Par. 2.2 Mediasamenleving

Maatschappijleer
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Maatschappijleer

Slide 1 - Slide

Programma
  • Welkom :-)
  • Terugblik en check par. 2.1
  • Leerdoelen par. 2.2 / check huiswerk
  • Lesopdracht par. 2.2
  • Opdrachten werkboek
  • Bespreking
  • Afronding en huiswerk voor 2.3

Slide 2 - Slide

Waar kun je de media voor gebruiken?
A
Nieuws en informatie
B
Ontspanning
C
Contacten
D
Het opbouwen van je identiteit

Slide 3 - Quiz

Communicatie zonder woorden heet ook wel..
A
verbale communicatie
B
Lichaamstaal

Slide 4 - Quiz

Een middel om mee te communiceren noem je...
A
Communicatie
B
Medium
C
Massacommunicatie
D
Social Media

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij communicatie?
A
boodschap - zender - ontvanger
B
zender - ontvanger - boodschap
C
zender - boodschap - ontvanger
D
ontvanger - boodschap -zender

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen Par. 2.2
Aan het einde van de les kun je:
  • Uitleggen wat een mediasamenleving is en hier voorbeelden van geven
  • 2 voorbeelden geven van online risico's
  • Het verschil tussen traditionele en nieuwe media benoemen
  • Het verschil tussen commerciële en publieke zenders uitleggen

Slide 7 - Slide

Lesopdracht 2.2 
Noteer in aantekeningen en beantwoord met behulp van je boek
  1. Maak een lijst van media die jij gebruikt (zo specifiek mogelijk)
  2. Geef bij elk medium aan of dit traditionele of nieuwe media zijn
  3. Geef een voordeel en een nadeel van zowel traditionele als nieuwe media
  4. Schrijf een programma op van een publieke zender en een programma van een commerciële dat je wel eens gekeken hebt. Noteer daarachter het verschil tussen de financiering van de programma's
  5. Maak een schatting van hoeveel uur per week jij gebruik maakt van media en een positief en negatief gevolg hiervan
  6. Geef een voorbeeld van online grensoverschrijdend gedrag en leg uit waarom het grensoverschrijdend was

Klaar? Maak opdr. 1, 2,4,6,7,8,10, en 11

Slide 8 - Slide

Bespreking opdrachten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Internet

  • Internet bestaat uit miljoenen websites met uiteenlopende informatie. Ook kun je er makkelijk mee communiceren.
  • Het gevolg van internet is dat iedereen nieuws kan plaatsen. Het is daarom belangrijk om te weten of de bron betrouwbaar is. 

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Niet afgekregen?  --> opdr. 1, 2,4,6,7,8,10, en 11 par. 2.2

Vragen (aantekeningen) bij par. 2.3 (Magister):
  1. Wat is nieuws? Benoem 5 kenmerken die journalisten gebruiken om dit vast te stellen
  2. Wat betekenen de begrippen vrijheid van meningsuiting, censuur en persvrijheid?
  3. Noem 2 afspraken die journalisten gemaakt hebben om te checken of nieuws wel of niet betrouwbaar is


Slide 12 - Slide