Paragraaf 3 De woningfinanciering

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Programma

Herhaling paragraaf 4.2

Huiswerk gemaakt paragraaf 4.2

Uitleg en maken paragraaf 4.3

Woning kopen 

Taxatierapport

Koopcontract

Financiering

Kadaster

Transportakte

Makelaar

Ontbindende voorwaarde

Leerdoelen

Ik kan uitleg geven over woningfinanciering (hypotheek).

npo.nl

4.3 Woningfinanciering 

Hypotheek 

- lening

- rente en aflossing

-woning als onderpand

- Inkomen van de koper(s)

Hypotheek

hypotheeklening 

huis = onderpand 

vaak 30 jaar

Hypotheek lasten

- Hoogte hypotheek
- Looptijd 
- Rentepercentage 
 

Rentepercentages kunnen vast zijn of variabel. De lasten kunnen hierdoor stijgen of dalen. 

- Banken zijn streng tegenwoordig waardoor bijna iedereen de lasten kan betalen. 

- Bij werkenloosheid kan iemand soms moeten verhuizen. 

Onder water? 

Hypotheek en waarde woning

Rentepercentage

• Variabele rente  
• de bank kan het rentepercentage veranderen
• Vaste rente 
• het rentepercentage staat vast gedurende een afgesproken periode.

Maximaal hypotheekbedrag

• hoogte van je inkomen
• de getaxeerde waarde van  het huis

Soorten hypotheek

• Annuïteit
• Lineair

Annuïteit

• Maandbedrag blijft hetzelfde
• In het begin veel rente en weinig aflossing

Lineair

• Maandbedrag wordt steeds lager
• Aflossing blijft gelijk 
• Dus steeds minder rente

Hypothecaire lening

• De hypotheek bestaat uit aflossing en rente
• Rente betaal je maar zorgt NOOIT voor daling van de hypotheekschuld.
• Rente is de vergoeding voor de bank voor een lening. Risico en winst van de bank.

Rekensom hypothecaire lening

• Stel je sluit een lineaire hypotheek af van € 240.000. De looptijd van de lening is 30 jaar. De rente bedraagt 3% per jaar. Aan rente en aflossing betaal je in het eerste jaar samen € 14.600.
• Hoeveel lossen ze in het eerste jaar af op hun hypotheek?
• Totale bedrag jaar 1 = aflossing + rente = € 14.600
• Rente =  € 220.000  x 3 = € 6.600
•                            100
• Aflossing = € 14.600 - € 6.600 = € 8.000
• (  Elk jaar wordt er namelijk afgelost € 240.000 : 30= € 8.000)

Leerdoelen

Ik kan uitleg geven over woningfinanciering (hypotheek).

Huiswerk

Maken paragraaf 4.3