GT3 G&R Hoofdstuk 1 Procenten - Herhaling

H1 -Procenten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1 -Procenten

Slide 1 - Slide

Wat betekent procent?
A
Honderd
B
een gedeelte
C
per honderd
D
geen idee

Slide 2 - Quiz

Maak van deze breuken procenten.
a. 3/10 = ……… %
b. 2/4 = ………. %
c. 8/20 = ……….. %
d. 3/5 = ………. %

Slide 3 - Open question

Bereken 6% van 410

Slide 4 - Open question

22,5
116
17,5
212,29
4,5% van 500

5% van 350
29% van 400
71% van 299

Slide 5 - Drag question

Op een trui van € 45,- krijgt Samir 20% korting. Hoeveel moet hij betalen?
Vul alleen het antwoord in.

Slide 6 - Open question

Door het mislukken van de oogst wordt de koffie 7% duurder. De oude prijs is € 3,55. Wat kost een pak nu?
A
€0,25
B
€3,30
C
€3,80
D
€3,79

Slide 7 - Quiz

4 van de 20 in procenten

Slide 8 - Open question

€16 van €175 is ....%
Rond af op hele procenten

Slide 9 - Open question

Bereken de korting in procenten, rond af op 1 decimaal

Slide 10 - Open question

Het aantal COVID-besmettingen neemt af van 10.245 naar 9.830.
Hoe groot is de afname in procenten?
Rond af op één decimaal.

Slide 11 - Open question

Bereken hoeveel korting je krijgt als je zowel de Notebook en de tablet koopt. Rond je antwoorden af op hele procenten.
Let op! Eerst de totaalprijs en de totale korting berekenen!

Slide 12 - Open question

1.4 procenten en grote getallen
Hoeveel is 1,3% van 1,5 miljoen?

Slide 13 - Open question

1.5 terugrekenen met procenten
Een fiets is 6% duurder geworden en is nu 798 euro. Hoe duur was de fiets voor de prijsverhoging?

Slide 14 - Open question

Nu niet gaan maken, maar deze opdracht moet je aankunnen!

Slide 15 - Slide

Bereken de ontbrekende getallen

Slide 16 - Slide

Wat is de nieuwe prijs van de usb?
Vul alleen het getal in.

Slide 17 - Open question

Hoeveel procent is de prijs van de speaker toegenomen?

Slide 18 - Open question

Bereken de nieuwe prijs van de koptelefoon? Vul alleen het antwoord in.

Slide 19 - Open question