Bevolkingsgroei

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1-3

H1 Bevolking

Bevolking

Je kunt uitleggen:

• wat natuurlijke en sociale factoren zijn die de bevolking van een gebied beïnvloeden.
• wat bevolkingskrimp, vergrijzing en ontgroening zijn en wat de oorzaken en gevolgen ervan zijn.
• wat de demografische druk, de groene druk en de grijze druk zijn
• hoe de bevolkingsopbouw van een gebied wordt veranderd door de vergrijzing en de ontgroening.

Leerdoelen

Geboortecijfer: aantal baby’s per 1000 mensen per jaar (‰)

Sterftecijfer: aantal doden per 1000 mensen per jaar (‰)

Natuurlijke bevolkingsgroei

https://nl.wikipedia.org/wiki/Bevolkingsgroei#/media/Bestand:Population_growth_rate_world_2007-de.svg

Natuurlijke bevolkingsgroei

https://nl.wikipedia.org/wiki/Bevolkingsgroei#/media/Bestand:Population_growth_rate_world_2007-de.svg

www.indexmundi.com

Geboorteoverschot: geboortecijfer > sterftecijfer

Sterfteoverschot: geboortecijfer < sterftecijfer

Natuurlijke bevolkingsgroei

Migratie: verhuizen naar een andere plek

Migrant: iemand die naar een andere plek verhuist (behalve binnen eigen stad)

• Binnenlandse en buitenlandse migratie

Sociale bevolkingsgroei

Migratiesaldo: verschil tussen aantal mensen die komen en gaan

Vestigingsoverschot: migratiesaldo > 0

Vertrekoverschot: migratiesaldo < 0

Sociale bevolkingsgroei

Humboldt 1.1 Maken opdracht 

H: 1, 2, 4

V: 1, 3, 6

Maken

1.1 deel 2 Demografisch transitiemodel

Bevolking

Demografisch transitiemodel

Fase 1: hoge geboorte- en hoge sterftecijfers

Fase 2: daling van de sterftecijfers (betere zorg)

Fase 3: daling geboortecijfers (kinderen duur)

Fase 4: geboorte- en sterftecijfers zijn laag

Fase 5: stijging sterftecijfer door vergrijzing

Wat is een kenmerk van fase 2 van het demografisch transitiemodel?

1. het geboortecijfer daalt
2. het sterftecijfer daalt
3. de bevolkingsomvang neemt af
4. er is meer kindersterfte

Aan het eind van welke fase van het demografisch transitiemodel is het geboorteoverschot het grootst?

1. Fase 1
2. Fase 2
3. Fase 3
4. Fase 4

Maken

H en V: 1 t/m 9 behalve 7 en 8

Niet af? Huiswerk voor de volgende les

Maken 1.1

 1.2

Bevolking

Bevolkingsdiagrammen

Bevolkingsdiagram = staafdiagram dat de opbouw van mensen in een land laat zien.

fase 1 en 2: Piramidevorm

fase 3: Klok of granaatvorm

fase 4: Ui- of urnvorm

fase 5: (Ruitvorm)

mannen

vrouwen

Bevolkingspiramide

Bekijk de bevolkingspiramide.
Welk woord past het beste
bij deze piramide?

1. Bevolkingsafname
2. Bevolkingstoename

In welke bevolkingspiramide is er sprake van vergrijzing?

1. links
2. rechts

Wat kan je zeggen over deze bevolkingspiramide

1. er is een snelle groei van de bevolking
2. er is een snelle afname van de bevolking
3. er is een langzame groei van de bevolking
4. de bevolkingsgroei blijft gelijk

Hoe verandert de bevolkingspiramide van Nederland wanneer jonge immigranten hierheen komen?

1. De piramide krijgt een grotere bovenkant
2. De piramide krijgt een groter midden
3. De piramide krijgt een grotere onderkant

Dit is de bevolkingspiramide van een ...

1. rijk land
2. ontwikkelingsland
3. elk land

De pyramides horen alle vier bij Nederland. Sleep het juiste jaartal naar de bevolkingsgrafiek.

1950

1980

2010

2040

Hoge groene druk

Hoge grijze druk

Armer land

Rijk land

Fase 3 Demografische transitie

Fase 4 Demografische transitie

In de toekomst een tekort aan arbeiders

In de toekomst een overschot aan arbeiders

Zeer laag geboortecijfer

Dalend geboortecijfer

Maken

H: 1 en 7

V: 1, 7 en 8

Niet af? Huiswerk voor de volgende les

Maken 1.2

 1.2

Bevolking

Groene en grijze druk

Demografische druk

Grijze druk

Bevolkingsgroepen: jongeren (0-20), productieven (20-65), ouderen (65+)

Demografische druk: verhouding tussen productieven en niet-productieven

Demografische druk

https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2018/43/zie-nederland-vergrijzen-deel-3

Formule: (jongeren + ouderen) : productieven x 100%

Groene druk: verhouding tussen jongeren en productieven

Grijze druk: verhouding tussen ouderen en productieven

Demografische druk

hoe reken je de demografische druk uit?
Actieve=productieve

1. actieve/inactieve x 100%
2. actieve -inactieve x 100%
3. inactieve/actieve x100%
4. inactieve-actieve x100%

       

H: 1 t/m 7

V: 1 t/m 9

     Niet af? Huiswerk voor de 

     volgende les

Maken 1.2