Oefenen kruisingen

Uit de resultaten van één bepaalde
kruising is met zekerheid af te leiden,
dat het gen voor korte haren
dominant is. Welke kruising is dit?
A
kruising 1 x 2
B
kruising 3 x 4
C
kruising 5 x 6
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Uit de resultaten van één bepaalde
kruising is met zekerheid af te leiden,
dat het gen voor korte haren
dominant is. Welke kruising is dit?
A
kruising 1 x 2
B
kruising 3 x 4
C
kruising 5 x 6

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdhaar groeit bij de kruin een bepaalde kant op. De groeirichting is erfelijk bepaald. Het gen voor de groeirichting naar rechts is dominant (G).
Een man en een vrouw krijgen een kind. De man is heterozygoot voor de groeirichting van het haar. Bij de vrouw groeit het haar naar links.
Hoe groot is de kans dat bij het kind het haar naar links groeit? Maak een kruisingsschema.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de genotypen van: 
Sandra, Hans, Karin en Stefan. Gebruik A en a.
I

II

III

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Sandra, Hans
Karin en Stefan

Slide 4 - Open question

Sandra: Aa
Hans: Aa
Karin: Aa
Stefan: aa
Hier is sprake van co-dominante allelen Az (zwart) en Aw (wit)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is het genotype van man 7? (generatie II)
A
Azz
B
AzAz
C
AwAz
D
Az

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Generatie II, vrouw 3 en man 4 krijgen nog een kind. Wat is de kans op wit?
A
0%
B
50%
C
100%
D
25%

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Leeuwenbekjes hebben witte, roze of rode bloemen.
Uit welke kruising kun je concluderen dat de bloemkleur bij deze planten een intermediair fenotype is?
A
roze bloemen x roze bloemen → rode bloemen
B
roze bloemen x witte bloemen → witte bloemen
C
witte bloemen x rode bloemen → roze bloemen
D
witte bloemen x witte bloemen → witte bloemen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Twee witte Leghorns worden met elkaar gekruist.
De stamboom geeft de resultaten van deze kruising weer.
Wat is het genotype van de ouders?
A
Beide hebben genotype AA
B
Beide hebben genotype aa
C
Beide hebben genotype Aa
D
Eén van beide heeft genotype AA, de ander Aa.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

In een kooi zitten 6 zwarte muizen. Na een poosje zijn er 60 muisjes geboren. 17 met een bruine vacht, 43 met een zwarte vacht. Als ik de bruine nakomelingen met elkaar kruis, hoeveel van de jongen die uit deze kruising komen, zullen naar verwachting zwart zijn?
A
100%
B
75%
C
50%
D
0%

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bij het kippenras Andalusiërs zijn er drie verschillende fenotypen voor de verenkleur: zwart, wit en blauw. De blauwe kleur is een intermediair fenotype.
Een blauwe kip wordt gekruist met een blauwe haan.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling uit deze kruising blauwe veren heeft?
A
25%
B
50%
C
27%
D
100%

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions