dinsdag 1 april

dinsdag 1 april
  • woordenschat
  • zelfstandig werken (spreken Mohammad H)
  • vervolg emoties
Anas; ondertekenen stage overeenkomst

iedereen: URENLIJSTEN MAART!

uitdelen examens PvB
donderdag oortjes mee; oefenen luisteren!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

dinsdag 1 april
  • woordenschat
  • zelfstandig werken (spreken Mohammad H)
  • vervolg emoties
Anas; ondertekenen stage overeenkomst

iedereen: URENLIJSTEN MAART!

uitdelen examens PvB
donderdag oortjes mee; oefenen luisteren!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bingo
Afschuw- bedroefd- perplex staan- verrast-walging-somber
omwonende
verbroedering
verspreiden
opgevangen (opvangen)
geschrokken (schrikken)
ontstond (0ntstaan) 



1. Maak een zin met het woord.  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

mededelingen
  • spreken/gesprekken op  woensdag 16 april; rooster komt nog

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

emoties
Leerdoel:
  •  Ik weet welke 6 basisemoties er zijn.
  • Ik kan de 6 basisemoties herkennen én ik weet hoe ik bij iedere emotie kan reageren. 
  • Ik ken synoniemen voor de 6 basisemoties.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

6 basisemoties

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

emoties
Leerdoel;
Ik kan nog 2 positieve en 2 negatieve emoties herkennen en ik weet hoe ik moet reageren.
Ik ken synoniemen voor deze emoties. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

  • lezen bladzijde over emoties en situaties
  • zoek de juiste taal bij de juiste emotie. Voor de klas de studenten die overblijven (zitten) Dankbaarheid-enthousiasme- teleurstelling-radeloosheid

maken oefening 1 tot en met 3, 5 en 6

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

emoties
Leerdoel;
Ik kan nog 2 positieve en 2 negatieve emoties herkennen en ik weet hoe ik moet reageren.
Ik ken synoniemen voor deze emoties. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions