leçon 17

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Le programme:

        Aujourd'hui (=vandaag) :

• Lire un texte avec le passé composé
• Quizlet live : le verbe faire

leçon 17

Bonjour !

Avant de commencer l'exercice

• Vous êtes déjà allé à Paris ?      (déjà = al)
• Qu'est-ce que vous avez visité ?  

Des sites touristiques à Paris

Les Champs-Elysées

Montmartre

Le musée du Louvre

La cathédrale Notre-Dame

Vocabulaire de l'exercice

• Le goûter : Omdat de Fransen hun diner pas rond 20.00 uur eten, wordt er rond 16.00 uur vaak nog taart of koekjes gegeten en wat gedronken
• L'apéritif : De apéritif is een pre-dinner borrel en een belangrijk onderdeel van de Franse eetcultuur.

le fromage

vinden

het uitzicht

de ochtend

de nacht

vetrekken

les légumes (man.)

le peintre

een drankje doen

trouver

la vue

le matin

la nuit

quitter

prendre un verre

Un voyage à Paris

1. Koppel afbeeldingen aan bijschriften. 
2. Onderstreep alle werkwoorden in de "passé composé" en vertaal ze op de achterkant van het bladje: bijvoorbeeld: j'ai visité = ik heb bezocht
3. En jij, welke activiteiten zou je willen doen in Paris?

1

2

4

3

5

6

7

8

9

101

111

12

13

14

15

i

o

j

h

b

g

a

k

l

m

n

f

e

c

d

Quizlet live : faire au présent

Les devoirs : 

• Apprendre: StudyGo voca 1-6 N-F
• Apprendre : supplément, pages 11-20