1.4 geslachtskenmerken, hormonen en menstruatiecyclus

1.4 geslachtskenmerken, hormonen en menstruatiecyclus
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

1.4 geslachtskenmerken, hormonen en menstruatiecyclus

Slide 1 - Slide

leerdoelen
je kent het verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken
je kent de werking van geslachtshormonen
je kent het verloop van de menstruatiecyclus

Slide 2 - Slide

Primaire geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken zijn bij de geboorte aanwezig 

Primaire geslachtskenmerken jongen: Penis en balzak.

Primaire geslachtskenmerken meisje: Vagina en schaamlippen

Slide 3 - Slide

Secundaire geslachtskenmerken


Secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen zich in de puberteit.

Slide 4 - Slide

Hormonen
  • hormoonklieren  maken hormonen.
  • gaan via bloed naar andere organen.

Slide 5 - Slide

Hypofyseklier
  1. De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
  2. Het maakt o.a.het groeihormoon
  3. De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)

Slide 6 - Slide

Zaadballen 
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • Zaadballen maken het mannelijk gelachtshormoon: testosteron. 
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen (zoals zwaardere spieren)
  • maken vanaf de puberteit zaadcellen.

Slide 7 - Slide

Vrouwelijke geslachtshormonen
Hormonen die in de eierstokken worden gemaakt, zoals oestrogeen.

Slide 8 - Slide

Menstruatiecyclus 
  • Menstruatiecyclus               Ovulatie                     menstruatie ongesteldheid

Slide 9 - Slide

Menstruatiecyclus 
(niet zwanger)
Menstruatiecyclus
(wel zwanger)

Slide 10 - Slide

Ovulatie

Slide 11 - Slide

Ovulatie

Slide 12 - Slide

maken
We gaan eerst opdracht 17 en 18 maken en daarna bespreken

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

maken
we gaan nu verder met opdracht 17,18,19,20,21 en 22 en bespreken

Slide 15 - Slide