin de 

quelque chose

drôle

jouer

gagné

perdu

fêter

le repas

le jour 

la chose

                 Travail individuel

Faire:                   exercices 16 &17 

                 (ook de steropdracht!) à la page 22

                           

Apprendre:           Bloc C & E   p.41 & 42

                 Travail individuel

Faire:                   exercices 20, 21 & 22 

                             à la page 28

                           

Apprendre:           Bloc C & E   p.41 & 42