M2D / M2B 2 feb / 7 feb voorbereiding toets

Bonjour M2D
Voorbereiden voor proefwerk unité 2 
1. voorzetsels van plaatst
2. vervoersmiddelen + voorzetsels en, à
3. voltooid tegenwoordige tijd, de passé composé (vervoegd met avoir als hulp ww)
4. woordjes leçon 1 + 2 + 3





1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour M2D
Voorbereiden voor proefwerk unité 2 
1. voorzetsels van plaatst
2. vervoersmiddelen + voorzetsels en, à
3. voltooid tegenwoordige tijd, de passé composé (vervoegd met avoir als hulp ww)
4. woordjes leçon 1 + 2 + 3





Slide 1 - Slide

Hulp:
1. Pak je aantekeningen erbij
2. de oranje pagina's achter in unité 2 (TB online)
3. woordjes van unité 1 + 2 + 3
4. maak tijdens het maken van de lessonup aantekeningen voor extra herhaling.

Slide 2 - Slide

passé composé?

Slide 3 - Mind map

Wat is zijn geen hulp werkwoorden? (2 antwoorden)
A
avoir
B
être
C
prendre
D
faire

Slide 4 - Quiz

Wat zijn wel hulp werkwoorden? (2 antwoorden)
A
avoir
B
être
C
prendre
D
faire

Slide 5 - Quiz

De passé composé met welk hulp werkwoord hebben jullie geleerd?
A
avoir
B
être
C
prendre
D
faire

Slide 6 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
manger
A
mangi
B
mangé
C
mangié
D
mangu

Slide 7 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
donner
A
donnér
B
donni
C
donnu
D
donné

Slide 8 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
prendre
A
prendré
B
prendé
C
pris
D
prisé

Slide 9 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
faire
A
fait
B
fairé
C
fais
D
faié

Slide 10 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
avoir
A
avoiré
B
avoié
C
eué
D
eu

Slide 11 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
voir
A
vué
B
vu
C
voiré
D
voit

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
parler
A
parlér
B
parlu
C
parlé
D
parli

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
aimer
A
aimeré
B
aimér
C
aimu
D
aimé

Slide 14 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
être
A
été
B
étée
C
êtré
D
êtrit

Slide 15 - Quiz

Vervoeg in de passé composé:
je...... (manger)

A
je mangé
B
j'ai mangé
C
je suis mangé
D
je ai mangé

Slide 16 - Quiz

Vervoeg in de passé composé:
nous...... (donner)

A
nous sommes donné
B
nous donné
C
nous avons donneré
D
nous avons donné

Slide 17 - Quiz

Vervoeg in de passé composé:
vous...... (être)

A
vous avez été
B
vous êtes été
C
vous avons été
D
vous avez êtré

Slide 18 - Quiz

Vervoeg in de passé composé:
elles...... (faire)

Slide 19 - Open question

Vervoeg in de passé composé:
tu ...... (avoir)

Slide 20 - Open question

Vervoeg in de passé composé:
il..... (prendre)

Slide 21 - Open question

Vervoeg in de passé composé:
je...... (voir)

Slide 22 - Open question

Vervoeg in de passé composé:
nous...... (fait)

Slide 23 - Open question

vervoersmiddelen?

Slide 24 - Mind map

je me déplace.... (met de bus)

Slide 25 - Open question

Je me déplace.... (met de fiets)

Slide 26 - Open question

Je me déplace.... (met de auto)

Slide 27 - Open question

je me déplace... (met de boot)

Slide 28 - Open question

voorzetsels

Slide 29 - Mind map

Wat mag je nu gaan doen?
1. Wat kende je nog niet zo goed tijdens het maken van de lessonup? Herhaal dit nog een keer voor jezelf.
2. Maak de verbuga pro nog een keer (zie stappenplan in magister)
3. Leer de woordjes van unité 2, leçon 1 + 2 + 3 (zet ze in quizlet of WRTS)

Slide 30 - Slide